Groningen - Rappers, dichters, rijmelaars, prozaïsten, sonnettenmakers - ze stonden het afgelopen jaar allemaal op de planken van de Schrijversschool in Groningen, tijdens diverse Word Slam-avonden. De inzet van zo'n Word Slam is het winnen. Het publiek mag bepalen welke performer met de meest tevreden gevoelens naar huis kan gaan. De finale van het eerste Word Slam-seizoen vond zondagavond plaats.
Alhoewel het winnen van een bokaal het hoofddoel was van de optredende tekstschrijvers,
was het al heel snel duidelijk dat oók de Olympische gedachte tijdens
de finale op de voorgrond staat. Acht deelnemers werden door mensen uit het
publiek beoordeeld, aanvankelijk via woorden en cijfers. Maar deze tijdelijke
'juryleden' werden door presentator Bart FM Droog volstrekt willekeurig uitgekozen,
zodat iedereen het er al snel over eens was dat deelnemen belangrijker is
dan winnen.
Bart Droog, om duistere redenen gedurende de hele avond in een jurk gehuld,
liep na iedere voordracht met zijn microfoon de zaal in om vijf mensen uit
het publiek naar een mening te vragen. De gegeven cijfers werden vervolgens
op een schoolbord genoteerd. De drie besten kregen na afloop nog een mogelijkheid
om de kunsten te laten te laten horen en werden tegen het einde van de avond
door middel van applaus beoordeeld. En het was aan huispianist
Meindert Talma de taak om uit te maken welke deelnemer het meest applaus kreeg.
Hij wees Sjef Weller aan als de winnaar. Niet
ten onrechte, omdat Weller inderdaad de meeste handen tegen elkaar liet gaan
en hij met zijn eigenzinnige rapteksten ("Ik praat in de maat zonder
hiaat") het publiek volledig voor zich had weten te winnen.
Droog, initiator van de Groninger Word Slam, toonde zich na afloop tevreden.
Hij lanceerde het idee vorig jaar in de Schrijversschool, waarna de eerste
avond aan het begin van dit seizoen van start kon gaan. Droog: "Aanvankelijk
kwam er niet veel publiek kijken. Maar daarna is het begrip Word Slam in Groningen
langzaam maar zeker gegroeid." Tijdens de finale zaten zo'n zeventig
bezoekers in de zaal. "De best bezochte avond van de Schrijversschool
tot nu toe."
Het begrip Word Slam1 ontstond
in Chicago, in 1986. Via Duitsland belandde het in Nederland, waar afgelopen
jaar ook in Amsterdam en Eindhoven Word Slam-avonden werden gehouden. Volgend
seizoen voegen Leeuwarden en Nijmegen zich aan het lijstje toe. Droog: "Het
gaat vooral om de wisselwerking tussen de dichters en het publiek. En dat
kan een heel mooi effect opleveren. In Duitsland is er al eens een Word Slam-festival
geweest met meer dan 1500 bezoekers."
Het is dus vrijwel zeker dat Groningen zich na de zomer op kan maken voor
een tweede jaargang van Word Slam.
(Jacob Moerman, Groninger Dagblad / Drentse Courant, 3-7-2001)
noot 1: Word Slam is de Groningse
variant van het begrip Poetry Slam. Lees derhalve in de eennalaatste alinea
voor 'Word Slam' 'Poetry Slam'.
GROßFORMATE FÜR GROßGEWACHSENE
In Oldenburg in Oldenburg hat die Lieblingsjahreszeit der Oldenbürger begonnen: Es ist Kultursommer
Tatsächlich, er lichtete sich dann doch noch, der Oldenburger Kultursommerhimmel,
Regenschirme und Ostfriesennerz konnten zu Hause bleiben. Ansonsten war es
dann wie immer, das heißt: wie seit kurzem immer, bei der Eröffnung
des Oldenburger Sommerfestivals. Denn seit vier Jahren veranstaltet die "Kulturetage"
das Festival im Auftrag der Stadt, und "Die Etage", wie sie im Volksmund
heißt, hat nun mal eine Vorliebe für Straßentheater. Und
das heißt für die meisten, die nicht stundenlang an der Absperrung
ausharren wollen um ihren Sahneplatz zu sichern: Nackenstarre,
Geschiebe und Gedränge und doch nicht viel sehen.
(...)
Etwas abseits der großen Schlaglichter hat das Literaturbüro der
Stadt Oldenburg eine spannende Reihe initiiert: die "Lyrik-Night-Live".
Immerdienstags um 22.30 Uhr werden junge AutorInnen lyrische Klangwelten mit
Musik entwerfen - supranational, wie die Dichter aus "Epibreren"
(D/NL) am 17. Juli, interdisziplinär und transtextuell, wie Urweider/Kobus
mit ihrer "Poetischen Pyromanenrevue" (31. Juli). Jedenfalls hat
die Leiterin des Literaturbüros, Monika Eden, wohl den Trend der jungen
Lyrik genau erkannt und wird bestimmt ihr Publikum finden, das sich ansonsten
in der Oldenburger Slammer-Szene tummelt.(...)
(Marijke Gerwin, TAZ Bremen, 3-7-2001)
naar boven
Groningen is een echte dichtersstad. De dichters C.O. Jellema, Remco Ekkers,
Jean Pierre Rawie, Albertina Soepboer, Maria van Daalen en De Dichters uit
Epibreren wonen en/of werken er allen. De stad had de Nederlandse primeur
met een 24-uurs poëziemarathon
in 1999 en er worden met regelmaat dichtersmiddagen
in de theetuin van de Prinsenhof gehouden. De aanstelling van een stadsdichter
naar Engels model kon dan ook niet uitblijven. Thomas van Dalen, cultuurwoordvoerder
van D66, heeft bij het College van B & W een voorstel neergelegd om deze
dichter per 2002 aan te stellen. De inauguratie zou moeten plaatsvinden op
de derde Nationale Gedichtendag in januari 2002.
Voorwaarde is wel dat de dichter een officiële boekpublicatie op zijn
naam moet hebben staan.
(Schrijversnet, www.schrijversnet.nl,
15-7-2001)
noot: het is vermakelijk te zien hoe snel na uitgifte
van het oorspronkelijke bericht op 4-7-2001 (Zie Rottend Staal Online) namen
erbij gesleept worden en fictie wordt geschreven: De Poëziemarathon werd
het eerst in 2000 gehouden, de regelmaat van de dichtersmiddagen in de Prinsentuin
is precies eenmaal per jaar en noch Jellema noch Ekkers wonen en/of werken
in de stad Groningen, maar in respectievelijk Leens en Zuidhorn.
FRIES CLAIMT POSITIE VAN GRONINGSE STADSDICHTER
Groningen - De Friese dichter en bommelder Cornelis van der Wal meldt zichzelf
aan als Stadsdichter van Groningen. Ook Wouter Godijn is in voor de functie.
Andere dichters vinden collega Jean Pierre Rawie de aangewezen persoon, zo
blijkt uit de nieuwsmail van Epibreren.
Voor Van der Wal is het een uitgemaakte zaak: "Ik vind dat ik de Groninger
Stadsdichter moet worden. Ik ben geniaal en op alle anderen tegen omdat ze
stout zijn." Godijn vindt het 'wel een geinig plan' van D66-fractievoorzitter
Thomas van Dalen.
De democraat lanceerde onlangs het idee per 1 januari 2002 een Stadsdichter
te benoemen, net zoals Nederland in Gerrit Komrij een Dichter des Vaderlands
heeft. Bij belangrijke gebeurtenissen zou de stadspoëet een gedicht moeten
schrijven. Van Dalen vindt dat de poëzie deze aandacht verdient.
"Veel organisaties proberen met wisselend succes de positie van poëzie
in Groningen te versterken. Sinds enige jaren wordt om die reen op de nationale
gedichtendag in onze stad een 24-uurs poëziemarathon georganiseerd. Het
is een bloeiende kunstvorm, maar ook een kwetsbare", aldus de politicus.
In het kleine dichterswereldje gonst het van de speculaties. Op de longlist
van Van Dalen zelf prijken de namen van Pier Boorsma, Maria van Daalen, Karel
ten Haaf, Kees van der Hoef, J.J.A. Mooij, Ronald ohlsen, Jean Pierre Rawie,
Albert Schaalma, Henk Scholte, Albertina Soepboer, Cor van der Wal, Driek
van Wissen en Yur. Tsead Bruinja, Bart FM Droog en Tjitse Hofman kunnen afgevoerd.
Zij zijn actief binnen Stichting Poëziemarathon en nauw aan het stadsdichtersplan
verbonden.
Iemand die niet aan de kwalificaties voldoet is Daniël Dee, officiëel
Huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij kiest voor Karel ten Haaf:
"Hij is goed verstaanbaar en recalcitrant genoeg om zowel gemeente als
het volk wakker te schudden. Een schandaaltje hier en daar lijkt me leuk",
zegt Dee. Een bekende dichter als Driek van Wissen zou hij niet willen. "Ik
denk dat hij teveel naar zijn publiek toe zal gaan schrijven, zodat het te
obligaat wordt."
(Groninger Dagblad, 18-7-2001)
"ICH VERNÄHE DIE WELT MIT MEINEN KABELN"
Bei lauen Lüften lautete die "Lyriknacht" durch den Oldenburger Schlossgarten
Sie gehören zu den jungen Wilden der Literaturszene, zu Grenzgängern
zwischen den Sparten: Die "Dichters uit Epibreren" (NL/D). Sie loten
die Bild- und Klangqualitäten ihrer Lyrik bis hin zum reinen Tonwert
des Wortes
aus.
Wie Sprache zurück zum Urlaut findet, erlebte ein durchweg junges Publikum bei Bart F. M. Droog (Groningen), Tjitse Hofman (Groningen) und Jan Klug (Aachen) in einer leicht lauen Nacht im Oldenburger Schlossgarten - auf Einladung des Oldenburger Literaturbüros. Eine Buche behütet die Bühne, ihre Blätter werfen blaue und rötliche Schatten auf den grünen, dicken Stamm.
Epibreren, das ist das Land der Müßiggänger, der Nichtstuer. Süßliche Schwaden durchziehen die Luft. Auf rhythmischen Patterns am Syntheziser schwebt das Saxophon durch die Bäume. "Mit diesem geschundenen Körper treiben Tag für Tag, und die Frau, an die ich mich erinnere, warst du nicht": ein Sommerbild, das der schmale Tjitse Hofman in wunderbar gebrochenem Deutsch entwirft, zeilenweise Niederländisch einstreuend.
Die Texte werden auf einer Diatafel dem Publikum zugänglich gemacht, in einer etwas hölzernen deutschen Übersetzung; eine Sprachqualität, die dem Sinn reizvoll spröde Ecken und Kanten verleiht. Das Niederländische hingegen säuselt sich weich schmeichelnd in die Ohren, und Tjitse Hofman gibt sich voll hinein, in die Bilder etwa von TV 2000: "Ich vernähe die Welt mit meinen Kabeln, schmelze zusammen und divergiere alles in meine Wahrheit, privatisiere die Öde und alles ist in Ordnung, wie es scheint" - spricht er in monotoner Höhe, die letzte Zeile aufhaltend, die Augen verdreht, die Hände hilflos spastisch verwrungen. Bart imitiert ihn gebrochen, kauernd am Rand der Minibühne.
Jan Klug ist der Zaubermeister der Töne, auf einer Minitastatur entwirft
er Collagen, die den Raum für Interferenzen zwischen Wortlaut und Synthyklang
öffnen. Bart F. M. Droog moduliert stärker, interpretiert kraftvoller,
seine Texte sind alltagsorientierter, konkreter politisch. Von einer Reise
in die Sowjetunion handelt einer, vorgetragen mit tiefer Stimme - Droog goes
Waits: "Fahr ich am Unrecht vorbei, halte nur, um Krebs zu kriegen".
Oder Kursk:
"Aus Maschinenkammer neun fischten Retter das Geschenk, das Wajinka noch
für Irma machte." Der Text erzählt von der Tochter des toten
Seemannes, die ihrem sterbenden Vater den Atem gibt. Dazu kreischt das ausziehbare
Plastikdidgeridoo durch die Nacht, ihre späten Bewohner kreischen zurück.
(mig, TAZ Bremen (D), 19-7-2001)
noten: in deze prachtige recensie wordt het verkeerd geciteerde
gedicht 'Wolf' van Droog Hofman in de mond gelegd. De correcte versies van
de vertalingen zijn hier te lezen.
Wat de journalist(e) gelukkig niet men gemerkt heeft, is dat Droog bij dit
optreden aan een hevige zomergriep leed.
Het plan om een stadsdichter aan te stellen op de volgende Gedichtendag, een idee van D66-gemeenteraadslid Thomas van Dalen, heeft de geesten van poëzieminnend Groningen al geprikkeld, zo meldde de Epibreren Nieuwsmail van 17 juli.
De Epibode, het periodiek van de Dichters uit Epibreren, gunde zich zelfs
al een voorafje in de vorm van een steekproefachtig rondje langs de velden
van 'speciale verslaggeefster' Liesbeth van Dalsum. Want wie komen er
eigenlijk wel en wie komen er niet in aanmerking voor deze prestigieuze baan
voor telkens een jaar? Uiteraard liet ze de geestelijk vader aan het woord.
Van Dalen meldde desgevraagd dat de dichters woonachtig binnen de gemeentegrenzen
moesten zijn én minstens één officiële boekpublicatie
op hun naam hebben. Dat leverde alvast een lijstje op met - om maar wat te
noemen: Pier Boorsma, Maria van Daalen, Wouter Godijn, Karel ten Haaf, Kees
van der Hoef (da's logisch), J.J.A. Mooij, Ronald Ohlsen, Jean Pierre Rawie
(zie Van der Hoef), Albert Schaalma, Henk Scholte, Albertina Soepboer, Cornelis
van der Wal, Driek van Wissen en Yur.
Omdat Tsead Bruinja, Bart FM Droog en Tjitse Hofman organiserende functies
hebben binnen de Stichting Poëziemarathon Groningen en dus ook het Stadsdichtersplan,
vallen zij buiten de boot. Dit om de tegenwoordig bij
commissarissen, captains of industry en politici zo populaire belangenverstrengeling
te voorkomen.
Van Dalsum noteerde her en der ook al wat quotes. Wouter Godijn stond er niet
onwelwillend tegenover en vond het "een wel geinig plan". De Friese
poëet en bommelder Cor van der Wal ging nog een stapje verder: "Ik
vind dat ik de Groninger stadsdichter moet worden. Dan heb ik wat te doen
en ik ben ook nog geniaal. Ik ben op alle andere tegen omdat ze stout zijn."
Daniël Dee (de RuG-huisdichter voldoet niet aan de kwalificaties) zou
voor Karel ten Haaf gaan: "Goed verstaanbaar en recalcitrant genoeg.
Een schandaaltje hier en daar lijkt me wel leuk." Niet wilde hij Driek
van Wissen. "Ik denk dat hij teveel naar zijn publiek toe zal gaan schrijven,
zoals wel eerder gebeurd is, zodat het te obligaat wordt."
Daarbij meende Menno Wigman dat Jean Pierre Rawie het moet worden en vond
Alfred Schaffer het vanuit Kaapstad - te ver weg - niet zinvol een stem uit
te brengen.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
(Herman Sandman, Groninger Gezinsbode, 20-7-2001)
COR VAN DER WAL WIL WEL STADSDICHTER WORDEN
GRONINGEN -De stad Groningen kan wel een officiële stadsdichter gebruiken.
Dat vindt althans Thomas van Dalen, gemeenteraadslid voor D66. Volgens hem
komen alle dichters die binnen de stadsgrenzen wonen en minstens één
boek hebben gepubliceerd voor deze functie in aanmerking.
Dat betekent dat ook Friese, in Groningen wonende dichters als Pier Boorsma,
Albertina Soepboer en Cornelis van der Wal in de race zouden zijn.
Deze actie is onmiddellijk geadopteerd door de Groninger dichtersgroep Dichters
Uit Epibreren. In de e-mail-nieuwsbrief van deze groep citeert ene Liesbeth
van Dalsum Van der Wal: "Ik vind dat ik de Groninger stadsdichter moet
worden. Dan heb ik wat te doen en ik ben ook nog geniaal. Ik ben op alle anderen
tegen omdat ze stout zijn."
Dit bericht werd, inclusief citaat, overgenomen door het Groninger Dagblad.
Volgens Van der Wal zelf is een en ander nogal overdreven. "Dy Liesbeth
van Dalsum bestiet einliks net iens. Sa helje ik sels de krante as ik der
neat foar doch. Ik tink net dat ik it wurd, ik skriuw ommers yn it Frysk."
Maar als het een betaalde functie zou worden, wil Van der Wal, die ook enige
bekendheid geniet als bommelder, zich wel aanpassen. "Dan soe'k wol yn
it Nederlânsk skriuwe, ja. It Grinzers ken ik net, mar dat hearst hir
yn de stêd ek net in protte. It liket my oars in leuke baan. Ik kin
Grins ek goed, ik wenje hjir al tsien jier. Ik moat it no fan de bystân
ha en dat is net genôch op it stuit. Ik moat oan de ein fan de moanne
altiten wer âlde froutsjes berove."
Als stadsdichter zou hij bepaalde gebeurtenissen moeten "bijlichten".
"Maxima komt aanst nei de stêd, net? Dêr soek wol in
moai gedicht oer meitsje kinne. En ik wol ek wol de hoer úthingje en
in oade skriuwe oan de boargemaster." Maar ook een alledaagser onderwerp
als de Groninger kroegencultuur en het bij Friese dichters geliefde café
Mulder zou hij niet schuwen. "Dêr bin 'k lêst wer útsetten,
leauk."
Het treft dat Van der Wal de laatste tijd met sonnetten in de weer is. "Sa
docht Gerrit Komrij, Dichter des Vaderlands, it ek, no? It is in foarm dyt
de minsken begripe. Dat einrym ropt wol wat op. Ik wie earst in tsjinstanner
fan einrym, mar dêr bink fan weromkommen."
Eigenlijk zou hij nog meer voelen voor een eventuele functie als Fries provinciedichter.
"Dat is nochris in idee! Dat soek wol as duobaan dwaan wolle, mei
Anne Feddema."
(Jacob Haagsma, Leeuwarder Courant, 20-7-2001)
ZESTIG DICHTERS IN DE PRINSENTUIN
Groningen Ruim zestig dichters treden volgende week vrijdag en zaterdag
op in de Prinsentuin in de stad Groningen. Het is voor de vierde keer dat
het festival 'Dichters in de Prinsentuin'gehouden wordt.
Het gros van de dichters komt uit het Noorden. Even hebben organisatoren Tjeerd
Bruinja en Rense Sinkgraven overwogen om het festival dit jaar niet te organiseren,
aangezien er aanvankelijk weinig nieuwe namen geboekt konden worden.
Op de open podia van de Schrijvervakschool (waaraan Sinkgraven verbonden is)
werden echter toch nog jonge, interessante dichters gevonden. "Bijvoorbeeld
Sjef Weller die veel met rap bezig is en Nicolette Leenstra uit Assen."
Verder doen aan het festival naast minder bekende namen, ook bekende Groninger
dichters mee, als Bart FM Droog, Maria van Daalen, Wouter Godijn, Max Niematz,
Willem Jan van Wijk en Albertina Soepboer.
(Bram Hulzebos, Nieuwsblad van het Noorden, 21-7-2001)
MEANDER VERTEGENWOORDIGD OP PRINSENTUINFESTIVAL
Aan het poëziefestival dat op vrijdag 27 en zaterdag 28 juli plaatsvindt
in de fraaie Groningse Prinsentuin neemt een breed dichtersveld deel. Een
kleine greep: Maria van Daalen, Petra Else Jekel, Albertina Soepboer, Bart
FM Droog, Tjitse Hofman. Op vrijdag geven ook Meander-redacteuren Milla van
der Have en Edith de Gilde acte de présence. Alle informatie over het
festival is te vinden op http://www.geocities.com/prinsentuin.
(Meander #147, 22-7-2001)
Groningen, Tuin Prinsenhof (Kreupelstraat 19): poëziefestival Dichters
in de Prinsentuin, vrijdag en zaterdagmiddag met o.a. Maria van Daalen, Wouter
Godijn, Karin Meester, Albertina Soepboer, Harry Zevenbergen, Bart FM Droog
en Coen Peppelenbos.
(Volkskrant, 26-7-2001)
Er is altijd belangstelling genoeg voor de voorstellingen. Dat geldt ook
voor het literatuurprogramma. Willem van Zeeland, in het dagelijks leven
programmaeur van het Utrechtse popcentrum Tivoli, kiest vooral voor schrijvers
met een "popspirit". 'Ik boek ze nadrukkelijk op performance,
dat vind ik belangrijker dan of ze net een boek uit hebben of dat ze de
AKO-prijs hebben gewonnen.'
Hij constateert dan ook een bloei van jonge literatoren voor wie het podium
een net zo geschikt platform is als de schrijftafel - en er is een jong
publiek voor, zoals blijkt uit de succesvolle tournees die van Zeeland vanuit
Tivoli voor dit soort schrijvers organiseert. Naast de sterk op de performance
gerichte, Groninger dichtersgroep Dichters uit Epibreren draaien daar en
op Lowlands ook striptekenaars als Barbara Stok en de scheppers van het
komische duo Fokke en Sukke in mee. 'Die lezen voor, of doen het uit hun
hoofd, terwijl hun tekeningen geprojecteerd worden. Dat blijkt erg goed
te werken.'.
(Jacob Haagsma, Leeuwarder Courant, 24-8-2001)
SIMON VINKENOOG KOMT NAAR MOLEN 8
ZEVENBERGEN - De Stichting Vrienden van Molen Fleur houdt vrijdag 14 september in samenspraak met de Stichting Kunstmanifestatie West-Brabant en dichter Rijn Vogelaar een literaire Molen 8: een molennacht met acht voordragende dichters.
Dichter en prozaschrijver Simon Vinkenoog opent de avond en aansluitend
verzorgen de dichters diverse korte optredens in, op en rond Molen Fleur.
Bezoekers worden al 'lopend' door de molen getrakteerd op de dichtkunst.
De deelnemende dichters zijn: Rijn Vogelaar (auteur van de dichtbundel 'De
euforie van wankel evenwicht' en winnaar van de publieksprijs grand finale
poëzieslag 2001), Erik Jan Hermans (winnaar grand finale poëzieslag
2001), Sven Ariaans (winnaar grand finale poëzieslag 2000), Bart Droog
en Tjitse Hofman (maken deel uit van de dichters van Epibreren uit Groningen
een internationaal bekend dichtersgezelschap met verscheidene tv-optredens),
Joz Knoop (bekend Jozzonettendichter uit Rotterdam), Tjitske Jansen (winnares
2e prijs grand finale poëzieslag 2001), Herman J. van den Bold (finalist
grand finale poëzieslag 2001).
Voordat Vinkenoog 's avonds het spits afbijt, wordt om 17.00 uur een begin
gemaakt met de 24-uurs draaimarathon. Johan Bos en Patricia Witkamp willen
bij voldoende wind een vol etmaal draaien en worden 's nachts bijgestaan
door een aantal vrijwillige molenaars uit het oosten van Brabant. Zaterdag
15 september kan publiek de gehele dag een bezoekje aan de molen brengen.
De kaartverkoop begint op 1 september en de entreeprijs bedraagt f 20 voor
donateurs en f 25 voor niet-donateurs. Er is maar een beperkt aantal kaarten
beschikbaar. De Molen 8 begint op 14 september om 20.30 uur. Voor meer informatie:
06-28679919. Ook kan informatie bekeken worden op de website van de Stichting
Kunstmanifestatie West-Brabant; http://www.KunstMWB.nl.
(BN/DeStem van 29-08-2001)
"We hadden wel gedacht dat het zou lukken, maar niet meer dit jaar",
zegt Ferry Simonis, organisator van Dichter aan Huis. Het qua karakter zeer
Haagse, maar een nationaal publiek trekkende literatuurevenement vindt dit
jaar toch gewoon doorgang.
Een negatief subsidie-advies van de Raad voor Cultuur had het einde kunnen
betekenen van dit beproefde huiskamerfestival, maar werd het niet. Na een
intensieve lobby en een goodwill-campagne van de dichters zelf besloot
staatssecretaris R. van der Ploeg het advies niet over te nemen.
Ferry Simonis: "Ik wist dat wij sterk stonden omdat het advies van
de Raad op aantoonbaar onjuiste argumenten berustte. Dichter aan Huis is
geen lokaal festival, zoals de Raad beweerde. Een groot deel van het publiek
komt overal uit het land. Dat had ik zwart-op-wit. Verder was het argument
dat er te weinig allochtonen onder de bezoekers waren ook weinig overtuigend,
want iedereen weet dat de taal een probleem is voor deze groepen. Bij een
Nederlands literair festival kun je dan niet opeens gaan eisen, dat er veel
buitenlanders komen".
In het laatste weekeind van september (29 en 30) vindt er een nieuwe aflevering
van Dichter aan Huis plaats. "Het is zelfs zo", zegt Simonis,
"dat de publiciteit ons goed heeft gedaan. Wij kwamen in een slachtofferrol
die veel sympathie wekte bij de dichters zelf. Ik heb nog nooit zo weinig
'nee's' gehad. Iedereen wilde meewerken, vaak zelfs zonder dat zij van tevoren
het honorarium kenden. Nog nooit hebben wij zo'n mooi evenwichtig programma
gehad tussen oude en jonge dichters".
Dichter aan Huis gaat dit jaar door, omdat zowel de gemeente Den Haag als
het rijk over de brug zijn gekomen. Literair Paspoort, het internationale
broertje van Dichter aan Huis, zal volgend jaar hoogst waarschijnlijk ook
in de een of andere vorm doorgang vinden. Ferry Simonis probeert een optreden
van Argentijnse dichters te bewerkstelligen in Paleis Noordeinde. "Het
thuis van Maxima, niet waar!" De openstelling van het paleis voor het
publiek is al langer in discussie en de cultureel organisator probeert daar
gebruik van te maken.
Typisch Haags, dat zeker. "Maar de valkuil is dat 'typisch Haags' niet
hetzelfde betekent als 'alleen voor Den Haag'. Ik denk dat je nergens anders
dan hier iets kunt organiseren, waarbij de mensen thuis komen bij gasthuizen.
Organiseer iets in Amsterdam en alles vindt op straat plaats, in Den Haag
is het achter de gordijnen".
Simonis heeft plannen om de Dichter aan Huis-formule in Zuid-Afrika uit
te proberen, mogelijk in samenwerking met een ander typisch Haags literatuurfestival:
Winternachten. De eerste contacten zijn er. Voorlopig staat eerst de nieuwe
aflevering van Dichter aan Huis in de hofstad voor de deur. Het programma
vermeldt naast vertrouwde gasten als Gerrit Kouwenaar, Remco Campert, Anton
Korteweg, Simon Vinkenoog, Eva Gerlach en Fleur Bourgonje ook verrassingen,
zoals voormalig staatssecretaris Aad Nuis (dus toch een dichter!) en Jan
Wolkers (Simonis: "Eigenlijk nemen wij nooit debutanten maar voor Wolkers
wilden wij graag een keer een uitzondering maken".) Ook is er plaats
voor jong en naammakend talent: o.a. Hagar Peeters, Ayatollah Musa, Bart
FM Droog en Serge van Duijnhoven. (Meer informatie www.dichteraanhuis.nl
of 070/3465786).
(Jan-Hendrik Bakker, Haagsche Courant, 29-8-2001)
OTOK KNJIZEVNOSTI BEZ POLITICARA
Krk - Poseban akusticka dozivljaj pruzio je i nastup nizozemskog glazbenika
Jana Kluga, koji se "proslavio" kao izumiyelj novog glazbenog
instrumenta pod nazivom "patofon". Radi se o nekoj vrsti roga,
nalik onim aboridzinskim, koji proizvodi sasuim specificnu boju zvuka.
(Novi List (Kroatië), 30-8-2001)
[is een van de vijf landelijke kranten aldaar, citaat komt
uit recensie openingsmanifestatie Pontes
Festival - wat er staat is ons echter een raadsel, behalve dat het over
Jan Klug gaat]
In Groningen vond in oktober 1999 een Vasalis-memorialdag plaats, een jaar
na haar overlijden; een dertigtal dichters droeg het complete oeuvre van
deze grootmoeder van de Nederlandse poëzie voor, iedere deelnemer met
twee of drie gedichten. Hoewel Vasalis een zeer eigen geluid heeft voor
wie haar leest, gebeurde er tijdens de voordrachten iets merkwaardigs vanachter
het spreekgestoelte. Het leek erop alsof de dichters zich haar werk begonnen
toe te eigenen, alsof niet Vasalis, maar zijzelf haar gedichten hadden geschreven.
De gedichten begonnen op hun eigen werk te lijken. Ieder met zijn eigen
specifieke kenmerken. De lokale bekendheid wist er een soort tussen-de-schuifdeuren-gedicht
van te maken, compleet met Sinterklaasrijm en visuele hulpstukken: 'Dit
is een touw, sprak de Dood', en ja hoor, daar haalde hij al een touw vanachter
zijn rug te voorschijn. Jean Pierre Rawie en Driek van Wissen maakten er
keurige, jambische gedichten met eindrijm van - sonnetten dacht je onwillekeurig.
Bij Rutger Kopland transformeerden de gedichten van Vasalis tot lichte overpeinzingen
en ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen. En de Dichters uit Epibreren wisten
ze tot een meezinger en een bombastisch gedicht om te toveren, vol effectbejag.
Toch, was Vasalis zelf aanwezig geweest met een voordracht, dan had ze er
een waar Vasalis-gedicht van weten te maken.; van welke dichter ze ook werk
had voorgedragen. 'Dat klinkt allemaal wel leuk en aardig op het podium,'
mompelde dichter Arjan Witte achter in de zaal, met een fijn gevoel voor
statement: 'maar ik vraag me toch af wat er van overblijft als je het terugleest.'
(Ruben van Gogh, Passionate sept/okt 2001, 1-9-2001)
TIJDSCHRIFT KRAKATAU
(...) Fraai is het artikel van Eddy van der Linden gewijd aan Johnny van
Doorn. Duidelijk wordt aangetoond dat Johnny in 1966 al behoorlijk controversieel
bezig was:
Zijn met grote borsten behepte
Duitse vriendin wordt tijdens
Een banaal carnavalsfestijn
Door een fanartiek NeoNazi
Met een vitriool gevuld
waterpistool onder de
Rokken geschoten
Een goed verhaal over een randverschijnsel, immers Van Doorn distantieerde
zich later van deze gedichten [?] en schreef mooie romans, trad op in 'Herenleed'
enzovoorts. Naast deze uitschieter zijn er de brokkelige poëzie van
Dee en de matte verzen van Bart FM Droog. Jannah Loontjes levert doorwrochte
regels af met veel zeggingskracht en ook het gedicht 'In vuur' van oudgediende
Karel Wasch mag er zijn. Al met al toch te weinig vuurwerk voor zo'n explosief
ogend blad. Misschien dat de wisseling der redactie de zaak verbetert.
Krakatau nr. 9, zomer 2001, fl. 5,00 los, Abt. fl 25,00
(Werner Tholen, Opspraak, jaargang 77, nummer 17, zomer 2001)
SCHRIJVEN ALS AMBACHT
Schrijven als ambacht. Dat is het thema van de tweede Noordelijke Schrijfdag
die aanstaande zaterdag in de Schrijversschool aan de Oliemuldersweg 51
wordt gehouden. Eén op de vijftien Nederlanders schrijft uit liefhebberij,
weet men bij de Schrijversschool.
Zij vormen de doelgroep, zowel van de school als van de Noordelijke Schrijfdag.
Dat verklaart het programma boordevol workshops en lezingen, waar de pennen
naar behoefte geslepen kunnen worden. Daarnaast zijn er optredens van Meindert
Talma en de Dichters uit Epibreren. De dag wordt om twee uur geopend met
een lezing door de landelijk bekende schrijfster Vonne van der Meer.
(Groninger Gezinsbode, 5-9-2001)
noot: het correcte adres van de Schrijversschool is natuurlijk
Oliemulderstraat 51, in plaats van Oliemuldersweg 51.
POËZIEMANIFESTATIE 'ZIN VAN BERHEZE'
LOOSBROEK - De Bernhezer Kunstkring houdt 21 september een grote poëziemanifestatie in cultureel centrum De Wis in Loosbroek. Tijdens 'De Zin van Bernheze 2' staan er tal van bekende dichters op de planken zoals J.P. Rawie, Epibreren, Albertina Soepboer. Maar meer regionale bekendheden als Henk Wittenberg, Ferhat Çoban, Vera Klaassen, Mathieu Bosch en Jack van Hoek staan op het programma.
M. Bosch van de Bernhezer Kunstkring (BKK) is trots dat 'De Zin van Bernheze
2' weer boordevol talent zit. "Het is nu de tweede keer dat we deze
manifestiatie houden. De bezoekers kunnen tussen acht en twaalf uur in de
grote zaal tal van dichters bezig zien. Er zijn drie zalen in De Wis. In
de andere zalen zijn kraampjes van onder meer uitgevers en de bibliotheek.
Daar is ook een bar voor koffie of een drankje." Omdat de organisatie
ook literaire gezelschappen uit Eindhoven en Tilburg verwacht, wil ze speciaal
voor belangstellenden uit Bernheze toch ook voldoende kaartjes beschikbaar
houden. "Die gezelschappen is natuurlijk aardig. Dat komt ook omdat
we landelijk bekende dichters in huis hebben. Maar voor mensen uit de regio
moet er toch ook voldoende plaats zijn", zegt Bosch. (...)
(Brabants Dagblad, 8-9-2001)
In het Groninger dichterswereldje zijn de uitlatingen van wethouder Pattje
over de instelling van een stadsdichter hard aangekomen. De wethouder van
cultuur voelt weinig voor de benoeming van eeen stadsdichter voor Groningen.
Er zouden te weinig dichters in de stad rondlopen van voldoende signatuur
om de jaarlijkse benoeming haalbaar te maken. Bovendien zou de verkiezing
van de stadsdichter door de Groninger bevolking niet kunnen slagen omdat
kandidaat-dichters bij de bevolking onvoldoende bekendheid genieten. De
dichters, onder leiding van de niet onbekende Groninger Bart FM Droog, voelen
zich beledigd door de wethouder. In zijn online verschijnende krant Rottend
Staal herinnert Droog de wethouder aan het bestaan alhier van populaire
dichters als Kees van der Hoef, Driek van Wissen, Jean Pierre Rawie, Albertina
Soepboer, Cornelis van der Wal ("en vele anderen"). Droog noemt
het een "blamage" dat Pattje blijkbaar niets afweet van de volgens
velen bloeiende dichtscène in de stad. Een groep Groninger dichters
heeft de Noordelijke Schrijversdag van afgelopen zaterdag aangegrepen om
een handtekeningenactie te beginnen. Alle poëzieschrijvers in de stad
worden opgeroepen hun naam te zetten onder de strijdkreet 'Groningse dichters
voor een officiële stadsdichter'. Volgens Droog is de instelling een
briljant idee waar Groningen vanwege de publiciteit veel baat bij heeft.
Nu maar hopen dat wethouder Pattje onder druk van de handtekeningen van
de Groninger dichters tot hetzelfde inzicht komt.
(Groninger Gezinsbode, 12-9-2001 [voorpagina])
COMMISSIE VAN KENNERS WIJST STADSDICHTER AAN
Groningen - Groningen krijgt alsnog een bloedeigen stadsdichter. Het college
van B en W wil een commissie van deskundigen in de benen helpen, die telkens
voor een periode van twee jaar een stadsdichter aanstelt.
De stadsdichter is een initiatief van D66-raadslid Thomas van Dalen. Als
een echte totaal-democraat stelde hij voor een dichter door de bevolking
te laten kiezen. Wethouder W. Pattje van cultuur zag hier weinig in. Hij
vreesde dat er te veel Groninger dichters zijn die, hoe bekwaam ook, onvoldoende
publieke bekendheid genieten om een reële kans te maken. Dat zou dus
bij een publieke verkiezing de ene keer Jean Pierre Rawie, dan weer Driek
van Wissen, vervolgens weer Jean Pierre Rawie, enzovoort.
De verwerping van Van Dalens idee kwam Pattje te staan op boze reacties
uit de lokale dichterswereld. "Toen ik terugkwam van een bezoek aan
Berlijn begreep ik uit de krant dat ik ruzie had met de dichters",
zei de wethouder
vanmorgen. Hij heeft nu een idee gelanceerd: de verkiezing van een stadsdichter
overlaten aan een selectie van kenners.
Bovendien wil hij dat dichters die willen meedingen zich laten inschrijven
voor de procedure. Toen Rutger Kopland door het publiek werd gekozen tot
Dichter des Vaderlands, bedankte hij vriendelijk. Waarna Gerrit Komrij zijn
kans greep. Pattje vindt het niet wenselijk een kunstenaar in de positie
van 'second best' te manoeuvreren.
De in te stellen commissie publiceert straks een uitnodiging aan dichters
in de stad. Daarna wordt op basis van ingestuurd werk een benoeming voorbereid.
(Nieuwsblad van het Noorden, 12-9-2001)
Noot: dit bericht ontlokte Janita Monna, landelijk coördinator
van de Gedichtendag bij Poetry International deze opmerking bij des wethouders
woorden: "Gerrit Komrij 'greep niet zijn
kans' en was ook geen 'second best'. Hij liep een nek-aan-nek met Rutger
Kopland, en Poetry heeft hem, toen Kopland bedankte, eerst gevraagd of hij
ervoor voelde."
ZIT GRONINGEN TE WACHTEN OP EEN STADSDICHTER?
Eigenlijk vindt cultuurwethouder Wicher Pattje het aanstellen van een stadsdichter niet nodig. "Te weinig bekende dichters in Groningen", luidde zijn argument. En dat was natuurlijk een schop tegen het zere been van de lokale dichters. Een protestactie was het gevolg en Pattje bond in. een commissie van wijze lieden buigt zich nu over de nieuwe onbezoldigde functie van Groninger stadsdichter. Stadsforum vraagt zich af of Groningen wel op een stadsdichter zit te wachten.
De meest optredende dichter uit Groningen heet BART FM DROOG. Hij is groot voorstander van het aanstellen van een stadsdichter en daarvoor heeft hij twee redenen. "De eerste is een platte, namelijk dat een stadsdichter een geweldige landelijke publiciteit genereert, omdat stadsdichters in Nederland gewoonweg nog nergens bestaan. Dat zou de stad miljoenen guldens per jaar schelen, miljoenen die ze anders uitgeven aan promotiecampagnes. In de tweede plaats is het goed om op die manier de literatuur dichter bij de mensen te brengen. In Engeland hebben fabrieken, voetbalclubs en steden allemaal een huisdichter en de Engelsen vinden het prachtig."
KAREL TEN HAAF, dichter, filosoof en Trotskist, vindt het fenomeen stadsdichter
een "merkwaardig iets, maar ik zou het graag worden."
"Het moet iemand zijn die tegen dingen schopt en geen brave neuzelaar
is.Wat hij moet doen? Nou, ik denk net als de Dichter des Vaderlands gedichten
schrijven over belangrijke gebeurtenissen. Bijvoorbeeld over het bezoek
van Willem Alexander en Máxima aan de stad Groningen. Nee, daar weet
ik zo even niets op te verzinnen."
Uitgever ANTON SCHEEPSTRA van uitgeverij Passage heeft een aantal Groninger dichters in zijn fonds en denkt dat Groningen een stadsdichter juist heel goed kan gebruiken: "Groningen is een poëtische stad of beter: het zit midden in het proces om daartoe uit te groeien. Een stadsdichter zou dan een mooie kroon zijn. Het is de cultuurwethouder te verwijten dat hij niet op de hoogte is van het talent dat in Groningen rondloopt. Enkele dichters die ik uitgeef genieten wel degelijk landelijke bekendheid!"
Dichteres ALBERTINA SOEPBOER: "Dit is de voicemail van Albertina Soepboer."
Coördinator vande Groninger Schrijversschool RENSE SINKGRAVEN denkt dat het hoog tijd wordt om wethouder Wicher Pattje uit te nodigen voor de wekelijkse Word Slam-avonden: "Als Pattje zich zo beledigend uitlaat ten opzichte van de Groninger dichtersscene kun je er zeker van zijn dat hij niet weet wat er in Groningen allemaal gebeurt. Een stadsdichter is toch een geweldig idee? Het poëzieklimaat bloeit hier, waarom zou je dat niet voeden?"
De initiatiefnemer tot het plan een stadsdichter aan te stellen komt van het D66-raadslid én dichter THOMAS VAN DALEN: "Jazeker moet er één komen. Ik weet zeker dat na verloop van tijd de Stadjers het prachtig vinden. Het initiatief heeft het in zich om door een groot deel van de bevolking te worden gedragen. Er is volgens mij ook wel genoeg inspiratie uit de lokale geschiedenis te halen om een mooi gedicht te maken. En bovendien worden de dichters in de stad Groningen nog bekender, dat is toch mooi?"
KAREL TEN HAAF weer: "Ik heb het gedicht af. De titel is:
KONINKLIJK BEZOEK VINDT GEEN DOORGANG
denkend aan máxima
ziet kroonprins w.a.
met een broekrok aan kun je goed zwaaien
maar minder goed iets anders doen
leve de republiek
hoera, hoera, hoera
De zojuist aangestelde huisdichter van de Rijksuniversiteit GERTJAN LAAN ziet een stadsdichter wel zitten: "Volgens mij is het wel belangrijk om de bewoners van de stad bij de regionale poëzie te betrekken, en dat kan mooi met zo'n dichter. En zoiets kan niet afhangen van de status van zo'n dichter. Het ene jaar een gevestigde naam, het andere een jong talent, dat lijkt me wel een goede mix.".
Gevestigde dichter DRIEK VAN WISSEN: "Over deze kwestie heb ik gisteren terloops even nagedacht. Ik geloof dat de stad Groningen veel te beperkt is om daar enkele flitsende sonnetten over te schrijven. Dan ligt er weer een tegeltje scheef of gebeurt er weer wat anders onbenulligs. U mag mij schrappen van het lijstje kanshebbers, dank u wel."
MARIA VAN DAALEN, dichteres en liefhebster van puintuinen vindt het een
"goed idee", zo'n stadsdichter. "Je ziet het in landen als
Italië. Daar wordt bij politieke zaken ook dichters naar hun mening
gevraagd, omdat ze het morele geweten vertegenwoordigen van een samenleving."
Zelf hoeft ze het niet te worden, want het stadsdichterschap lijkt haar
voorwaar geen sinecure. "Kijk naar Gerrit Komrij, de Dichter des Vaderlands.
Die bakt er bij vlagen helemaal niks van. Maar ja, hij is een cynicus. En
op zo'n positie moet je iemand zijn die een stem geeft aan degenen die geen
stem hebben."
"Wie ik zou voordragen? Ik zou een vrouw willen. Albertina Soepboer."
ALBERTINA SOEPBOER weer gebeld. Maar daar weerklinkt nogmaals haar female voice op de voicemail. Niks stems der stemlozen; stempost. Dit is 2001
(Remco in 't Hoff, Nieuwsblad van het Noorden, 13-9-2001).
DEMONSTRANTEN KRIJGEN HUN ZIN: TOCH STADSDICHTER
Groningen - Of de commotie over de vermeende weerzin van wethouder Wicher Pattje een rol heeft gespeeld durft niemand te zeggen. Maar zowel D66-raadslid Thomas van Dalen als dichter Bart FM Droog is uitermate tevreden met de serieuze aanzet tot de instelling van een stadsdichter. Dat de dichter van de Martinistad niet door het volk zal worden gekozen, nemen ze op de koop toe.
Van Dalen denkt dat het 'krachtige signaal' van de Groninger dichtersscene zeker van invloed is geweest.uit de gelederen van Stichting Poëziemarathon Groningen ontstond vorige week een handtekeningenactie tegen Pattje, nadat was uitgelekt dat de wethouder niet van een stadsdichter geporteerd zou zijn. De waarschuwing van zijn voorlichter dat dit protest 'voorbarig' was, kon Bart FM Droog niet van zijn handtekeningactie weerhouden. "We hebben zestien handtekeningen verzameld. Je kunt zeggen dat het niet veel lijkt, maar de gemeente gaat nu toch met het idee van een stadsdichter aan de slag", constateert Droog.
B en W gaan over tot de instelling van een stadsdichter, maar wijzen een verkiezing af. De stad zou te weinig bekende dichters herbergen om zo'n verkiezing door het volk tot een succes te maken. Het college vraagt zich verder af of de uitverkoren poëten wel als officiële Groninger stadsdichter wensen op te treden. Dat zou allen maar tot frustraties leiden. Pattje stelt voor een deskundige jury een kandidaat te laten voordragen.
Dichters kunnen hun materiaal insturen en de kenners maken een keuze. De benoeming van de stadsdichter is geldig voor een periode van twee jaar. Het plan moet samen met de deskundigen nader worden uitgewerkt.
Thomas van Dalen, de indiener van het initiatief, is in zijn nopjes met deze uitkomst. "Heel dichtend en poëzieminnend Groningen kan dat eveneens zijn." Het D66-raadslid legt zich erbij neer dat de bevolking geen stem krijgt in de keuze.
"We krijgen nu de gelegenheid de bekendheid van dichters te vergroten.
Misschien zit een verkiezing er later wel in." Van Dalen vindt dat
er straks ook 'gewone Stadjers' in de jury moeten zitten.
(Alfred Meester, Groninger Dagblad, 14-9-2001)
GRONINGEN KRIJGT EERSTE STADSDICHTER VAN NEDERLAND
GRONINGEN - Groningen krijgt de eerste stadsdichter van Nederland. De stadsdichter
moet, naar Brits voorbeeld, bij belangrijke gebeurtenissen, een passend
gedicht schrijven. Hij wordt om de twee jaar gekozen door een deskundige
jury.
Initiatiefnemer en D66-gemeenteraadslid T. van Dalen is blij en trots op
deze primeur. "De stadsdichter moet de poëzie uit de elitaire
hoek halen.'' Van Dalen hoopt dat de stadsdichter later door alle Groningers
wordt gekozen en niet alleen door een kleine commissie.
Volgens de Groningse dichter Bart FM Droog is er genoeg talent in de stad
om jaren mee vooruit te kunnen. "Elke dichter wil deze functie wel
hebben," meent Droog. De eerste stadsdichter wordt op de nationale
poëziedag op 31 januari gekozen. Nederland heeft als een 'dichter des
vaderlands', Gerrit Komrij. (ANP)
NRC Handelsblad, Nederlands Dagblad en de regionale kranten, 15-9-2001
KRAKATAU - DE NIEUWE POËZIE
KRAKATAU (nrs. 7 en 8; Bas Jungeriusstraat 200c, 3081 VP Rotterdam, voorkrakatau@hotmail.com
is na jaren rust aan het front met Passionate en Tortuca nu al het derde
tijdschrift uit de wereldhavenstad, die geeneens een letterenfaculteit bezit,
doch dit jaar wel tot (gedeeld) culturele hoofdstad van Europa uitgeroepen
is. Na Amsterdam, Groningen en Utrecht doet ook Rotterdam dus weer mee,
van de grote steden blijft alleen Den Haag dus duidelijk achter. Het lijkt
vooral het blad van een nieuwe dichtersgeneratie; met proza heeft het niet
zoveel. Eddy van der Linden stelt dat de nieuwe poëzie structureel
ontzettend toegankelijk is. Hij heeft het over een soort gevoels- en/of
ervaringslyriek. "Erg vernieuwend is dit natuurlijk allemaal niet,
maar voor een jong publiek is deze vorm van poëzie wel uitermate aantrekkelijk",
meent hij in zijn redactionele inleiding bij nummer acht. Ik denk dat in
een tijd waarin de cryptische Ouwens nog de VSB-prijs kan krijgen, het geranonkel
van Hamelink nog geregeld bekroond wordt en de hermiet Gerrit Kouwenaar
nog steeds onze Nobelprijskandidaat is, dat wel degelijk vernieuwend en
vooral bevrijdend is. De nieuwe garde is gewikkeld in een richtingenstrijd
of generatieconflict, maar heeft blijkbaar al wel Bernlef en Komrij aan
haar zijde. Het is de strijd tussen surrealisme en symbolisme enerzijds
en (neo-)realisme anderzijds, tussen complexiteit als waarde op zichzelf
en directheid, tussen verlate navolgers van de Vijftigers en die van De
Stijl en/of de Nieuwe Stijl. Het lijkt vooral ook een strijd tussen Amsterdam,
waar weinig vernieuwends meer vandaan komt, en Groningen, Utrecht en nu
dus ook Rotterdam. Kortom tussen de ingeslapen grachtengordel en de rest
van het land. Het kan geen toeval zijn dat in Krakatau juist aandacht besteed
wordt aan K. Schippers en I.K. Bonset. "Recensenten waren blijkbaar
vooral getraind om geheimschriften te kunnen ontcijferen", merkt Van
der Linden op. Deze "deskundigen", die meenden als noodzakelijke
intermediairs te moeten optreden, zijn vooral bij podiumpoëzie overbodig,
voeg ik daaraan toe. Vandaar het verzet; de nieuwe poëzie spreekt voor
zich. Moderne jongeren als Tsead Bruinja en Peter Holvoet-Hanssen lijken
daarnaast ook erg woordrijk te zijn. Ik bedoel dit niet als een eufemisme
voor breedsprakig. Zij willen namelijk ook inhoudelijk wat zeggen en zien
de poëzie als instrument om een levensgevoel door te geven, en dus
niet slechts als vorm. Alleen Bart FM Droog is soms wat kariger met zijn
woorden en Daniël Dee staat ietwat apart. Gezien de gemiddelde leeftijden
lijkt de uitkomst van de strijd tussen de open en de gesloten poëzie
wel duidelijk: conservatieven als Pfeijffer c.s. voeren een achterhoedegevecht.
(Karel ter Voorde, Schoon Schip 2001/3, Vlaams-Nederlands Literair/Cultureel
Tijdschrift, september 2001).
TWEE DICHTERS UIT HET NOORDEN: DE DICHTERS UIT
EPIBREREN
Met de publicaties van de dichtbundels Deze dagen (Bart FM Droog,
in 1998) en TV 2000 (Tjitse Hofman, in 1999) kun je nu wel stellen
dat De Dichters uit Epibreren echt zijn doorgebroken hoewel ze al enige
jaren naamsbekendheid genieten. Niet alleen in de contreien rondom het Waddenzeegebied
maar ook daarbuiten, vanwege hun optredens op diverse festivals in Nederland,
België, Engeland, Duitsland en Portugal.
Hun voordrachten zijn nogal ongewoon, en niet zoals bij de meeste dichters
het geval is, die uit hun werk lezen met een boekje in hun hand. De Dichters
uit Epibreren lezen uit hun hoofd voor, op een theatrale en spectaculaire
wijze, waarbij het magisch-realisme (een overtrokken gevoelsbelevenis of
gevoelsuitbarsting m.b.t. de werkelijkheid) en absurdisme niet geschuwd
worden. Dit effect wordt nog eens versterkt doordat Jan Klug hun poëzie
begeleidt met diverse instrumenten en daaruit allerlei verrassende, vreemde
en rare geluiden te voorschijnt trekt, die het geheel een bijzonder a-realistische
en soms een wat dramatische uitstraling geeft.
Hun optreden in Vera, in Groningen, dat ik op 19 november 1999 bijwoonde
met een 200 koppen tellend publiek, bewees nog eens hoe dit trio een glansrijke
invulling weet te geven aan het produceren en declameren van hun Nederlandse
teksten. Het wordt dus tijd om naar de gedichten zelf te kijken. Hoe komen
de gedichten over, in een dichtbundel?
Opvallend aan de gedichten van Bart FM Droog is dat ze nogal absurdistisch
en vervreemdend zijn, met een humoristische en soms ironische ondertoon.
'Leg het oor aan deze grafgrond/waar verstomde stemmen/stenen woorden zuchten'
(uit: Passendaele); 'De jungle is dik en vet/bladerdek en ziekte/de rijstvelden
overvloedig/en de drank goedkoop' (uit: Ons Indië); 'Voor me de schedel
van grootvader/van koperen hersendak voorzien/met uitsparing voor sigaretten/hij
grijnst al veertig jaar' (uit: Stilleven). Maar toch vind je ook gevoelige
regels in zijn soms wat lichtelijk barok en robuust taalgebruik: 'Het arme
joch/vuil de mond/versleten/de kleren/bedelt om/lege fles' (uit: Noordstation
Boekarest, 1990) en dan het leuke en lieflijke gedicht, getiteld Lotte:
'En dan was er Lotte/we kusten en vreeën/aan de oever..'
In de bundel van Tjitse Hofman kom je veel maatschappij-kritische gedichten
tegen maar ook hele eenvoudige, gewone en gevoelige regels: 'Ik lig in bed/jij
zit/aan het voeteneind' (uit: Dat was dat); 'Hij heeft een ballon/en zwaait/met
zijn hand//Dáág knaapje//Dáág.' (uit: Kreukelzone).Typerend
lijkt mij toch de manier waarop hij tegen allerlei dingen en mensen aankijkt
en de manier waarop hij observeert: 'Ze zitten achter gevels/in mistige
vertrekken/ze zitten achter vensters/beslagen achter glas' (uit: Terraria);
'Dram de donderse/boel aan de kant/laat een hels/orgasme stromen/door kanalen'
(uit: Onkruid).
De Dichters uit Epibreren hebben in de moderne Nederlandse poëzie duidelijk
een eigen stem temidden van die van hun generatiegenoten, die niet voortborduren
op de traditie maar een eigen, persoonlijke invulling geven aan hun gevoelens,
ervaringen en zelfs frustraties en ongenoegens over deze tijd. Ze vullen
een leegte op en geven uitdrukking aan het tekort, onvermogen of de gebreken
die voelbaar zijn in alles wat het maatschappelijk leven aangaat. Het leven
van de dag, en nacht.
(Hannie Rouweler, Schoon Schip 2001/3, september 2001)
EVENEMENTEN
Den Haag - Straatpoëziefestival. Dak- en thuisloze dichters en
bekendere schrijvers dragen vandaag gedichten, verhalen en raps voor
op het derde Nationale Straatpoëziefestival in Den Haag. Met onder anderen
de Dichters uit Epibreren, Marjan Berk, Moustafa Stitou en enkele schrijversgroepen.
Korzo Theater, Prinestraat 42, donderdag 19.00 uur.
(Volkskrant, 4-10-2001)
GEKANKER
Dichters zijn vaak elkaars vrienden. Ik ken geen enkele kwaadaardige of jaloerse
dichter (behalve Bart FM Droog, maar dat is geen dichter). (...) Dichters
behandelen elkaar als lotgenoten en dat zijn ze ook. Vooral bij optredens
in de provincie. Het komt bijna nooit voor dat je als dichter gevraagd wordt
in je eentje een avondvullend programma te verzorgen, dus meestal ben je in
het gezelschap van een aantal andere dichters die er net zo weinig zin in
hebben als jij om op zaterdagavond in de Openbare Bibliotheek van Almelo te
zijn. Verdere verbroedering vindt plaats door
gezamenlijk gekanker op de organisatie. Dat gaat bijna altijd over het geringe
aantal consumptiebonnen. Maar soms heeft de organisatie het in haar hoofd
gehaald om de optredens van de dichters te omlijsten met drie keer een halfuur
cajun-muziek- "Als iemand jou zou vragen," zei Mustafa Stitou, "om
voor vijfhonderd guilden op zaterdagavond in Almelo anderhalf uur naar cajun-muziek
te luisteren, zou jij dat dan doen?"
(Ilja Leonard Pfeijffer, Trouw, 12-10-2001)
(..) Und plötzlich ist man im Eis. Dick eingemummelt in Mantel und
Stirnband, bepackt mit Disc-man, Ghettoblaster, Skiern und Zelt stapfen
Julie und August auf dem Weg zum Abgrund durch die norwegisch-bremische
Güterbahnhof-Schneelandschaft, äußerst atmosphärisch
eingehüllt in Bühnennebelschwaden, stimmungsvoll beleuchtet
und mit den wunderbar melancholischen Klängen des Musikers Jan H.
Klug unterlegt. Wow. Solche spannungsvollen, intensiven Momente gelingen
Regisseur Carsten Werner und seinen beiden Darstellern Denis Fischer und
Andrea Liebezeit zwar nicht immer, aber immer wieder. (...)
(Bodil Elstner, TAZ, 15-10-2001)
DICHTERS UIT EPIBREREN GEVEN ZICHZELF EEN PRIJS
De Dichters uit Epibreren weten hoe ze het aan moeten pakken voor de uitreiking
van de Rottend Staal Cultuur Award, gisteravond in café De Minnaar
in Groningen.
Groningen - De Rottend Staal Cultuur Award wordt sinds 1995 uitgereikt
aan personen die zich hebben ingezet voor de verspreiding van het Groninger
Cultuurgoed, binnen en buiten de grenzen van ons land. Eddy Huizing, alias
zanger Speedy van Jammah Tammah won hem de eerste keer, en twee jaar geleden
was het zanger Henk Scholte van Törf.
Ditmaal was er met recht sprake van een longlist: maar liefst negentig genomineerden.
Allen dichters die in het verleden nieuw werk bijdroegen aan de poëzie-site
van Rottend Staal. Daarnaast nog een paar oude bekenden, onder wie Marnix
van St. Aldegonde, vermeend schrijver van hewt Wilhelmus en de grote afwezige
van de avond.
Bart FM Droog klimt om negen uur op een barkruk en speecht namens de jury,
waarin ook Jan Klug en Tjitse Hofman. Dan is er het grote moment. "Na
diepgaand beraad heeft de jury besloten de Rottend Staal Cultuur Award uit
te reiken aan: De Dichters uit Epibreren: Jan Klug, Tjitse Hofman en Bart
FM Droog, vanwege hun nu al zeveneneenhalfjarige carrière, die hen
voerde van de toppen van de Kaukusus tot ijzige vlakten in Schotland, en van
Kroatië tot Noordpolderzijl. Waarbij ze steevast het lokale publiek kennis
lieten maken met het smeuïge melange van het Groninger Cultuurgoed."
Het kleine publiek van ingewijden - ofwel: genomineerden - lacht. Er worden
zelfs handen geschud. Maar we zijn bij de neus genomen.
Droog, even later: "Het hele prijzencircus is verziekt. Mensen zitten
in jury's en delen elkaar prijzen uit. Vic van der Reijt van Nijgh & Van
Ditmar stelde laatst nog een prijs in en gaf hem aan zijn eigen auteur Theodor
Holman. Zo zit het echt in elkaar de laatste tijd. We geven deze prijs aan
onszelf om dit [prijzencircus] bespottelijk te maken"
(Reinier
Spreen, Nieuwsblad van het Noorden, 16-10-2001)
DE KICK VAN DE DICHTER
Weinigen zullen weten dat Groningen inmiddels ook een literaire prijs rijk
is. Het is de Rottend Staal Cultuur Award, ingesteld in 1995 en jaarlijks
toegekend aan 'hem of haar die zich opvallend heeft ingezet voor de verspreiding
en verbreding van de cultuur, toegespitst op het poëtische', staat in
het reglement. Maandagavond viel de eer te beurt aan de dichters van Epibreren:
het trio Bart FM droog, Tjitse Hofman en Jan Klug.
Het gebeurde allemaal in café De Minnaar, een populair etablissement
in het literaire wereldje van de stad. Een merendeels jeugdig publiek (dichters,
werd mij uitgelegd) was er samengestroomd. Opgeschoten jongeren, wars van
glitter en glamour, die hangend over een pilsje in spanning afwachtten wat
komen ging.
De voorzitter van de jury meldde, dat voor de prijs van dit jaar vijftig [was
negentig] dichters waren genomineerd en dat onder hen de keuze was gevallen
op de Dichters uit Epibreren. Er was wat gemor onder de aanwezigen over het
feit, dat de jury was samengesteld uit juist deze Dichters. Maar al spoedig
ging men over tot de orde van de dag. Dat was de viering van het twintigjarig
jubileum van Bart FM Droog, waarvan de jubilaris zelf het startsein gaf met
een: "de eerste ronde is voor mijn rekening!"
We moesten het allemaal luchtig opnemen, stelde de dichter ons gerust, de
prijstoekenning was een parodie op de verworden praktijk van literatuurprijzen
in Nederland. Maar het jubileum was echt en vervulde hem met de nodige trots,
gaf Bart FM Droog te kennen. Wat jij in die twintig jaar heeft bereikt? "Ik
heb heel veel ervaring opgedaan, ik kan elk publiek stil krijgen. Duizend
mensen stil krijgen met één of twee gedichten, dat is de grootste
kick die er is."
Bart FM Droog weet waarover hij spreekt.Als beginnend podiumdichter stond
hij in het voorprogramma van punkbands, voor een publiek van allesbehalve
poëzieliefhebbers. Maar ook voor gevangenen trad hij op. "Alleen
kinderen", zegt hij bedachtzaam, "die zijn moeilijk, dat is het
moeilijkste publiek." Het is mijn eerste ontmoeting met de bejubelde
Groninger dichter en ik merk op, dat het eerbetoon Bart FM Droog nog niet
naar het hoofd is gestegen. Trekkend aan een jointje, een glaasje wijn onder
handbereik, wil hij best het een en ander uit de doeken doen over zijn dichtersbestaan.
Zijn buitenlandse reizen, zijn podiumoptredens, ze hebben hem veel gebracht,
stelt hij innig tevreden vast.
"Ik heb op de steiger gewerkt en in vele fabrieken, nu kan ik rondkomen
van mijn poëzie. Ik ben niet eens afhankelijk van beursen of subsidies."
Er zijn nogal wat dichters met meer aanzien in de bekrompen Nederlandse literaire
wereld, die dat niet kunnen zeggen, weet hij. In ons land krijgt zijn werk
zelden een serieuze beoordeling van de recensenten. Dit in tegenstelling tot
hun buitenlandse collega's, die, aldus Bart FM Droog, veel minder moeite hebben
met de onconventionele presenatie van zijn gedichten. Maar naar eeuwige roem
taalt hij niet. De toekomst ziet hij al voor zich: doorgaan tot hij erbij
neervalt. En over twintig jaar: "Jongen, dan ben ik dood!"
(Bert Hidding, Groninger Gezinsbode, 17-10-2001)
De laatste tijd vragen zoveel mensen me waarom ik nou nóg niet
in Amsterdam woon, dat ik soms bang ben dat ze me kwijt willen. Ik moet
ze teleurstellen: er is geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om mijn
geboortestad te verlaten. Daar zijn allerlei praktische redenen voor,
maar ook een aantal artistieke. Dit is een prachtige tijd om dichter in
Utrecht te zijn: zo'n beetje alle literatoren hier zijn goede collega's
en zo gaan ze ook met elkaar om. In Amsterdam schijnen de verhoudingen
tussen auteurs tamelijk binair te zijn: volgens mijn Mokumse contacten
kunnen schrijvers elkaars bloed wel drinken óf ze lebberen champagne
uit de pumps van hun wederzijdse minnaressen. Beide opties zijn mij te
weinig hygiënisch. Afreizen naar Leiden, een kleinere versie van
Utrecht, is echter ook niet zonder gevaren, want daar loop je gerede kans
om mijn collega Ilja Pfeijffer tegen het lijf te lopen. Op zichzelf is
dat alleen maar leuk, want Pfeijffer is een
beminnelijk mens. Ik heb hem de afgelopen maanden een paar keer overgehaald
om te komen spreken in Utrecht en elke keer was ik blij dat hij er was.
Sinds kort ventileert hij zijn literaire opinie in een column in Trouw,
en misschien had hij dat beter niet kunnen doen. Op 12 oktober jongstleden
legde hij het verschil tussen schrijvers en dichters als volgt uit: 'De
meeste schrijvers kunnen elkaar wel schoppen. Zij klitten bijeen in dezelfde
cafés, meestal in Café De Zwart op het Spui in Amsterdam,
om kwaad over elkaar te spreken. Hun ogen staan scheef van de afgunst
en jaloezie. (.)
Dichters zijn vaak elkaars vrienden. Ik ken geen enkele kwaadaardige of
jaloerse dichter (behalve Bart FM Droog, maar dat is geen dichter).'
Wellicht is de roem Pfeijffer naar het hoofd gestegen, maar ik vrees zowel
de gemiddelde Trouw-lezer als de stamgast van De Zwart zich zal afvragen
wie híj eigenlijk is. Wie dat niet doet, zal in ieder geval razend
benieuwd zijn wie Bart FM Droog wel mag zijn, waarom hij kwaadaardig of
jaloers is, waarom hij wel of geen dichter is en wat dat er eigenlijk
toe doet. Persoonlijk denk ik dat de meeste lezers van mijn columns niet
weten wie ik ben en wat ik zoal uitvoer. Voor een goed begrip van mijn
stukjes moet dat ook niet nodig zijn. Ilja Pfeijffer kletst na deze wonderlijke
steek onder water echter vrolijk verder over verkoopcijfers en andere
zaken, alsof hij een gesprek over het hoofd van een dreinende kleuter
voortzet. Hier is blijkbaar een rekening vereffend, maar welke? Misschien
moet ik hier, voor wie nog niet van verveling in slaap is gevallen, maar
even uitleggen hoe het allemaal zit. Ilja Pfeijffer is behalve een tamelijk
hermetisch dichter ook literair essayist. Hij staat bekend om knap geformuleerde,
maar vrij smalende opinies over de poëzie van jonge, vaak toegankelijk
schrijvende dichters die het ook goed doen op een podium. De meeste aangesproken
dichters nemen hem dat niet in dank af, zeker niet omdat Pfeijffer zijn
mening net zo vrolijk negentig tot honderdtachtig graden draait als dat
even beter uitkomt. Niet iedereen is even geamuseerd door zulk kameleontisch
gedrag. De Groningse dichter Bart FM Droog - een belangrijk dichter, performer
en organisator, die dagelijks bergen verzet om de poëzie van honderden
dichters onder de aandacht te brengen - heeft zelfs een soort anti-Pfeijffer-pagina
op Internet opgericht. Ilja is daar blijkbaar zo door geraakt, dat hij
voor het gemak maar even in de krant bepaalt wie er wel dichter is en
wie niet. Alsof het beslechten van persoonlijke ruzietjes voor een beginnende
columnist niet de meest armetierige manier om de kolommen vol te krijgen,
alsof een dichter enig recht heeft om een collega voor niet-dichter uit
te maken, alsof iemand dit iets zou moeten interesseren terwijl de wereld
om ons heen in brand staat.
Nou, daarom verhuis ik dus niet naar Amsterdam en ook niet naar Groningen
en al helemáál niet naar Leiden.
(Ingmar Heytze, Utrechts
Nieuwsblad, 18-10-2001)
Hoe is je poëtische experiment begonnen? Wat is de belangrijkste
gedachte erachter, en vanuit welke visie is deze voortgekomen?
Ik betwijfel of ik vaste gedachten over mijn werk heb. Het belangrijkste
is: creëren en maar zien wat het oplevert.
Zonder twijfel leven we in een wereld waarin de chaos in al haar facetten
overheerst; de chaos op het economische vlak, op het politieke vlak, op
het maatschappelijke en theoretische vlak. Mijn vraag is deze: heb jij
geprobeerd om in deze chaos die nu heerst ordening aan te brengen door
middel van je schrijven?
Als ik mijn laatste twee bundels doorblader zie ik dat ik enige ordening
in de chaos van mijn eigen bestaan en wat daaraan vooraf ging aanbreng
door juist de elementen eruit te lichten die ik als belangrijk ervaar
- zonder daarbij een statement te willen maken.
Velen van ons weten dat de poëzie (van alle verschillende literaire
genres) de nauwste relatie heeft met wat de verschillende volkeren hebben
verricht, zowel op het vlak van de beschaving als op het theoretische
vlak. Vind je niet dat onze samenlevingen van vandaag gescheiden leven
van deze grote prestaties? En wat zijn volgens jou de omstandigheden die
hiertoe geleid hebben?
Nee, ik zie althans binnen de Nederlandse optie, grote raakvlakken
met wat het Nederlandse 'volk' in het verleden heeft verricht of heeft
bezig gehouden. Met name de strijd tegen het water en de daaraan gepaard
gaande fijken en polders komen in veel gedichten terug. Enige waardevolle
theorieën heeft men in dit land nooit ontwikkeld, wellicht vanwege
de pragmatische kruideniersgeest die hier al zeker 500 jaar heerst.
Op welk punt is het Nederlandse gedicht aangekomen? Beschouw je het
experiment van de Nederlandse dichter Gorter als een experiment van een
voorloper, in het bouwen van de techniek van de expressieve taal? Heeft
het Nederlandse gedicht een poëtische samensmelting gerealiseerd
met de wereldliteratuur?
Ik heb geen idee waar het Nederlandse gedicht is aangekomen. Herman
Gorter zie ik alleen als een van de duizenden dichters die me voorgingen
en aan zijn werk hecht ik geen bijzondere waarde. Het experiment van de
expressieve taal beleefde zijn hoogtepunt in het werk van de Vlaamse dichter
Paul van Ostaijen (1896-1928). Hij deed dat zo goed dat alle verdere pogingen
in deze richtingen zwakke aftreksels blijven.
In hoeverre het 'Nederlandse gedicht' een samensmelting heeft weten te
realiseren met de wereldliteratuur is een vraag waar ik geen antwoord
op kan geven: ik weet het niet. Wel dat veel gedichten in vertaling verschijnen.
Maar in hoeverre vertaalde bundels in het buitenland verkopen blijft de
vraag.
Er zijn diverse factoren die je helpen bij het scheppen van een poëtisch
klimaat zoals de taal en haar voortdurende ontwikkeling, het openstaan
voor experimenten van anderen, de nieuwe generaties die in een nieuwe
geest schrijven. Is de kritiek ook zo'n factor die deelneemt aan het vervolmaken
van de hele 'scene'? Is er een evenwicht tussen de kritiek en de poëtische
productie?
Het peil van de poëziekritiek in dit land is doorgaans zo laag
dat ik de gemiddelde poëziekritiek niet serieus kan nemen, enkele
gunstige uitzonderingen daargelaten.
De gemiddelde poëzierecensent is corrupt, vooringenomen, lui en vooral
gehinderd door een totale desinteresse in wat buiten zijn/haar eigen straatje
valt.
Waar sta je op dit moment, na de prestatie van je twee verzamelingen
gedichten? Voel je je doordrongen in de geest van de poëzie? Heb
je gepresteerd wat er in je omging? Heb je verwezen naar nieuwe werelden
waar de Nederlandse poëzie nog niet eerder voet aan wal gezet heeft?
Ik voel me, ook na de laatste bundel, alsof ik in mijn commandobunker
te Epibreren sta, bezig nieuwe offensieven te plannen en tegelijkertijd
de verdediging van het tot dusverre bereikte te leiden.
Ik geloof niet dat ik doordrongen ben van de geest van de poëzie
- weet niet wat dat is - en of ik verwezen heb naar nieuwe werelden? Enerzijds
wel: sommige gedichten zijn geinspireerd op reizen naar streken als de
Kaukasus, de Balkan en de Russische velden, waar weinig andere Nederlandse
dichters eerder bivakkeerden. En sommige gedichten spelen zich af opde
oppervlakten van planeten die nog te ontdekken zijn. Maar of ik daarmee
echt vernieuwend bezig ben betwijfel ik.
Ben je beïnvloed door een dichter als basis vanwaar uit je bent
begonnen?
Van de dichters die me beinvloed hebben noem ik tien: Jules Deelder,
M. Vasalis, Bart Chabot, Jan Campert, Diana Ozon, Bertholt Brecht, Shane
MacGowan, Tjitse Hofman, Menno Wigman, Gust Gils. Vanwege uiterst diverse
redenen.
Als we ons even verwijderen van de poëzie - is Bart een kind dat
droomt van de geest der dingen?
Bart FM Droog is een grote kleuter die droomt van waterijsjes en een zorgeloos
bestaan.
Wat betekent de dood voor jou? Ben je daar bijvoorbeeld bang voor?
Verlang je naar de wereld van de dood, in zoverre als het een onbekende
wereld is? Heb je daar wel eens over geschreven?
De dood, de dood. Lijkt me heerlijk: 'ogen dicht en nooit meer denken'.
Eindelijk rust. Als ik geen rooms-katholiek zou zijn had ik me al lang
geleden uit dit aardse bestaan teruggetrokken voort een eeuwig verblijf
in dat grote niets.
Het 'ogen dicht en nooit meer denken' komt uit een vroeg gedicht van mijn
hand.
Wanneer voel je je wanhopig? Hoe bevrijd je jezelf daarvan?
Ik bevrijd me uit de ellende door me elke avond te verdoven met een liter
rode wijn, een halve gram hash en - indien de ellende echt te groot wordt
- de nodige pijnstillers. De wanhoop ervaar ik dagelijks, zeker bij het
verwerken van mijn post. Mensen zijn toch zo onnozel, dom en vooral hardleers,
ik word er niet vrolijk van.
Bart, heb je wel gelezen over de Arabische literatuur? Hoe is je voorstelling
daarvan?
Ken helaas te weinig van de Arabische literatuur om me er een echt goede
voorstelling van te maken. Zover ik me herinneren kan heb ik maar een,
naar het Engels vertaald Arabisch boek gelezen. Het was het relaas van
een Arabisch diplomaat die ontvoerd werd door de Vikingen en als gevangene
naar het barbaarse Scandinavië gevoerd werd, een goede duizend jaar
geleden. Verder heb ik wat fragmenten gelwezen uit Arabische historische
werken uit de tijd van de kruistochten. echt up-to-date ben ik dus niet
op dit gebied.
Wel lijkt het me fantastisch om een Arabisch schrijver te zijn, waar je
met een taal een gebied van vele duizenden kilometers lengte en breedte
bestrijkt. Alleen weer zo jammer dat de vrijheid van meningsuiting in
de meeste Arabische landen ver te zoeken is.
De culturele erfenis daarentegen die elk Arabisch schrijver met zich meedraagt
is uniek: te vaak wordt hier in het westen vergeten dat onze culturele
roots niet in Amerika liggen, maar via de Egyptische, Griekse, Romeinse
en Arabische wereld aan ons zijn doorgegeven uit Mesopotamië.
Tenslotte: ik hoop dat ik geslaagd ben in wat ik je aan vragen heb
voorgelegd.
Mowaffk Al-Sawad, Al-Beet Al-Iraakie #20, oktober 2001 (tweemaandelijks
tijdschrift voor de Irakese gemeenschap, gepubliceerd door de 'Landelijke
Vereniging Het Irakese Huis'
(...) E, finalmente, mais um grupo holandês: os Poets from Epibreren,
que já participaram na primeira edição do FalaDura.
desta vez viajarão apenas os dois poetas do grupo - Bart FM Droog
e Tjitse Hofman -, mais o terceiro elemento, Jan Klug, estará presente
através de um video e de uma banda sonora. O termo "epibreren",
que o nome do grupo transformou em topónimo, foi inventado pelo
escritor Simon Carmiggelt, em cuja obra é um equivalente da expressão
"não fazer nada".
(Luis Miguel Queirós, O Comércio do Porto, 1-11-2001)
A partir de hoje e até domingo decorre em vários espaços
do Porto a segunda edição do Festival de Palavras Ditas.
O evento leva à invicta nomes como Lydia Lunch, António
Fontinha e Josemari Carrere. Poderá ainda rever "Poets from
Epibreren" ou descrobrir "Poets Don't Dance", de Serge
Duijnhoven. Do programa musical destaque para Anadeus e COPO.
(24 Horas, 1-11-2001)
Wie bij straatpoëzie denkt alleen gedichten te lezen over verslavingen, het leven op straat en misères van andere aard, vergist zich behoorlijk. Poëzie van dak- en thuislozengaat over allerhande gebeurtenissen uit het leven en heeft diepgang. Dat bewezen de ruim dertig dak- en thuislozen op 4 oktober tijdens het jaarlijkse Nationaal Straatpoëziefestival in Den Haag.
(...) Het festival begon al vroeg in de middag. In de kleedkamers van het theater kregen de 'straatdichters', in besloten krinf, een workshop van gevestigde dichter/performers uit het land. In groepen van zeven man en een enkele vrouw werd nog wat geschaafd en geschrapt. De een had wel twee multomappen vol met gedichten en de ander weer een verfomfaaid notitieblokje. Ervaringen werden uitgewisseld en nieuwe inspiraties voor een gedicht ontsproten uit de hoofden en kwamen op papier.
De 29-jarige thuisloze Lesley uit Utrecht liet weten dat hij toch wel erg zenuwachtig is. "Vorig jaar was ik ook erg nerveus, ik kan me niets meer herinneren van het moment dat ik op het podium stond." De anderen in de groep vulden hem aan. Ook voor hun is optreden namelijk geen alledaagse bezigheid. de Rotterdamse straatdichter Leo probeerde zijn collega-dichters moed in te spreken: "Het publiek komt toch voor ons, dus waar zouden we ons druk over maken."
Workshopleider Bart FM Droog, een professioneel dichter, greep in en gaf de thuis- en daklozen wat tips. "Vaak helpt het publiek mee aan een gedicht. Je moet je toehoorders er ook bij betrekken. Gebruikje handen, kijk de mensen aan, articuleer en let op je gezichtsuitdrukkingen. Oefen desnoods hardop alsof je al publiek hebt." Leo: "Ja, dag, ik zie de mensen al denken, hebbie weer zo'n gek die in z'n eige praat."
Het Nationaal Straatpoëziefestival is dit jaar voor de vierde
maal georganiseerd door initiatiefnemer Het Projectenbureau, in samenwerking
met Haags Straatnieuws en het GKS Den Haag. De opzet van het evenement
is dat andere mensen buiten het dak- en thuislozencircuit kennis kunnen
maken met de verscheidenheid aan dichters uit deze randgroep.(...)
(Sabina Toetenel, Straatnieuws [Utrecht], November 2001)
ERA UMA VEZ
Faladura terminou domingo com Josemari Carrere e Poets from Epibreren
(...) Completamente diferente, embora com muito humor, foi a performance
dos poets from Epibreren. este duo holandès mistura o som,
a imagem e a teatralizaçáo à suas poesias. Um
festival que começou pouco feliz acabou, por isso, em grande
forma. (...)
(Luísa Marinho, O Comércio do Porto, 6-11-2001)
In het Kunstencentrum aan de Oliemulderstraat vindt iedere maand een
'Word Slam' plaats, met optredens van diverse dichters en rappers. De
bedoeling van zo'n avond is dat het publiek kan bepalen welke deelnemer
als beste uit de bus rolt. Aanvang 20.30 uur. De presentatie is ook deze
keer in handen van de Groninger dichter Bart Droog.
(Groninger Dagblad, 6-11-2001, met foto van Droog en Groninger luchten)
In december 2000 vonden in de studio van Frans Hagenaars te Weesp de
eerste opnames plaats van 'Leave Stumper', de vierde langspeler van Meindert
Talma & The Negroes. 18 Oktober jongstleden ging ik met drie DAT-bandjes
naar Brussel, voor de mastering. Dat heeft dus nogal even geduurd. Maar
het resultaat mag er dan ook zijn. Met mijn nieuwe synthesizer kon ik
voor het eerst alle partijen bedenken en opslaan die ik in mijn hoofd
had bij een liedje.
En Negroes Janke, Janpier, en Nyk (inmiddels ex-Negroe) spelen beter dan
ooit. Op een harder nummer als 'Waarm Bad' kan ik nu zelfs meespringen
in mijn woonkamer! Het is ook een plaat waar veel gastmuzikanten aan meegedaan
hebben. Een enorme verrijking van de muziek. Joke Corporaal speelt viool
in 'Brânmerk'. Tigran Mansour is in maar liefst zes nummers met
zijn mooie heldere trompetgeluid aanwezig. André Dodde blies vanwege
grote tijdsdruk om acht uur 's ochtends bij Jan Klug een prachtige mondharppartij
in op 'Rock&rollsexmuziek' En dezelfde Jan Klug excelleert in vijf
nummers op de fluit, saxofoon en pathafoon en is bovendien een hele mooie
Duitse voetbalstem in 'Rummenige'. Een nieuw aspect op deze plaat. Het
gesproken woord. Alicia Ziff, die in de auto van de Brandsjes zo vaak
haar tekst had geoefend, dat ze in 1 take en formidabel getimed op 'Rummenige'
een hete vrouwenstem infleemde en fluisterde. Andries Nieuwenhuis, de
bekende Surhuisterveense fiets- en schaatsspeaker, die zich zo inleefde
bij 'De Renner', dat hij zo uit zijn blote hoofd een verhaal van zes minuten
afstak, waarvan we helaas maar een klein gedeelte konden gebruiken. (...)
Over mijn teksten ga ik het niet hebben, alleen dat er zeven Nederlandse,
vier Friese en één Groningstalig instrumentaal nummer(s)
op de cd staan. En dat er in twee teksten de Veraclub wordt genoemd (daar
ben ik de afgelopen jaren toch wel vaak geweest besef ik), zodat het niet
meer dan normaal is dat we de cd in Vera gaan presenteren. Dat hebben
we bij de drie vorige cd-presentaties tenslotte ook al gedaan. We gaan
alle nummers van 'Leave Stumper' spelen. Met onze nieuwe geweldige drummer
Ben Onderstijn, en met enkele gastmuzikanten/sprekers die ook aan de plaat
hebben meegewerkt. (...)
(Meindert Talma,
Vera Krant #20,
7-11-2001)
TAALTHEATERNACHT IN EMMEN VOL WEEMOED EN VERLANGEN
Weemoed en verlangen. Dat is het thema van de TaalTheaterNacht die zaterdag
plaatsvindt in theater De Muzeval te Emmen. Schrijvers en dichters proberen
met hun verhalen, gedichten en liederen deze gevoelens bij de bezoekers
op te roepen. Lévi Weemoedt zal tijdens de opening zijn naam eer
aan doen, en zo de nacht op toepasselijke wijze openen. Maar ook Jean
Pierre Rawie, Willem Jan Otten, Marga Kool, Jan Boerstoel, Cherry Duyns,
Hagar Peeters en Jean-Paul Franssens laten hun melancholieke gevoelens
de vrije loop.
De avond wordt gepresenteerd door twee Dichters uit Epibreren: Bart FM
Droog en Tjitse Hofman. Zij praten de melancholieke avond aan elkaar.
Weemoed en verlangen mag dan het algemene thema zijn, de uitgenodigde
dichters en schrijvers gaan wel op geheel ewigen wijze met dit onderwerp
om.
(Groninger Dagblad, 8-11-2001; een dag eerder stond identiek stukje in
de Drentse Courant)
[uit een interview met Andy Fierens, writer in residence bij het Literatuurfestival de Wintertuin 2001]
(...) "In het begin dacht ik echt dat ik het verkeerd deed hoor. Ik was zo energiek op het podium. Terwijl de rest altijd achter zo'n katheder kroop en zijn gedichten prevelde. En dan heb ik het ook over zogenaamde 'grote namen', zenuwpezen die flink wat subsidie opstrijken om achter een microfoon te staan bibberen. Wauwelaars noem ik ze. Een belediging voor het publiek en voor het vak. Maar goed, ik dacht wél dat het zo hoorde. Terwijl er natuurlijk geen vaste regels zijn. Ge moet een eigen stijl ontwikkelen. Voor mij spelen intensiteit en communicatie met het publiek daarbij een belangrijke rol. Bij andere dichters zag ik dat niet zo vaak.""
Totdat Fierens ging kijken bij de Groningse Dichters uit Epibreren. "Ik
had nog nooit van ze gehoord. Ze traden op in De Kaaijman in Antwerpen.
En daar gebeuren meestal leuke dingen. Er kan met gemak vijfhonderd man
in die zaal.
En er waren, de pianist en de barman niet meegerekend, precies zes mensen
aanwezig. Maar ik heb genoten, die mannen speelden met zoveel overtuiging.
Dát vind ik je publiek serieus nemen. Onder alle omstandighedem
het bestevan jezelf geven."
"Door het optreden van Epibreren voelde ik me opgelucht. Qua uitgangspunten
was het heel herkenbaar. Dat zag ik kort daarna ook bij mensen als Eva
Cox en Didi de Paris. Het is verfrissend om hen op een podium in actie
te zien.
Puike voordrachten geven ze. Weet ge, er wordt veel te veel gewauweld
tegenwoordig. Er zijn ook te veel dichters die altijd over dezelfde onderwerpen
melken: liefde, verdriet, dat soort dingen. Terwijl het leven toch veel
breder is dan dat." Fierens schrijft onder andere over roddels en
kannibalisme. Hij schreef bijvoorbeeld:
ik ben een vreselijk man
heb levens verwoest, pacten
gekraakt, gewurgd, versmacht
gelijk een wrange pees die
zich laaft tot ze wordt geknipt
doen mijn leugens ezels balken
ik dien gestraft, raak me aan
waar het schuurt, takel haken
door mijn vel tot het oog
menknijpt en spuwt,
verscheur mij
ik zal mij leren!
In september organiseerde hij de eerste Belgische Poetry Slam, een wedstrijd voor dichters. Fierens: "Zoiets als een poetry slam hadden we in België helemaal niet. Maar de zaal zat de eerste keer stampvol. Studio Brussel was aanwezig en Radio 1 wijdde er een item aan, dit was wat nieuws. Ik heb gehoord dat ze in Brussel en Brugge ook slams aan het organiseren zijn. Dat vind ik goed, ik hoop dat er nog meer zullen komen en dat er een scene ontstaat die een paar interessante dichters zal voortbrengen."
Sinds 1999 werkt Fierens samen met contrabassist Nicolas Rombouts. "Ik vind wel dat dat wat toevoegt aan een performance. Maar we werken altijd vanuit de tekst. En als je daar geen goede muziek bij kunt vinden, dan maar niet."
Rombouts werkt ook samen met Fierens in de Wintertuin waar Fierens Writer
in residence is. "Ja, dat is nogal een groot woord he? Het komt erop
neer dat ik iedere dag iets doe, een reportage of een perfomance, interviews.
En ik sta op de Johnny van Doornavond in de schouwburg van Arnhem. Dit
is het derde jaar dat ik meedoe aan de Wintertuin. Kennelijk beval ik
wel."
(Rieke Veurink, De Gelderlander, 9-11-2001)
Tjitse Hofman gaat een gedicht schrijven voor de koppermaandagprent van
de Koninklijke Grafische Bedrijven Groningen, die op 7 januari 2002 gepresenteerd
wordt. Op de editie 20032 van de jaarlijkse drukkersfeestdag is - voor
wie dat wil - ook het koppermaandaggedicht van Bart FM Droog te lezen
en wel in Meulenhoffs Poëziekalender 2002 van Hans Warren.
Daniël Dee presenteert op het literatuurfestival De Wintertuin (Utrecht
[= Arnhem/Nijmegen], 16 tot en met 25 november) de bloemlezing Vanuit
de lucht, met werk van dichters vanaf 1971 en later. De bundel bevat
ondermeer geschriften van Tjitse Hofman, Hagar Peeters, Alfred Schaffer,
Kasper Peters en Willem Groenewegen. Het boek vol verzen verschijnt 18
november bij Uitgeverij Passage. Het Fonds voor de Letteren kende Bart
FM Droog een aanvullend honorarium van 5600 gulden toe voor zijn bundel
Benzine (Passage, Groningen, 2000).
(Groninger Gezinsbode, 9-11-2001)
DICHTTIMMEREN AAN DE WEG
Sorry Amsterdam, het gebeurt elders
In de jongste editie van het Rotterdams literaire tijdschrift 'Passionate' staat een aardig staaltje van voltooid verleden tijd. met betrekking tot de jongste poëziegeschiedenis. De dichteres Ilse Starkenburg spreekt over 1987, een jaar dat Amsterdam nog over een spraakmakend literair klimaat scheen te beschikken: '[Ik ben] vanaf dat moment gaan toewerken naar een eerste dichtbundel. Daarvoor moest ik af en toe naar Amsterdam, en ik kwam er al snel achter dat 'het' toen daar gebeurde. Dat is een van de redenen waarom ik uit Groningen vertrokken ben.' Ik heb helaas niet kunnen teruglezen wat ze daar dan had aangetroffen. Wat 'het' was.
Had ze nog een aantal jaren gewacht, dan had ze het poëtisch reveil
van Groningen meegemaakt; of was dan tenminste naar Utrecht verhuisd - zowel
in Groningen als in Utrecht werden vanaf het begin van de jaren negentig de
eerste tekenen hoorbaar van een generatie dichters die het podium actief opzocht
en ook vond. In Groningen formeerde zij zich tot het dichterscollectief TRIADE,
met een mix van theaterpoëzie en gymnastische aspecten, en De Dichters
uit Epibreren, die op welluidende wijze voordracht met muziek combineerden,
Utrecht werd de uitvalsbasis van de Garagedichters, die vol bravoure
voordroegen. Zij hadden gemeen dat zij niet schroomden op te treden op merkwaardige
plaatsen en voor merkwaardige gezelschappen, en waren te vinden in lege en
volle kerken, dito garages, gevangenissen en jeugdhonken.
Vanaf de tweede helft van de jaren negentig maakten uit deze gelederen ikzelf,
Bart FM Droog, Tjitse Hofman en Ingmar Heytze hun debuut. Daarnaast zorgden
Droog in Groningen en Heytze in Utrecht voor podia waar ook diverse bekende
en aanstormende dichters van buiten de twee steden regelmatig konden optreden:
het Poëziecircus op wisselende locaties in Utrecht en Nachtspraak
in muziekcafé
Koekkoek [1995-2000] te Groningen. Het waren beide programma's die het
simpelweg voorlezen in hoge en geslaagde mate ontstegen. Er ontstond een gevoel
van: 'verrek zo kan het ook' bij de dichters en publiek.
Amsterdam mocht nog één keer meedoen: in een tijd dat ook de
Nederlandse pers langzaamaan begon te ontdekken dat er iets borrelde in Groningen
en Utrecht, vond daar in 1997 het festival Double Talk, rap & poetry
plaats. Een zogeheten cross-over festival, waarbij dichters naast rappers,
en met hetzelfde gemak en succes, hun teksten door de microfoon de zaal in
lieten stromen. Dat is een zeer belangrijke gebeurtenis geweest voor de beeldvorming
van poëzie in de pers en bij het grote publiek. De lifestyle-journalisten
ontdekten de hippe kant van poëzie: jonge dichters die met succes optraden
voor jonge mensen. Het gonsde nu niet alleen meer in een aantal steden in
de provincie, maar ook in kranten en glossy tijdschriften. Het is dan ook
niet verwonderlijk dat er vanaf die tijd [nee, nee]
dichters werden geprogrammeerd op festivals als Lowlands (Biddinghuizen)
en Virus (Eindhoven) - ver, ver buiten de hoofdstad. Het podiumbewustzijn
van veel dichters nam hierdoor toe, tot professioneel niveau. Daarnaast werkten
zij gestaag door aan hun oeuvres.
De laatste jaren verschijnen er, naast de consolidatie van Groningen en Utrecht
- met programma's als Poëziemarathon,
Beeldspraak, en nog
steeds het Poëziecircus-, een aantal nieuwe steden aan het firmament:
Rotterdam met Crimejazz en het Geen
daden maar woorden festival, en de - in dezen - twee-eenheid Arnhem/Nijmegen
met het festival Wintertuin,
dit jaar van 16 tot en met 25 november. De twee festivals kenmerken zich door
een ruime programmering van poëzie en getuigen van een groot podiumbewustzijn,
waarbij zij de nieuwe ontwikkelingen en discussies op de voet weten te volgen
- zo presenteert Wintertuin een manifest uit Vlaanderen voor meer pathos in
de poëzie. Crimejazz kun je een urban programma noemen: de doelgroep
lijkt een hip uitgaanspubliek te zijn, dat in grote getale komt luisteren
naar jazz, hiphop en, zoals zij dat noemen, spoken-words performances
van Engels- en Nederlandstalige dichters. Sinds enige maanden heeft Crimejazz
zijn activiteiten uitgebreid naar clubs rond Amsterdam, te weten: Leiden,
Den Haag en Utrecht.
Niet alleen is een jonge generatie podium-ervaren dichters volwassen geworden buiten de hoofdstad, zij deden dit hand in hand met enthousiaste organisatoren, die herkenden wat poëzie nog meer vermag naast haar bundels en haar op juiste waarde wisten te schatten. Waarom deze organisatoren niet in Amsterdam zitten, ik weet het niet. In 1987 gebeurde 'het' er nog tenslotte. Gelukkig is Amsterdam nog wel aangesloten op het nachtnet, zodat die noodgedwongen stille, nachtelijke uurtjes goed doorgebracht kunnen worden met het lezen van de bundels van de zojuist buiten de hoofdstad gehoorde dichters.
Ruben van Gogh, Propria Cures, 10-11-2001
Noot Epibreren:: mooi stuk van Ruben, toch heeft hij het op één puntje mis: met De Dichters uit Epibreren stonden we anderhalf jaar voor Double Talk (jan. '97) al op het Lowlands Festival (aug. '95).
Groningen had de primeur wat betreft het idee (van D66-raadslid Thomas van
Dalen), maar met de daadwerkelijke realisatie lijkt een andere gemeente de
eerste te zijn, zo bericht Bart FM Droog ons. Volgens de Haagsche Courant
van 5 november gaat - of all places - Beverwijk 15 november een stadsdichter
aanstellen. Het initiatief daartoe is in handen van cultureel eet- en drinkcafé
Camille. Ook in Middelburg wordt er over gesproken. Echter, zo blijkt uit
een artikel in de Provinciale Zeeuwse Courant, is de plaatselijke cultuurwethouder
niet zo enthousiast. Goh, waar hebben we dat meer gehoord? Die wethouder daar,
Visser, wilde eerst afwachten hoe het in Groningen in zijn werk gaat. Dat
schiet niet op dus, met al die enthousiaste wethouders.
(Groninger Gezinsbode, voorpagina, 14-11-2001)
Arnhem en Nijmegen - Van 16 t/m 25 nov vindt in Arnhem en Nijmegen onder
de titel Circus onder Water de 7e editie plaats van De Wintertuin, het grootste
Nederlandse literatuurfestival. Met meer dan dertig programma's. waaronder
performances, uitvoeringen, interviews, debat, voordrachten, theater- en filmvoorstellingen,
dance en poetry slam. Met o.a. Esther Gerritsen, Wilfried de Jong, Tom Lanoye,
Simon Vinkenoog, Joost Zwagerman, Ronald
Ohlsen, Adriaan van Dis, Elsbeth Etty, Thomas Verbogt, Ilja
Pfeiffer, Ruben van Gogh, De
Dichters uit Epibreren, J.H. de Roder, Khalid Boudou, Nilgün Yerli,
Menno Wigman, Floor Haakman, Mensje van Keulen,
Arie Storm en J.Bernlef. Inl 024-323.19.04 & www.wintertuin.nl
(NRC Handelsblad, 15-11-2001)
HET LITERAIRE POLDERMODEL ZAL OM ZEEP GEHOLPEN
WORDEN
Literatuurfestival
Amsterdam - 'Schijt aan Parijs!', roept een verzameling jonge schrijvers (geboren na 1964) komend weekeinde in koor. Hoe hun aanklacht tegen de babyboomgeneratie en de profeten van 1968 er precies gaat uitzien, hangt nog even in het luchtledige. Maar zeker is dat de 'jongeren' het literaire festival De Wintertuin, dat vanavond in Nijmegen wordt geopend, aangrijpen voor het uitdokteren van een strategie om gehoord te worden en het eeuwige vooroordeel over de literaire patatgeneratie weg te nemen.
De zevende editie van De Wintertuin biedt in tien dagen ruim dertig programma's,
met voordrachten, interview, exposities, debat en veel poëzie. Het thema
'Circus van de Laaglandse Literaturen' is erop gericht gericht het 'literaire
poldermodel' om zeep te helpen en de door Ilja
Pfeijffer en Bart FM Droog gevoerde discussie
tussen papier- en podiumdichters leven in te blazen.
Debat losmaken en vooral veel poëzie doen klinken, dat zijn de doelen
van 's lands grootste literatuurfestival, zegt organisator Frank
Tazelaar. Bovendien zette de organisatie verschillende kunstenaars, van
dj's tot beeldend kunstenaars, aan het werk om de literaire mogelijkheden
op hun eigen terrein te verkennen. De Wintertuin begon als tweejarig festival,
maar schakelde in 1999 over op een jaarlijks ritme en trekt inmiddels zo'n
vierduizend bezoekers.
Voorgaande edities slaagden aardig in het opwekken van discussies. De essaybundel
die vorig jaar rond het thema 'Lof der traagheid' uitkwam, is inmiddels aan
een herdruk toe. Naast het ronkende 'pamflet in ontwikkeling' van de jonge
schrijvers ('Wij zijn de curators van het faillissement van de babyboomers.
En dit is onze tijd!') verschijnt ook dit jaar een bundel 'Onbehagen in de
literatuur', over de toekomst van het essay. Dat de organisatoren van het
jaarlijkse festival allemaal rond de dertig zijn (op de website bedanken ze
zelfs de jaren '80), verklaart de onvrede met de oudere critici.
Maar behalve protest is er de eerste dag van het sterke verhaal, dat moet
bewijzen dat de vertelcultuur nog bruist. Ook slam-poetry, ruw-poëtische
podiumoptredens, krijgt veel aandacht. Ironisch genoeg maakte Johnny
van Doorn als Johnny the Selfkicker al naam met het gesproken woord in
de door pamflettisten zo verfoeide jaren '60. De naar hem vernoemde prijs
wordt zaterdag voor de zesde keer uitgereikt, ditmaal aan Tom Lanoye.
Informatie over De Wintertuin op internet (www.wintertuin.nl)
of 024-323.19.04.
(Jonathan Huseman, Trouw, 16-11-2001)
Twee schrijvers en drie acteurs vormen de basis. Rond het middaguur beginnen ze met de voorbereiding van een nieuw toneelstuk. Het publiek kijkt toe hoe de voorstelling vorm krijgt. Diezelfde avond is de première in de Arnhemse Schouwburg.
ARNHEM - Het experiment heet 's Middags verwekt, 's avonds geboren. In recordtijd wordt een toneelstuk geschreven, ingestudeerd en op de planken gebracht.
Het programmaboekje van literair festival de Wintertuin wekt de indruk dat
de acteurs maar moeten afwachten met welke toneeltekst ze worden geconfronteerd,
maar het loopt anders. Want de acteurs krijgen juist volop de gelegenheid
zich met de tekst te bemoeien. En dat doen ze natuurlijk ook. Andersom schromen
de schrijvers niet zich met de repetities te bemoeien. Een interessante kruisbestuiving.
Schrijver Bart FM Droog zit deze woensdagmiddag in Theater aan de Rijn in
Arnhem achter de laptop. Zijn collega Tsead Bruinja zit erbij. Verder aan
de tafel de acteurs Anna Rottier, Kamilla Hensema en Stefan Rokebrand. Het
begint met aftasten. Schrijver Droog geeft een voorzetje: "Ik dacht aan
een scène in een vliegtuig, vlak voordat het zich in een gebouw boort."
De respons valt tegen: het idee wordt door niemand omarmd. Dan komt schrijver
Bruinja met een voorstel. Hij heeft gisteren een verhaal geschreven dat hij
graag even wil voorlezen. Zijn collega en de drie acteurs gaan akkoord. Het
blijkt geen toneeltekst, maar een beeldenrijk verhaal over iemand die leeft
met muziek in zijn hoofd. "Waar gáát dat over?", vraagt
collega Droog verbaasd.
Ook de acteurs lijken nog niet bepaald geïnspireerd. Hoewel... Een van
hen merkt op dat het beeld van de bakker in het verhaal van Bruinja haar aanspreekt.
Plots is het idee geboren om een eenakter te maken over een bakker, een slager
en een timmerman. Iedereen enthousiast.
Gek genoeg blijkt er na enige tijd toch geen plaats te zijn voor een bakker.
In zijn plaats komt een visser. "Ja, de visser gaat naar de timmerman,
omdat zijn boot kapot is."
Schrijver Droog typt af en toe wat flarden tekst. Maar nog niets staat vast.
Want plotseling komt er door alle geassocieer een nieuw idee naar boven: de
slager en de visser hebben allebei een bloeddorstig beroep; misschien is het
een aardig gegeven als die twee samen iemand hebben vermoord. En de timmerman
mag dat natuurlijk niet weten.
Maar het wordt nog veel gekker. Een luguber Roald Dahl-achtig verhaal tekent
zich af. Visser en Slager slachten mensen en verkopen het mensenvlees (onder
meer in de vorm van pikante gehaktballetjes) in de slagerij. En er komt ook
nog liefde bij. En een zwangere timmerman.
De uiteindelijke, gruwelijke versie ontstaat pas tijdens de repetities. Droog
typt er lustig op los, terwijl de acteurs al improviserend het verhaal doen
ontstaan. Het is voor Droog haast niet bij te houden.
Als de eenakter 's avonds wordt opgevoerd tijdens de Late Show in de knusse
oude foyer van de Arnhemse Schouwburg blijkt dat er in de loop van de middag
nog wel wat is gesleuteld aan het stuk. De slotscène toont dat er een
einde is gekomen aan de lugubere samenwerking van Visser en Slager. Visser
heeft in Timmerman een nieuwe zaken- en levenspartner gevonden. Met Slager
is het waarschijnlijk niet best afgelopen.
Dat het niet meevalt om in een paar uur tijd een perfecte eenakter te produceren,
blijkt uit het feit dat de acteurs hun tekst van een papiertje lezen. Een
verstandige keuze waarschijnlijk, want veel subtiele elementen in de tekst
van de beide schrijvers zouden verloren gaan als je het kersverse stuk uit
het hoofd zou proberen te spelen.
De publieke belangstelling deze avond is redelijk. Een stuk beter in elk geval
dan vanmiddag, bij 'de geboorte'; toen waren er welgeteld vier liefhebbers
getuige. Die vier begrijpen het stuk ook, dankzij hun voorkennis. Het is de
vraag of de eenakter helemaal wordt gesnapt door mensen die de wordingsgeschiedenis
niet hebben gevolgd.
(Henk Aalbers, De Gelderlander, 23-11-2001)
In de wekelijkse rubriek 'Dichterbij':
LEPELAAR
Bij de rietkraag
waar ik mijn vriend uitlaat
huppelen konijnen
in het licht
Drink ik
van de heren
uit volle borst
zing ik mijn avondlied
Hese kelen tranendal
zo scherp ik de nachtlamp aan
zo roer ik het avondmaal
zo zwengel ik af
Dwalen druppels
door het zwart
Tjitse Hofman, 2001
Tjitse Hofman (14 april 1974, Assen) brengt vanavond in het Lux-theater te
Nijmegen bij de nu al uitverkochte slotmanifestatie van Literatuurfestival
de Wintertuin voor 500 mensen zijn gedichten. Hofman, die in 1999 debuteerde
met de bundel TV 2000 (Uitgeverij Passage) is een van de oprichters
van het internationale poëzie- en muziekgezelschap De Dichters uit Epibreren.
Hij heeft voordrachten gegeven te Engeland, Portugal, Kroatië, België,
Duitsland en Nederland. Hij groeide op in het rustieke Drentse dorp Gasteren
en studeerde Sociaal Pedagogische Hulpverlening te Groningen. Na het afbreken
van zijn studie werkte hij ondermeer als plantsoenarbeider, nachtportier,
medicijnenbezorger en barkeeper.
In de vorige week verschenen bloemlezing Vanuit de lucht - de eerste generatie
dichters van de eenentwintigste eeuw (Uitgeverij Passage) staan drie verzen
van hem opgenomen. Ook in de bloemlezingen Double Talk (Arbeiderspers,
1997), Het Hogere Noorden (Passage, 1997), Sprong naar de sterren
(Kwadraat 1999) en in Seks, de daad in 69 gedichten (Uitgeverij 521,
2001) zijn gedichten van hem te vinden.
(Bart FM Droog, Nieuwsblad van het Noorden, 23-11-2001)
NIJMEGEN - Literair festival De Wintertuin is voorbij. Het uitverkochte slotfeest werd zaterdag gevierd in LUX: 'Sie fressen ihre scheiss und sterben'.
Pak een lolly en hang je jas op. Nog even langs twee security-meneren ('waar is je kaartje, je moet een stempel, mag ik je stempel even zien') en je staat bovenaan de trap die je naar het Wintertuin feest leidt. Het is even dringen -het partijtje is volledig uitverkocht- maar dan sta je middenin het cultureel correcte walhalla van Nijmegen.
Maatregel #2 is de naam van het Wintertuin slotfeest dat afgelopen zaterdag
plaats vond in het Nijmeegse LUX. Het multimediaspektakel begon om tien uur
's avonds en housete door tot zes uur in de ochtend. Publiek: blank, ongetwijfeld
hoog opgeleid en rond de dertig. Dresscode: hipper dan hip.
'Sie fressen ihre scheiss und sterben', declameert een dichter met ijzingwekkende
stem, terwijl op twee schermen naast hem een film met duiven te zien en te
horen is.
Het publiek praat ondertussen gezellig door. Als de dichter zijn mantra heeft
afgedraaid wordt er vriendelijk geapplaudiseerd en zet de deejay weer een
plaatje op.
Tot 1 uur 's nachts is de theaterzaal van LUX the place to be. Een kwartiertje
dansen, dan weer een dichter, weer een kwartiertje dansen. Sommige poëten
combineren de boel. 'Let's dance to the poetry', zegt de volgende dichter.
Een loungedeuntje kabbelt door de zaal en de dichter doet iets wat rappen
zou heten als het geen Wintertuin was.
Zitten in de zaal is niet mogelijk. Of het moet op het blok midden op de dansvloer
zijn, maar dat is vanaf een uur of twaalf al in beslag genomen door een jongen
in lotushouding die probeert een sjekkie te draaien. Mensen die liever dichten
dan dansen zoeken hun toevlucht tot de trappen die aan weerszijden van de
zaal naar beneden lopen.
De hal van LUX is ingericht als loungecafé. Compleet met eigen deejay
en bar. Hier kun je rustig kijken en bekeken worden. Een bescheiden onderzoek
leert dat het overgrote deel van de mannen gekleed gaat in broek met plooi,
strak kort shirt en sneakers. De dames-look is wat diverser. We zien hockey-rokjes,
charlestown-creaties, wijde corduroybroeken.
Zaal 6 is omgedoopt tot poetry-lounge. Er staan tafeltjes, stoeltjes en een
podium. De heren van Epibreren en writers in residence Jürg Halter en
Andy Fierens voeren er nog een keer hun kunsten op. Met een optreden van Fierens
waarin hij Kate Moss laat lopen als een grazieuze wasacracker gaat Wintertuin
2001 de nacht in.
(Rieke Veurink, De Gelderlander, 26-11-2001)
VOORZICHTIG BEGINNEN MET GROTE NAMEN
DEN BOSCH - Onder de titel 'Dat Bekt Lekker' is op donderdag 10 januari in Theater Bis het eerste zogeheten 'spoken wordsfestival'. Een initiatief dat Bosschenaar Ralph Posset de komende jaren het liefst ziet uitgroeien tot een evenement waarop literatuur, muziek en beeldende kunst elkaar treffen. Want dat is volgens Posset hard nodig in Den Bosch.
Maar alle begin is moeilijk, zo geeft Posset direct toe. Dus is de eerste
bijeenkomst volgens hem aan de voorzichtige kant en valt ook de gemeentelijke
subsidie van zo'n 1750 gulden (euro 800) nog bescheiden uit. Toch prijken
er meteen grote namen als Jules Deelder, Bart Chabot en Bart FM Droog op het
programma. Hoe krijgt Posset dat voor elkaar? "Zie dat maar als een vriendendienst
van Deelder en Chabot. Die ken ik al wat langer en ze steunen initiatieven
zoals deze. In hun kielzog komt ook Droog mee. En GG Gun, de band rond de
vaste saxofonist van Deelder. Als hij in een goede bui is kruipt Deelder zelf
nog achter het drumstel." Deelder blijkt sowieso een trouwe leverancier
van vriendendiensten, want ook onlangs bij de opening van de Galerie van Posset
in de Stoofstraat was de dichter voor de openingsact van de partij. Daar tegenover
staat dat Posset zijn gasten veel eigen ruimte moet laten. "Ze dragen
voor uit eigen werk, maar wat er precies staat te gebeuren weet ik ook nog
niet." De beeldende kunst is tijdens deze editie nog niet vertegenwoordigd.
Maar Posset heeft al subsidie aangevraagd voor een avond in W2 waar hij iets
wil doen met actionpainting en rap.
Dat Bekt Lekker begint donderdag 10 januari om 21 uur in Theater Bis, kaartjes
zijn voor 10 euro (f. -22,05) te koop bij Theater Bis of bij Galerie Posset
in de Stoofstraat.
(Theo van de Zande, Brabants Dagblad, 30-11-2001)
ODE AAN DE LIEFDE
Wat is er romantischer dan het ontvangen van een gedicht waarin iemand je
de liefde verklaart? Blvd. vroeg twaalf Nederlandse dichters hun favoriete
liefdesgedicht op te schrijven. Met de hand, uiteraard. Want een liefdesverklaring
uit de printer is simpelweg geen liefdesverklaring.
GEEN LIEFDESSONNET
Of dan die dagen dat er liefde was
je kent dat wel, fluimende vogels
en al, hoe lang dat geleden was.
Bart FM Droog, 2001
titel gedicht: Geen liefdessonnet | dichter Bart FM Droog |
geboren 1966 | debuut Randweg (1966) | recent werk
Deze dagen (1998), Benzine (2000) | citaat: "Poëzie
bestaat bij de gratie van de traditie. Gelijk elke kunstvorm enkel kan bestaan
door een voortdurend terugblikken naar wat vakgenoten in het verleden hebben
gedaan. Daarop bouw je verder en daarvanuit probeer je nieuwe dingen te ontwikkelen.
Poëzie is een ambacht, en kan niet bestaan bij de gratie van jeugd allleen
(NRC Handelsblad, 25-7-1997)"
Dit artikel bevatte verder handgeschreven verzen van Rosa ter Beek, J. Bernlef,
Martin Bril, Remco Campert, Ingmar Heytze, Tjitske Jansen, Guus Luijters,
Alexander Nijeboer, Toon Tellegen, Menno Wigman en Joost Zwagerman
(BLVD, december 2001)
De dichters Jan Klug, Tjitse Hofman en Bart FM Droog van Epibreren laten
al vanaf 1994 met een unieke mix van poëzie, geluidslandschappen en muziek
van zich horen. Maar wat betekent 'epibreren' eigenlijk?
Het antwoord kan gevonden worden in Pierewaaien, een boek over de herkomst
van woorden, uitgegeven door Sdu Uitgevers in samenwerking met het Genootschap
Onze Taal en dagblad De Gelderlander, dat voor zijn lezers vanaf
1998 een jaarlijkse etymologiequiz met meerkeuzevragen organiseert. 'In dit
boek zijn 350 van die vragen, elk met drie antwoordmogelijkheden, gebundeld.
De foute antwoorden zijn vaak net zo geloofwaardig geformuleerd als de juiste
(en soms zelfs geloofwaardiger), zodat een boek vol verrassende valkuilen
is ontstaan', aldus de flaptekst. En inderdaad, wat bijvoorbeeld te denken
van de keuzemogelijkheden die het boek voor de verklaring van 'epibreren'
geeft, te weten: a. het is samengesteld uit de Griekse woorden 'epi' ('bij')
en 'bruein' ('groeien'); b. het is afgeleid van het Spaanse werkwoord 'epibrar'
('dreutelen, talmen'), of c. het is een zelfverzonnen woord dat bekend is
geworden door de schrijver Simon Carmiggelt. Je moet genoeg Grieks of Spaans
kennen om te weten dat de eerste twee antwoorden
onzin zijn en dat c het goede antwoord is. (...)
Genootschap Onze Taal, Pierewaaien - wat weet u over de herkomst van woorden?
Sdu Uitgevers, fl. 25,00 / 11,35 euro.
(René Huigen, Tijdschrift Schrijven, december 2001/januari 2002)
Op initiatief van de stichting Melita (Meervoudig Literaire Activiteiten)
wordt op zondag 9 december (aanvang 20.30 uur) weer een literaire avond gehouden
in café Het Bolwerk aan de Stadsgravenstraat. Uitgenodigd zijn De Dichters
uit Epibreren. Sinds 1994 zijn zij on-the-road met een unieke mix van poëzie,
geluidslandschappen en muziek. In Het Bolwerk zullen ze een literair en muzikaal
optreden verzorgen. Toegangskaarten kosten fl.3,50.
(Twentsche Courant Tubantia, 6-12-2001)
Vanuit de
lucht van Daniël Dee is een bloemlezing met werk van jonge
dichters. Met deze bundel volgt Dee het initiatief van Ruben
van Gogh, die eerder Sprong
naar de sterren - De laatste generatie dichters van de twintigste eeuw
samenstelde. Met dit verschil dat Dee geen programmatische insteek zegt
te hebben. Alleen leeftijd speelde een rol (geboortejaar tussen 1971 en
1982), zozeer dat enkele dichters die Van Gogh vanwege poëticale opvattingen
bij zijn generatie rekende, ditmaal tot de nieuwe behoren, zoals Hagar Peeters,
Tjitse Hofman en Alfred Schaffer. Vanuit de lucht biedt een aardig
spectrum van de hedendaagse poëzie, die ook wat betreft originaliteit
en kwaliteit divers is. Wel lijkt de podiumpoëzie de overhand te krijgen.
Verder dan deze vooral eenduidige dichters lijkt Dee ook niet te hebben
gezocht. De ruimhartigheid van Dee leidt ertoe dat lezers voor het hoofd
kunnen worden gestoten door brabbeltaal, wanneer ze niet de jongvolwassen
regels van meer talentvolle dichters opslaan. Maar dat doet wel recht aan
wat een momentopname moet zijn: spannend!
(Hanz Mirck, Het Boekblad, 21-12-2001)
Wrakseljend sinneljocht en eachlidden dy't knipperje. Soms kruipt het duister in de gedichten van Tsead Bruinja (27). Hij groeide op in Damwoude en Kollum, woont in Groningen en draagt een bril met een hoornen montuur. Gisteren kwam zijn tweede bundel uit: De man dy't rinne moat. De ingevingen voor zijn gedichten krijgt hij meestal 's nachts.
Tsead Bruinja ligt onder zijn dekbed. De lakens zijn friswit en lichtblauw.
De rest van zijn studentenkamer draagt de kleurloze zweem van tweedehands
meubels en rijen boeken. Een plant staat dood te gaan. De dichter slaapt.
Hij hecht aan zijn nachtrust. Goed slapen en hard werken. Tot hij langzaam
ontwaakt. De zinnen borrelen omhoog. Altijd rond een uur of vier. Wazig
prevelt hij de woorden die in hem opkomen. Toch maar even het licht aan
om de spinsels te noteren. En nu slapen. Maar daar dringt zich nog een regel
op. Het lampje floept weer aan. Het kan net zo goed blijven branden. Hij
kent zichzelf. Nu moet dat gedicht eerst af. Is er ooit rond vier uur iets
voorgevallen, dat het altijd dan gebeurt?
Tsead weet het zelf ook niet. De laatste tijd is het rustig en slaapt hij
hele nachten. Af en toe haalt hij door. Hij opent een fles wijn, schenkt
zichzelf een glas whisky in of rookt een pijpje hasj. Dan gaat om twaalf
uur de computer aan en begint voor de dichter een werknacht.
Een paar jaar geleden hielp Tsead bij de organisatie van Nachtspraak, literaire
nachten in Café Koekkoek in Groningen. De sfeer was heel speciaal.
Wild en ingetogen tegelijkertijd. De organisatie bedacht op een gegeven
moment dat het wel aardig was om eerder te beginnen. Maar tien uur werkte
voor geen meter. Dichters die 's nachts willen voordragen, kennen toch een
ander soort discipline. Ze zijn iets losser. Nu vreet de voltijds studie
Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen zijn tijd op. Hij vertaalt Engelse
en Afrikaanse gedichten en zit in de redactie van het tijdschrift Hjir.
Ook organiseert hij mede festivals als de 'Poëziemarathon'
en 'No(o)rdschrift'.
Zelf beklimt hij eveneens regelmatig het podium tijdens poëzieavonden.
Zijn gedichten zijn vet en barok. Liever een woord te veel dan een te weinig.
De eerste bundel is een tocht langs mensen die dood zijn. Z'n moeder overleed
aan kanker toen hij dertien was. In de nieuwe bundel spelen heit en beppe
een belangrijke rol. Naast de goede oude liefde natuurlijk. De man dy't
rinne moat, loopt zijn hoofd leeg. Afstanden afleggen, verschaft helderheid.
Een liefde die voorbijging, had er een warwinkel van gemaakt.
Kroegavonden willen hem ook wel eens inspireren tot een gedicht. Tsead krabbelt
op wat hij om zich heen ziet. Als iemand iets mompelt, wat hij niet begrijpt,
lijdt het misverstand tot een nieuwe zin. Of hij fantaseert over
hoe het gesprek gelopen zou zijn als wel was gezegd wat eerst werd gedacht.
Met collega-dichters beleeft hij wel eens van die cliché kunstenaarsnachten.
Met Albertina Soepboer en Bart FM Droog
na een optreden in Den Haag een duik nemen in de zee bij Scheveningen. Terug
in de trein een tweeliterfles rode wijn legen. Met een toevallige reisgenoot
bazelen over het Fries. Dikke lol, maar zo'n nacht levert geen poëzie
op. Een toffe avond en weinig slaap kan 's ochtends wel vruchtbaar zijn.
De kater neemt de rem van de ochtend weg. Dan knalt er zo een gedicht het
papier op.
(Eva Vriend, Leeuwarder Courant, 22-12-2001)
De Dichters uit Epibreren zijn te gast op het festival met poëzie
van en voor studenten 'Windesheim Dicht!', vanaf 19.30 uur in de kantine
van het Hoofdgebouw van de Chr. Hogeschool Windesheim, Campus 2-6 Zwolle.Toegang
ca.€ 4. Informatie op www.windesheimdicht.nl.
(Poëziekrant
#6, nov/dec 2001 - verscheen eind december 2001)
...en voor meer actuele data: de optredens-pagina!
naar boven