1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
2005 2006 2007

Utrechts Nieuwsblad, 7-2-1996 (Michael Gira en De Dichters uit Epibreren)
Nieuwsblad van het Noorden, 22-2-1996 (De Dichters uit Epibreren in Arnhem)
Telegraaf en NRC Handelsblad, 7-3-1996 (tv-documentaire 'jonge dichters')
UK #24, 8-3-1996 (De Dichters uit Epibreren op Winterschrift)
Groene Amsterdammer, 20-3-1996 (gemopper op De Dichters uit Epibreren)
Groninger Dagblad/Drentse Courant, 4-4-1996 (Randweg)
De Volkskrant, 24-5-1996 (Poetry North)
Leids Dagblad, 14-6-1996 (De Dichters uit Epibreren in Leiden)
De Koerier, 21-8-1996
(De Dichters uit Epibreren in Assen)
Provinciale Zeeuwse Courant, 18-9-1996 (De Dichters uit Epibreren in Goes)
Groninger Dagblad/Drentse Courant, 27-9-1996 (Bart FM Droog)
Haagsche Courant, 11-11-1996 (de Dichters uit Epibreren in Zoetermeer)
Gonzo Circus n 24, november/december 1996 (De Dichters uit Epibreren)

Maandblad Paard, xx-11-1996 (Ygdrassil en De Dichters uit Epibreren)
Deelder van A tot Z, 29-11-1996 (Over Rottend Staal en Epibreren)

OPTREDENS VAN DE DICHTERS UIT EPIBREREN IN 1996

naar boven

Ging het in 1995 De Dichters uit Epibreren al behoorlijk voor de wind, in 1996 gaat het stormachtig: IKON-televisie zendt een documentaire uit over 'jonge' dichters waarin twee van de Epibranten (Hofman & Peters) uitgebreid geportretteerd worden.
In februari wordt Epibreren versterkt door een nieuwe muzikant: Jan Klug, toen nog conservatoriumstudent die nauwelijks Nederlands praatte.


Passwords Pilot met Michael Gira en Dichters Uit Epibreren

Onder de naam Passwords start Tivoli deze maand met een serie avonden, waarbij de confrontatie tussen popmuziek en het gesproken woord centraal staat. Voor de première vanavond is Michael Gira uitgenodigd. In de jaren tachtig was Gira frontman van het zwaarmoedige weltschmerzgezelschap Swans. Vanavond zal hij voordragen uit zijn boek The Consumer; een bundel met naargeestige verhalen die soms regelrecht uit de krochten van de hel lijken te komen. In het voorprogramma staat het prettig gestoorde Groningse zootje ongeregeld Dichters uit Epibreren. De bedoeling van de luidruchtige woede-poëzie van de noorderlingen, die opgesierd wordt door bijdragen op didgeridoo, percussie en twee gogodanseressen, is om poëzie van haar stoffig imago af te helpen.
(Utrechts Nieuwsblad, 7-2-1996)

naar boven



De Nacht. Verval hangt aan vrijwel iedere regel



'Nooit, nee nog nooit ging het zo slecht. Als het volgende keer niet beter is, dan ben ik het gewoon niet waard om dichter te zijn. Dan hou ik ermee op.'
Arnhem, half twee vannacht. Kasper Peters zit in een dipje en zal daar voordat bij vieren Groningen is bereikt, niet meer uit komen. De Dichters uit Epibreren, Bart Droog, Tjitse Hofman, Paul Jainandun Singh en de muzikant Jan Klug zijn niet zo onder de indruk van de jammerklacht van hun collega. Met net een optreden achter de rug in Hotel Bosch, het oudste nog in gebruik zijnde kraakpand van Nederland, zijn ze nu op weg, terug naar Groningen. In een rammelend vrachtwagentje met zes stoelen. Het vehikel haalt amper honderd kilometer per uur. Al jaren hangt het verval in de gordijnen van Hotel Bosch. Het is een kwestie van weken, dan wordt ook een van deze laatste krakersbolwerken ontruimd. Verval ook hangt aan vrijwel elke iedere regel van vrijwel ieder vers dat de vier Dichters uit Epibreren tijdens hun voorstelling voorschotelden aan een dertigkoppig publiek.
De dichters hebben net een zeer succesvol - en goed betaald - optreden in Veenhuizen achter de rug. Plannen voor een bajestoernee zijn nu in een vergevorderd stadium. Het voornemen van D66-minister Sorgdrager van justitie om er ook nog eens drieduizend extra cellen bij te bouwen, valt bij de dichters in goede aarde.
Van het optreden in Arnhem zijn ze niet rijk geworden. Na de voorstelling ging iemand nog even met de pet rond, maar meer dan vijftien gulden hebben de vijf artiesten er al met al niet aan overgehouden. Geeft ook niet, meent Hofman. "Want het opbouwen van een netwerk is ook heel belangrijk."

Het begin van dat op te bouwen netwerk begon zich halverwege de avond al aardig af te tekenen. Net toen de Groninger dichters aan hun tweede set wilden beginnen, sprong een man met een indrukwekkende snor het podium op. Drie lange gedichten las hij voor. Daarna, huppakee, nog iemand. Tussen de tweede en derde set werden driftig adressen uitgewisseld. Hofman: "Je weet nooit wanneer je een keer iemand nodig hebt om in te vallen."
Nu werkte het optreden van de dichters ook nogal aanstekelijk. Gevieren stonden de heren op het kleine podium in de foyer van Hotel Bosch. Terwijl de ene voordroeg - seks en dood staan centraal in de voor het merendeel desolate gedichten - deden de andere verwoede pogingen om middels woeste gebaren, valpartijen, grimassen, stuiptrekkingen, spreekkoren en andere ondersteunende geluiden, de toch al op luide toon gebrachte verzen kracht bij te zetten. Wanneer Jan Klug in de weer was met een saxofoon, schroomde Hofman niet om de voor de gelegenheid meegebrachte didgeridoo als slaginstrument te gebruiken.
Het bleek een gouden greep om Klug in te laten vallen als muzikant. De klanken die hij beurtelings uit zijn twee saxofoons, een dwarsfluit, een didgeridoo en een trommel wist te peuteren, pasten zich naadloos aan bij de gedichten. Bovendien kon Klug zo zingen dat hij behalve een grondtoon, ook een aantal in de hoogte meeresonerende boventonen tevoorschijn toverde.
Kasper Peters - op 7 maart staat hij samen met Tjitse Hofman centraal in de tv- documentaire YOY - is het allemaal ontgaan. Ineengedoken zit hij op de achterbank van de rammelende open vrachtwagen. Het hoofd diep gebogen, de lange haren voor zijn ogen. Er beweegt niets op de wildwissel bij Terlet.
"Niks stelt het voor, dat weet ik zelf ook wel. Soms schrijf ik een gedicht en denk ik 'joepie' en dan duurt dat maar tien seconden. Daarna is het helemaal over. Maar voor mij zijn die tien seconden al genoeg, ofzo. Dat ik dan gelukkig ben."
Bart Droog is duidelijk de leider van het stel. Op de heen- en terugweg zit hij achter het stuur. Die twintig kilometer dat hij met tegenzin het stuur afstond, zei hij voortdurend 'hier links', 'volgende afslag rechts'. Toen er een verkeerslicht op rood sprong, riep hij zelfs 'stoppen'. Nu spreekt hij Peters vaderlijk toe. "Straks komen we bij benzinestation Dekkersland. Dat zie je vanuit de verte al baden in het licht. Net een soort oase, jongen."
Alsof Peters dat niet weet. Gemiddeld drie keer per week treden de Dichters uit Epibreren ergens in het land op. Steevast doen ze op de terugweg Dekkersland aan. Vette hap halen. Laatst nog hebben ze het meisje van de nachtdienst uit haar met kogelvrij glas bewaakte kooitje gekletst. De snacks waren op, maar zij heeft ze bijgevuld.
"Dat gedicht over het geslacht van Tjitse...Niemand die het begreep, weet je. Ik keek naar het publiek, het is een goed gedicht, dat weet ik gewoon, en niemand die reageert. Geen glimlach, geen grijns." Klug is een uiterst bescheiden, beetje verlegen jongen. Hij is de enige die Peters er nog een beetje bovenop kan helpen. Hij, als muzikant, weet dat er nou eenmaal niets is af te lezen van de gezichten in het publiek. ":Je weet gewoon nooit wat er in die hoofden omgaat. Misschien zitten ze nu in Arnhem nog wel te drinken en hebben ze het over jouw gedicht."
(Bram Hulzebos, Nieuwsblad van het Noorden, 22-2-96)

Ook was 1996 het jaar waarin De Dichters uit Epibreren buiten de grenzen begonnen te opereren en internationale contacten wisten te leggen. Optredens in België volgden spoedig.


naar boven

NEDERLAND 1

22.04: YOY.
Reportages. Aflevering: Dichter op straat. Over jonge dichters. Ze bestaan nog: jongeren die zich onledig houden met de dichtkunst. Erwin, Tjitse en Kasper vormen het levende bewijs tegen de stelling dat het met de interesse voor de literatuur gedaan is vandaag de dag. (Telegraaf, 7-3-96)

YOY: Dichter op straat

Portret van drie jonge dichters: de 23-jarige Erwin Troost, die van de MAVO afging om gedichten te schrijven, en Tjitse Hofman (21) en Kasper Peters (22), die deel uitmaken van een poëzie-performancegezelschap. Nederland 1, 22.04-22.32u. (NRC Handelsblad, 7-3-96)

naar boven

POËZIE & GOGO IN EEN STRAKKE ACT

Poëzie is niet: rijmen en besmuikt woorden stamelen. Poëzie is wËl: vrije associatie en levende confrontatie met het publiek. Dat is althans de opvatting van de vier dichter-performers van het Groninger gezelschap 'Dichters uit Epibreren', die zaterdag tijdens het jaarlijkse literatuurfestival Winterschrift borg zullen staan voor een strak-getimede poetische act in het Kruithuis. Bijgestaan door Gogo- danseressen Shirley en Daisy en vaste didgeridoo-begeleider Martijn Woldring, zullen de vier dichters hun van drank, asfalt, vrouwen en hemelse larven door trokken poetische produktie de zaal inslingeren. Met het gevolg dat de luisteraar, of die het nu mooi vindt of niet, er in elk geval niet onbewogen onder blijft. En dat is precies de bedoeling.
Volgens fulltime-epibrerende dichter Bart Droog liggen performen en dichten in elkaars verlengde, tenminste, wanneer je mensen warm wilt maken voor poëzie. Als je de poëzie uit het verdomhoekje van de stoffigheid en beperkte oplages wilt halen, dan moet je ermee naar buiten treden:"En dan moet je ook aandacht besteden aan de presentatie."
Het programma van de 'Dichters uit Epibreren' (dat woord is volgens Van Dale een bedenksel van Simon Carmiggelt en betekent iets als: bezig zijn met eigenlijk niets, en toch de indruk willen wekken dat het om belangrijke zaken gaat) is geen avond hetzelfde. Wat er voorgedragen gaat worden is afhankelijk van het eerste gedicht dat komt: dat zet een soort thema voor de avond. "We vatten dat heel breed op", zegt dichter Tjitse Hofman. "Als het eerste gedicht bijvoorbeeld over een haven gaat, dan komt er iemand anders met een gedicht dat in dezelfde sfeer past, dat er op aansluit, maar ook weer een reactie kan zijn. Dat is heel persoonlijk."
Dat de formule werkt blijkt uit het grote aantal optredens dat de groep sinds 1994 door het hele land verzorgt, in uiteenlopende gelegenheden als jongerencentra en schouwburgen. Voor dit jaar staat er zelfs een bajes-tournee op stapel, naar aanlei ding van het doorslaand succes van hun optreden in de gevangenis in Veenhuizen, afgelopen december. Bij dit optreden kregen ze zelfs een notoire bajesklant zover dat hij ging voordragen uit eigen werk. "we hoorden later dat de gevangenen na het optreden maar weer moeilijk rustig te krijgen waren. Dat was voor de bewakers minder, maar voor ons is het toch wel leuk om te merken dat je toch wel iets hebt losgemaakt," vertelt Droog.
En daar gaat het volgens hem om: "We proberen ook een sfeer neer te zetten, van daar de muziek en de dans. Dat voegt iets toe aan de poëzie en het maakt het voor het publiek ook makkelijker om naar te luisteren."
Met hun strakke presentatie ("het is flits-flits-flits") spelen de dichters in op de door MTV geconditioneerde zintuigen van het moderne publiek. De 'Dichters uit Epibreren' willen de poëzie uit het slop halen door te laten zien wat het ÛÛk kan zijn, namelijk een "literair spektakel met een duidelijke link naar de popmuziek."
(Minke Muilwijk, UK #24 (weekblad voor de Rijksuniversiteit Groningen), 8-3-96)

naar boven

Aankondiging van het Epibreren-optreden in Vera, gemaakt door Snorkel

naar boven


De Dichters uit Epibreren in Vera, 1996: Kasper Peters, Paul Jainandun Singh, Bart FM Droog, een anonieme toeschouwer en Jan Klug.
Foto: © Jurgen Moorlach, 1996.

naar boven


WAT KOOP'N WE D'R VOOR?

(...) Hulzebos zei in een bekend opinieweekblad: "Het beeld dat van Wissen schetst is natuurlijk verre van compleet. Er broeit op dit moment iets in Groningen. Er is een nieuw literair blad: Schrijver & Caravan, zes Groningers of ex-Groningers zijn dit jaar bij grote uitgeverijen uitgekomen, en via open podia breekt er regelmatig nieuw talent door."
Dat er in Groningen iets broeit mag volgens de samenstellers (van 050) "blijken uit het feit dat we in korte tijd niet minder dan een twintigtal schrijvers bereid vonden om een bijdrage te leveren aan 050. Het literaire klimaat in Groningen is de laatste jaren kennelijk zo gunstig, dat gerust van een hausse gesproken mag worden."
Kwantiteit is echter iets heel anders dan kwaliteit. Er 'broeit' dan misschien het een en ander, maar lezing van 050 voert meteen tot de conclusie dat lang niet alles wat zich aandient de moeite van het lezen waard is. Dat het wellicht zinnig is niet elk initiatiefje of blaadje dat zich 'literair' noemt, ook klakkeloos als zodanig te beschouwen.
Zo loopt in Groningen bijvoorbeeld de dichtersgroep 'Epibreren' rond, die onder leiding van 'directeur' Bart Droog bijzonder goed is geworden in het zich ergens naar binnen schreeuwen. Wat de bent vervolgens aan poëzie te brengen heeft, is ronduit bedroevend.(...)
(Rob van Erkelens, Groene Amsterdammer, 20-3-1996)

naar boven



DICHTERS UIT EPIBREREN

Van het Groninger dichterscollectief Dichters uit Epibreren verscheen een nieuwe bundel: Randweg. De poëzie van deze vier Groningers wordt regelmatig voor publiek ten gehore gebracht, waarbij de theatrale vormen, muzikanten en danseressen de tekortkomingen van de gedichten verbloemen. Want wie deze poëzie vervolgens leest, komt jammer genoeg maar al te vaak voor onaangename verrassingen te staan. Laat ik volstaan tot één voorbeeld. Tjitse Hofman heeft de volgende regels geschreven: "(...) vlezige lippen / vol op de mond / waaruit speeksel / op de grond / kleine plasjes vormt.' Wie het verschil niet kent tussen 'waaruit' en 'van waaruit' kan niet schrijven, laat staan dichten.
Dichters uit Epibreren: 'Randweg'. Uitgeverij Rottend Staal Publicaties, Groningen. Prijs: fl. 10,00.
(Jacob Moerman, Groninger Dagblad en Drentse Courant, 4-4-1996)
naar boven


JUNKS, HOEREN, SCHAPEN EN AFSLUITDIJKEN OP POETRY NORTH

Groningen - Deze week beleefde Groningen zijn eigen bescheiden versie van Poetry international, een literaire uitwisseling tussen de 'twee noordens' van Engeland en Nederland: Poetry North, met poëzie die niet uit de nationale metropool komt, maar uit het achterland.
Dinsdagavond: het als café-chantant ingerichte Universiteitstheater stroomt binnen vijf minuten vol met een vijftigtal belangstellenden. Het decor wordt gevormd door een improviserende pianist, een sober uitgelicht podium met quasi-exotische attributen, een rode gepolsterde tweezitsbank (voor diepzinnige tweegesprekken?). Na een korte introductie volgen 'performances' van onder anderen twee gevestigde Engelse dichters, Jeffrey Wainwright en Keith Armstrong. De eerste draagt ernstige, welhaast academische gedichten voor over wezenlijke zaken als de band met zijn vader en de noodzaak van ademhalen. Beklemmende stilte en beleefd applaus zijn beloning. Zijn getapte collega Armstrong gooit het tot tweemaal toe over de andere boeg: eerst met een lollig gelegenheidsgedicht gebaseerd op de VVV-brochure van Groningen, later badinerend, uit het hoofd reciterend en ondeugend: 'Everybody has lovebites but me.'
De avond zou 'divers' zijn volgens de aankondiging, en dat klopt, al komen er wel telkens schapen, meeuwen, afsluitdijken en waddeneilanden voorbij. Jan Atze Nicolai presenteert zijn light verse met veel schwung, Henk Dragstra verontschuldigt zich in zijn houding voortdurend voor zijn kinderachtige natuursonnetjes en Remco Ekkers draagt ingetogen voor uit zijn vanitas-poëzie. De zaal lacht om de grapjas en draagt docent Dragstra een warm hart toe. Ekkers, de echtste dichter van de drie, komt er bekaaid af. Nee, dan het enthousiasme voor de luidruchtige 'presentation' van de Dichters uit Epibreren. Begeleid door slagen op de exotische attributen, die waterdrums blijken, schreeuwen, hijgen en kreunen vijf jonge romantici hun gedichten door het zaaltje. Ze zijn te laat geboren voor de punk, te individueel voor de house.
Stadsthema's: hoeren, junks, mislukte afspraakjes, verliefdheid op een Russische turnster en het nieuwe gele plaveisel van Groningen, en ook de artiestenblues - on the road op de afsluitdijk. Alles met hartstocht Ën met gebruik van de tweezitsbank.
Woensdagmiddag: het 'seminar' over 'places in poetry' begint tien minuten te laat omdat het potentiële publiek deels nog in de collegebanken zit. De dichters interpreteren elkaars werk. De epibranten kijken toe. Het is tam, maar de oudere dichters (Wainwright, Hooker, Kopland, Ekkers) hebben wat te melden. Plaatsgebonden poëzie gaat toch steeds over de identiteit, stellen ze vast. En identiteit heeft met je geheugen te maken, met tijd en met afstand en diepte.
Armstrong, de enige die uit het achterland komt en onmiskenbaar géén academicus is, vindt dat poëzie voor zichzelf moet spreken en maakt er zich met een anekdote vanaf. Hij is de enige, want de jongeren zijn ernstig, complimenteus voor elkaar, en onomwonden geëngageerd.
's Avonds is er ondanks regen en Ajax minstens zoveel publiek als de avond tevoren. Jeremy Hooker en Rutger Kopland lezen poëzie voor. De andere deelnemers doen een act: Jaap Sietse Zuierveld staat geamuseerd maar ook schutterig zijn onvoldragen werk voor te lezen, Marga Kool geeft impressies van Drenthe en The Poetry Virgins brengen hun wervelende show van half-cabareteske zelfbewuste poëzie met een hoog feministisch gehalte. Ze maken intensief gebruik van de 'sofa', die ze het liefst zouden willen meenemen naar huis.
Na afloop van het festival bekijken enkele bezoekers door het glas van de portierslobby de doeltrappen. 'Zoveel goede dichters bij elkaar', verzucht er één.
(Gert-Jan de Vries, Volkskrant, 24-5-96)

naar boven

OUDE WIJN IN NIEUWE ZAKKEN

Leiden - "Ze doen het leuk, die jongens. Maar hun optreden heeft wel een hoog Mary Dresselhuysgehalte." Ziedaar het oordeel van onze Leidse columnist en impressario René Vallentgoed, die gisteravond, gestoken in een nachtblauw gang sterkostuum, samen met nog zo'n anderhalve man en een paardenkop in het LVC de Groningse dichters van het collectief Rottend Staal beluisterde. Vallentgoed, die ooit Jules Deelder onder zijn hoede had, is wel wat verbaal mitrailleurvuur gewend en daarom vielen de woorden uit het hoge noorden misschien wat tegen.
Rottend Staal is een dichtersgroep die zich niet wil afzetten tegen de dichters van nu. Hun handelsmerk is de performance. Hun vrij traditionele gedichten krijgen iets meer door de absurde voordracht. Gevijven stonden Martijn Woldring, Tjitse Hofman, Bart FM Droog, Kasper Peters en Paul Jainandun Singh gisteravond op het podium. Soms als reigers langs de slootkant, in een schijnbaar wankel evenwicht. Dan weer als wilden om de borrelende kookpot van de taal. Clichés werden nieuw leven ingeblazen met een didgeridoo, een soort Australische waldhoorn. Regels als 'Het asfalt trilt onder piepende banden' en het 'Jaaaagen van de wolken boven schapen die de horizon weggrazen' doen het goed als ze met enige dramatiek gebracht worden.

Het is niet de bevlogen voordracht die kenmerkend was voor Lucebert en ook niet de orgastische zingzang van Johnny van Doorn waarmee Rottend Staal zich onderscheidt van de gevestigde dichters. Nee, à la Kamagurka plaatsen zij op absurdistische wijze kanttekeningen bij het moderne leven. Bart FM Droog, een van de dichters, zorgde voor wat spektakel toen hij op een soort trommel ging staan, hurkte en een schijtende medemens nadeed. Daarbij kronkelde uit zijn mond een prachtregel als: "Ik stond op de wc-bril te schijten". Na flink wat verbale stank eindigde het gedicht met de ontnuchterende conclusie: "Plots had ik geen zin meer in seks." Je moet er maar op komen.
Leuk allemaal, maar toen een van de leden van het collectief ook nog eens een fellatio bij zijn collega simuleerde, begon de nacht buiten toch wel erg aanlokkelijk te worden. De poezie van Rottend Staal doet je wat, maar je moet er wel frisse lucht bij hebben.
(Cees van Hoore, Leids Dagblad, 14-6-96, met foto van Dichters uit Epibreren door Mark Lamers)

naar boven

LITERATUUR BIJ ART EXPLOSION: DICHTERS UIT EPIBREREN GEVEN LITERATUUR EEN GEHEEL EIGEN DIMENSIE

Groningen - Literatuur is een kunstvorm die zich op een heel persoonlijke manier richt tot het publiek. Hoewel een gedicht of verhaal een groot aantal mensen aanspreekt is iedere lezer eigenlijk alleen met de auteur. Soms blijkt literatuur zich ook uitstekend te lenen voor presentatie op een podium aan een groot publiek.
De Groningse groep 'De Dichters uit Epibreren' laten zien en horen dat dichtkunst soms meer is dan een zorgvuldig geschreven verzameling woorden. Het is dan ook niet voor niets dat 'De Dichters uit Epibreren' tot de meest optredende dichters van Nederland mogen worden gerekend.
De dichters hebben hun optreden tot ware podiumkunst verheven. Het is niet een groep schrijvers die wat voorleest uit eigen werk. Hun werk kennen ze uit het hoofd en ze brengen het als ware voordrachtskunstenaars.
(De Koerier, 21-8-96)

naar boven

DE DICHTERS UIT EPIBREREN MAKEN VOORAL ZAP-Poëzie

Vrijdag en zaterdag besteedt het festival Meer dan Woorden in Goes aandacht aan de Beat- Generation. Vrijdagavond 20 september leest Richard Deakin in 't Beest in Goes zijn toneelstuk 'Angels still falling', onder de titel 'Some small fires' volgt een dag later een poëzie-avond met het Groningense collectief Dichters uit Epibreren, de Belg Didi de Paris en de Amerikanen Frank Messina en Ron Whitehead. Vandaag in de PZC een tweeluik met dichters uit Groningen en Kentucky.
Goes - Het zijn de meest optredende dichters van het land, en ze brengen, volgens eigen omschrijving, poëzie 'op en over de grens van rock, taal en theater, met ongegeneerd sterke gedichten over het leven on the road naar god weet waar.' Zaterdag staan ze in 't Beest in Goes, de Dichters uit Epibreren. De Groningense groep bestaat uit vier schrijvers - Bart FM Droog, Tjitse Hofman, Paul Jainandun Singh en Kasper Peters - en de saxofonist/didgeridoo-speler Jan Klug. Hoewel ze optreden tijdens een avond die is gewijd aan de Amerikaanse Beat-Generation, zegt Droog: "Daar hebben we heel weinig mee, met de Beat Generation. Niks eigenlijk."
Hij vindt het lastig de dichters te karakteriseren. "We zijn vier individuele dichters die op het podium samenwerken, geholpen door een muzikant," aldus Droog. "alle vormen kunnen, maar we hanteren geen van allen een strakke vorm. Dus weinig rijm of sonnet, we richten ons allemaal op het vrije vers. Inhoudelijk zijn onze gedichten heel verschillend, maar het moderne stadsleven komt bij iedereen wel aan bod."
In Nieuwsbrief no 28 van Rottend Staal Publicaties staan enkele recente gedichten. Van Droog 'Totaalgedicht': Woestijnen van water / zeeën van zand / bergen van dalen / een groen ledikant. En 'Minnaar' van Hofman: Met zwoele ogen / staar je me aan / je naakte tong / likt langs je / lippen je lichaam / lokt me pakt me vast / en laat zien wie / je werkelijk bent / stort je op me en / voel geen rem / wees los om je / verlangen te warmen / neem me mee / in kermend genot.

Twee jaar geleden verzonnen de Dichters uit Epibreren de term MTV-dichters om reclame voor zichzelf te maken. "Misschien is zap-poëzie nog een betere aanduiding", zegt Droog nu. "zoals MTV van de ene clip naar de andere clip zapt, zo springen wij eigenlijk van het ene gedicht naar het andere."
'De moderne mens kan zich niet langer dan een minuut of twee concentreren. Dan vervliegt de aandacht. Wij treden op met gedichten. Die duren hooguit twee minuten. Als één persoon daar tien minuten of een kwartier mee doorgaat, is de aandacht weg. Daarom volgen wij heel snel op elkaar. Zo krijgt het publiek steeds een nieuwe impuls om te blijven luisteren. Aan de gedichten verandert dat niets. Die hadden ook vijftig jaar geleden geschreven kunnen zijn. Maar in de presentatie, en ook een beetje in het taalgebruik, gaan we gewoon met de tijd mee."
Droog bewondert performers als Jules Deelder, Diana Ozon en Shane MacGowan, de voormalige leadzanger van The Pogues ('zonder meer de belangrijkste levende dichter'). Maar voor de optredens van de Dichters uit Epibreren gebruikt hij liever de term uitvoering dan performance. "Een kunstenaar die twee weken naast zijn schilderij gaat zitten, die doet een performance. Wat wij doen, is gewoon onze ge dichten voordragen. Uit het hoofd. Daarbij besteden we veel aandacht aan de presentatie. Maar inhoudelijk hebben vooral dode dichters als Slauerhoff en Marsman invloed op mijn poëzie uitgeoefend."
De Beat Generation zegt hem weinig. "Geen enkele stroming geeft mij een gevoel van "Te gek, dit is het". Ook al die begrippen als De Vijftigers en de Generatie Nix, dat zijn niet meer dan etiketten die later worden opgeplakt. Ik kijk liever naar de afzonderlijke dichters. Ik ben heel benieuwd naar die Amerikanen met wie we zaterdag optreden. Het mooiste zou zijn als er een wisselwerking plaatsvindt tussen hen en ons, maar dat kun je niet voorspellen. Dat hangt van het moment af."
(J. Roosendaal, Provinciale Zeeuwse Courant, 18-9-96)

naar boven

DE ABSURDE WERELD VAN BART DROOG

Voorman Dichters uit Epibreren: Ik wil de stilte bij het publiek afdwingen
Vorig jaar trad hij voor het eerst op in zijn oude school. "Ik was nog nooit zo nerveus," vertelt de Groninger dichter Bart Droog nu. "Ik stapte het gebouw binnen waar ik dertien jaar niet meer was geweest. Plotseling rook ik die geur weer. Alles kwam naar boven. Bovendien besefte ik dat er ongetwijfeld een paar mensen aanwezig waren die mij zouden herkennen." Het optreden in zijn oude schoolge bouw in Emmen was niet de enige keer dat Droog (1966) zijn gedichten voor het publiek voordroeg; een eenvoudige rekensom leert dat hij vorig jaar maar liefst meer dan 150 keer op de planken stond.
Wat beweegt deze dichter, die twee jaar geleden samen met een paar anderen het gezelschap Dichters uit Epibreren oprichtte? Tijd om hem op te zoeken in zijn woning (Droog: "een van de laatste authentieke kraakpanden in de stad") in de Groninger binnenstad.
In een hoek van zijn kamer staat een flinke stapel met pakken goedkope wijn: de gage voor een reeks optredens tijdens het Groninger theaterfestival Noorderzon. Meteen na mijn binnenkomst overhandigt Droog een lijst en zet hij zijn computer aan. De lijst bevat de plannen voor de toekomst, het beeldscherm laat de optredens zien die Droog samen met de Dichters uit Epibreren al achter de rug heeft. Een indrukwekkende hoeveelheid; het gezelschap bezocht onder meer het Belgische Leuven en veel grote steden in Nederland.
Sinds voorjaar 1994 voert hij de gegevens in, vertelt Droog. Waarom houdt hij ze zo nauwkeurig bij? De dichter valt even stil. Dan: "Ik heb geen idee. Misschien voor mijn kleinkinderen na mijn dood. En het is voor mij natuurlijk een soort dagboek om te zien waar ik heb opgetreden. Ik ben er op een bepaald moment mee begonnen, en dat is zo gebleven. Het is soms ook handig, want het is niet zo zinvol om te vaak in dezelfde plaats te komen. En verder is het goed voor de pu bliciteit. Mensen kunnen gemakkelijk zien wat ik allemaal gedaan heb.
"Het leukste optreden met de Dichters uit Epibreren vond plaats in de gevangenis van Veenhuizen. We wisten totaal niet wat we konden verwachten. Maar het draaide erop uit dat de gevangenen mee gingen doen om hun gedichten voor te dragen. Het werd een soort open podium. Het scheelde ook wel dat we twee danseressen bij ons hadden die nogal wild gekleed waren. Dus veel van die gevangenen zaten verlekkerd toe te kijken. Mannen die voor een lange tijd zijn gestraft."

Voorjaar
Zijn eerste gedicht schreef hij in het voorjaar van 1981. Kort daarna begon hij al met optreden. Zijn debuut maakte hij tijdens een soort jongerendag in Emmen. "Wat ik nog weet is dat ik veel boe-geroep kreeg. Daar kickte ik wel op, want je weet dat je daar weer overheen komt. En volgens mij waren er wel een paar mensen die mijn werk mooi vonden.
"In die tijd zag ik voor het eerst bekende dichters op de televisie, zoals Bart Chabot en Jules Deelder. Toen ik die zag, dacht ik: zo wil ik ook optreden met mijn gedichten. Op een podium staan en de stilte bij het publiek afdwingen. Ik zoek dan ook niet de geijkte literaire podia op, maar jongerencentra en cafés. Als je daar een zaal met mensen die geen poëzie gewend zijn stil kunt krijgen, dan is de kick veel groter."
De Bart Droog van vijftien jaar geleden was een "klein wild punkje dat de middelbare school nooit heeft afgemaakt." Droog stelt plotseling voor om het onderwerp Emmen te laten rusten. "Ik heb er tot mijn zeventiende gewoond. Laatst was ik er weer en ontdekte dat er bijna helemaal niets meer van over was. Ik keek naar die nieuwe gebouwen en moest bijna janken. Alles van vroeger is verdwenen. De kerk waarin ik ben gedoopt, de kleuterschool, lagere school. Alles weg. Als kind heb ik er een leuke tijd gehad, met al die bossen. Maar nu vind ik het een deprimerende plaats."
Na de middelbare school werkte Droog als onder meer steigerbouwer, ambtenaar en schoonmaker van zinkbakken ("Als je even niet oplette en in zo'n bak flikkerde, dan ontplofte je"). Hij bevond zich meestal tussen collega's die weinig opleiding hadden genoten. "Gewoon goeie lui, met wie ik goed kon opschieten. Maar je leert dan snel af om dure woorden te gebruiken. Ik besef nu dat die periode van invloed is geweest op de gedichten die ik schrijf. Ik vind het belangrijk dat iedereen ze kan begrijpen. Op de een of andere manier hebben mijn gedichten met emoties te maken. Als het even kan probeer ik duur taalgebruik te vermijden."

Absurditeit
Als het belangrijkste thema van zijn poëzie noemt Droog de absurditeit. "Die uit zich voornamelijk door oorlog en beweging. Mijn eigen leven is natuurlijk ook absurd. Dingen die ik heb meegemaakt...Er is geen reden. Dat ik überhaupt rondhuppel op deze aardkloot ervaar ik als absurd. En het is natuurlijk ook absurd dat ik vanaf mijn prilste jeugd al gefascineerd ben geweest door de oorlog. Een verklaring heb ik niet. Mijn ouders hebben beiden in het leger gezeten. Maar geen van mijn broers of zussen heeft bijvoorbeeld ook die fascinatie voor oorlog, dus door mijn opvoeding kan het niet komen. Ik zou misschien naar een psychiater moeten stappen om een verklaring te kunnen vinden, maar daar heb ik nooit iets voor gevoeld.

Sporen
"Ik vind vooral de Eerste Wereldoorlog zeer interessant, omdat de sporen nog zo goed te zien zijn. Wat ik met die gedichten over de oorlog bij de lezers wil bewerkstelligen, weet ik niet precies. Een gevoel van respect voor die soldaten misschien. Die Eerste wereldoorlog was zÛ absurd, en nu zie je nog die duizenden en duizenden graven. Veel mensen lopen daar bij wijze van spreken fluitend langs. Maar ik zou willen dat ze even stil zouden staan en zich beseffen wat daar gebeurd is. Al die soldaten die daar liggen waren eens mensen van vlees en bloed, die van de ene op de andere dag naar het slagveld werden gestuurd."
Na een paar uur en een paar pakken wijn bekent Droog dat hij één ding zeker weet: hij zal nooit naar Amsterdam verhuizen. "De mentaliteit daar staat me niet aan. Maar mocht ik ooit een rijk en bekend dichter worden, dan ga ik naar België. In het Zuiden heb je daar het plaatsje Ieper, met duizenden graven op loopafstand. Naast Groningen is dat de plaats op deze wereld waar ik me thuis voel. Ik ben er vaak ge weest. Daar kan ik reizen in de tijd en kan ik me verplaatsen in de absurditeit van de Eerste Wereldoorlog. Als ik daar rond loop en mijn ogen dicht doe, dan barsten de granaten links en rechts van me open."

Kornwerderzand 1940
Ik ben een bunker
ongenaakbaar
onverwoestbaar
mijn stalen ogen
strelen de horizon
en m'n betonnen huid
schermt mijn gedachten
ongenaakbaar
onverwoestbaar
(uit de bundel 'Hotel Hel' van Bart Droog)
(Jacob Moerman, Drentse Courant/Groninger Dagblad, 27-9-96)

naar boven



'BRANDENDE OLIEVELDEN' ACHTER OORLOGSGEDICHT

Zoetermeer - De Belgische dichter Jean Vossen zit alweer in de trein naar Ant werpen ('sorry, maar die moet ik halen') als de 'Dichters uit Epibreren' het podium op komen stormen. Grof en mooi, sterk en zwak spuwen de Groningse dichters hun gedichten uit over de zeer kleine groep toehoorders in De Boerderij. Met onderwerpen als de afgetakelde stad, de nacht, seks, drank en 'gangsters in Belgenland' sloten ze vrijdag de literaire week, gehouden in het kader van Zoetermeer Literair, af.
Geen tafeltje met spaarzaam spotlicht, dat op de tekst van de dichter schijnt en geen saaie golf van woorden. De dichters uit Epibreren, volgens de Nieuwsbrief van de groep een gehucht ten noorden van Groningen dat van 8 juli tot en met 2 augustus dit jaar voor gemotoriseerd verkeer was gestremd en bereikbaar was via een begeleide wadlooptocht, moeten daar weinig van hebben. Ze doen visuele poëzie, om te laten zien dat gedichten niet saai hoeven te zijn. Peters, Bart FM Droog, Tjitse Hofman en Paul Jainandun Singh wisselen elkaar snel af achter de staande microfoon. Terwijl een van hen voordraagt, zwalken de anderen over het podium, dichten ze mee, kreunen ze of staan ze stil, ineengedoken te luisteren. De snelle afwisseling sluit volgens hen aan bij de huidige 'zap-cultuur'. "Mensen verliezen tegenwoordig snel hun aandacht", legt Droog uit. "Concentratie is echter heel belangrijk bij gedichten. Als er steeds een andere dichter voor de neus van het publiek staat, blijft de aandacht behouden".
Muziek en geluid moeten de gedichten versterken. Jan Klug zorgt met zijn in echo doordrenkte spel op saxofonen, een fluit en een didgeridoo voor een sfeervolle, soms heel angstaanjagende achtergrond. Droog vraagt hem een een achtergrond voor een gedicht over de Golfoorlog: "Geef me brandende olievelden".

Gogodanseressen.
'Jullie kunnen wel wat naar voren komen', zegt Singh tegen de paar toeschouwers. "Op sommige gedichten kun je ook heel goed dansen. Dat kunnen jullie zo wel zien.". Hij voegt de daad bij het woord en dicht ritmisch over de vrije jazz- begeleiding van de saxofoon. Maar als het publiek niet komt, dan komen de dichters gewoon het publiek in. Droog loopt de zaal door, terwijl hij dicht/schreeuwt over dronkenschap. In het tweede gedeelte laten de twee GoGo- danseressen zien dat er inderdaad gedanst kan worden op gedichten. Ook al worden de zinnen niet altijd ritmisch voorgedragen, dan nog dansen en kronkelen de dames aan beide kanten van het podium. Het is een van de laatste keren dat de go-go-danseressen meedoen, want ze waren eigenlijk alleen bedoeld voor de bajes- tournee die de dichters uit Epibreren een tijdje geleden deden.

Rottend Staal
De Groningse dichters horen bij de dichtersgroep 'Rottend Staal', hoewel vaak niet altijd 'begrepen' door de critici, toch de meest optredende dichters van Nederland. Ook sneldichter Herman J. van den Bold, bijgenaamd 'de keel van Meppel', die op dinsdag in het Sportcafé van De Boerderij op kreten uit het publiek dichtte, maakt deel uit van 'Rottend Staal'.
Maandag begon de literaire week met een bezoek van de jonge schrijvers Ronald Giphart en Serge van Duijnhoven, die in eetcafé Full House voordroegen uit eigen werk. Het zijn schrijvers die populair zijn bij de jeugd en daarom goed pasten in het Boerderij-programma. (...)
"Veel jongeren die hier komen, krijgen op school ook te maken met literatuur, dus dan past dat ook best in de Boerderij", meent Jannie van Zanten, die bij de organisatie betrokken was en terugkijkt op een geslaagde week. "Wee hebben zeker niet de pretentie gehad om jongeren literair op te voeden, maar ze steken er altijd wat van op".
(Stephan van den Burg, Haagsche Courant - editie Zoetermeer, 11-11-1996)

naar boven

DICHTERS UIT EPIBREREN

Nederlands Hoop in bange dagen (en nachten)
De manier waarop men doorgaans in het onderwijs jongeren met literatuur in contact brengt zorgt ervoor dat zij voor de rest van hun dagen met een flinke bocht lopen omheen alles wat ook maar in de verste verte ruikt naar schone letteren. Inderdaad, literatuuronderwijs is een erge vorm van kindermishandeling, grootschalig én met voorbedachte rade. Bij dat vreselijke woord 'literatuur' - bweukkk - doemen onmiddellijk schrikbeelden op van literaire kaas- en wijnavonden in de plaatselijke pastorij. In zijn minst schadelijke vorm, namelijk deze van uiterst dunne bagger, is literatuur het beste middel tegen hardnekkige slapeloosheid.
En toch lijkt er in die brakke kikkerpoel eindelijk wat verandering te komen. Als een donderslag bij heldere hemel is er nu het Groninsch collectief Dichters uit Epibreren. Dit viertal maakt de diverse podia in Noord en Zuid onveilig. Zij treden waanzinnig veel en even graag op. Dit brengt nu eenmaal meer brood op de plank dan thuis op de zolderkamer belletrie te fabriceren. Uiteraard brengt dit de Trage Landen bij de zee weer bij de aloude afgezeken discussie over podiumdichters. Deze jonge dichters kiezen duidelijk voor een carrière op de planken. En daar heeft de literaire goegemeente (met haar over gesubsidieerde elite) onder of boven de Moerdijk geen oor naar. Het probleem met de trage landen bij de zee is dat men de autochtonen altijd maar weer moet herhalen. Automatisch dient men altijd weer hetzelfde op te rakelen, dezelfde discussies aan te gaan. Grootse figuren zoals Paul van Ostaijen en Tom Lanoye staken er al hun Latijn in. Jules Deelder betitelde zich jaren terug reeds als aucteur. De Nederlander Ko de Laat beschrijft het als stand-up poetry. Hoe je het ook noemt, het brengt allemaal geen zoden aan de dijk. De wereld der Schone Letteren blijft er Oost-Indisch doof voor.
Het eindeloze geëmmer alsof dichters die performen hun werk niet tot zijn recht zou komen is gezeik. Het oeuvre van dit viertal is werkelijk impressionant. Wat ik totnutoe heb mogen zien is steeds weer opnieuw verrassend, geestig en charmant.

laten we het hen zelf zeggen:
Dichters: Zij, die controverses creëren, met weinig woorden meer weergeven van de wereld dan de Mensheid bevroeden kan. Scheppers, Kunstenaars, Minstrelen van de Moderne Tijd.

uit: blauw bord met witte letters, op strategische punten langs snelwegen geplaatst. Hier kan men het snelle vierbaansleven verlaten en het achterland betreden, in afnemende vaart.

Epibreren: klein idyllisch dorp, rustiek gelegen in het Groningse wijdse land, grenzend aan de noordelijke steppen, met zicht op dijk en wad. De buren zijn suikerbietenboeren, de nachten zijn vol noorderlicht. In dit dorp staat ons landhuis: groot en van vele vertrekken voorzien. Hier ook bedrijven we Hogere Poëzie, hier ook houden we onze bacchanalen.

Voor de Dichters uit Epibreren zijn de optredends in de eerste instantie show. Er worden toeters en trompetten bij gehaald, er wordt niet geaarzeld om er een paar go-go girls bij te sleuren.
De sets zijn altijd goed opgebouwd, coherent, de intensiteit is goed gedoseerd, het programma gevarieerd, de dramatische spanning blijft altijd behouden en geen moment verliest het publiek de aandacht. De teksten kennen ze uit hun hoofd. Ze improviseren veel. In alle omstandigheden weten ze de speelruimte volledig te benutten. Vaak weten ze de nood om te buigen tot deugd. Zo zag ik hen ooit op een gammel krakend podium staan, het aanvankelijke irritante piepen van de plan ken werd spontaan ingebouwd in de act. Een andere keer zag ik hen de plankenkoorts uitvergroten: ze liepen rond als nerveuze honden, treiterden elkaar tijdens het voorlezen. Klein of immens, ze bespelen altijd het volledige podium. Soms treden ze op zonder microfoon. Het vele optreden geeft hen een geschoolde stem. Op de planken maken ze gebruik van spreekkoren, die Oud Grieks aandoen, maar hun werkwijze toont ook hun verwantschap aan met rap en last poets. Steeds weer treden zij op met hetzelfde resultaat: het publiek gaat plat.

Het zijn stuk voor stuk, alle vier gepatenteerde podiumbeesten:
Kasper Peters schetst vooral de natuur van de stad, met de muurbloemen en de straatmadelieven. De wereld van mannelijke en vrouwelijke hoeren waarin de grauwzone altijd wordt voorzien van een stevige dosis humor en poëzie. Deze ruk ker-zatlap is provocatief en charmant. Hij heeft de zweem van een cabaretier, de hondse spot van een punker en gedichten die staan als een (Afsluit)dijk.

Tjitse Hofman: Molenwiekende Dutch Windmill. Kaalgeschoren Anne Frank collaboratrice. Koorddansende Zaratustra. Danser in het duister langs de Randweg. Niettegenstaandse geplaagd door jeugdige leeftijd schrijft den jongeman nu reeds poëmen die moeiteloos de tand des tijds doorstaan. En wie dat niet gelooft moet maar eens heel in het bijzonder luisteren naar 'Per ochtend' en 'Kreukelzone'.

Bart FM Droog: zijn skinhead-look verraadt meteen zijn grote affiniteit met Richard Allen. In zijn houding en mimiek schuilt een onverdroten tragi-comische theatraliteit. Vol pathos verhaalt hij over heroïsche veldslagen en over de jagende winden in het noorden. Zijn podiumverschijning staat voortdurend met een voet in de traditie en met de andere in de vernieuwing. Hij draagt steeds witte sokken en een hemelsblauwe das van Air Groningen. Onafgebroken staat hij in rechtstreekse verbinding met Berthold Brecht, Jules Deelder, Johnny the Selfkicker en drankorgel ex-Pogues Shane MacGowan. Dit is een hardcore Herman van Veen op speed. Eén brok gebalde energie. Eén oogopslag naar het plafond en het theater stort in.

Paul Jainandun Singh is het tegenbeeld van Droog, of ik moet zeggen dat hij er de perfecte aanvulling van is. Geraffineerde uitwerking, een meedogenloze visie. Veelzijdigheid troef. Als de andere drie zich al als dansers bewegen, dan beweegt hij zich op het podium als de prima ballerina. Zijn werk in de verzamelbundels van de Dichters uit Epibreren en vooral in zijn verzamelbundel 'Scrabble aan de kook' is van een uitzonderlijk hoog niveau. Zijn podiumverschijning doet denken aan de jonge Lanoye, zijn gedichten hebben het niveau van de oudere Lanoye: topklasse dus. Stillering en cynisme troef. Singh is erg veelzijdig in zijn thema's en de uitwerking ervan. Hij is het levend bewijs dat een zogenaamde podiumdichter - volgens de klassieke normen - ook kwalitatief hoogstaande poëzie op papier weet te brengen.

Het zijn vier dichters met elk hun eigen accenten. Neem er één weg, en het bouwsel stort in. Een ander onmisbaar element in hun optredens is de multi- instrumentalist Jan Klug. Didgeridoo, waterdrum, saxofoon, je kan het zo gek niet bedenken, altijd spelen de muziek en de poëzie virtuoos op elkaar in. Deze dichters hebben geen bezwaar om samen met muzikanten en muziekgroepen op te treden.
De Dichters uit Epibreren hebben ook hun eigen, driemaandelijkse blad 'Nieuwsbrief'. Hierin stellen de Dichters uit Epibreren niet alleen hun eigen werk voor aan een breder publiek; zij publiceren ook werk en heel wat contactadressen van collega's. Herman J. van den Bold, Adriaan Bontebal, Cirkus der Waanzin, Hans Plomp en vele vele anderen, waaronder de legendarische Karel ten Haaf (door mensen die spreken met kennis van zaken ook wel eens Graaf Laaf ge noemd). Dit is het beste bewijs dat de performing poetry meer dan ooit levendig is, en mogelijk reeds meer volk trekt dan alle andere grote literaire maasa- evenementen samen. Een must voor organisatoren!
Naar het voorbeeld van collega's uit de Amerikaanse avant-garde vermengen zij naar believen hoge en lage cultuur. er is weer een avant-garde: de dagen van de Beat Generation en The Independent Group zijn weer terug. Ideeën worden weer opgenomen uit de jaren vijftig, zestig en zeventig om die volop te plaatsen in het hedendaagse hier en nu en no nonsens context.
Dit is kunst die zich moeiteloos kan plaatsen in de rij van literaire anti- establishment bewegingen zoals de lettristen, de situationisten en punk. Het is trouwens niet toevallig dat dit collectief heel veel gelijkenissen vertoont met de huidige literaire golf die door Groot-Brittannië trekt: the new poetry.
Dit is het soort poëzie dat een verruiming van het literaire publiek veroorzaakt. Dit is directe kunst, die de confrontatie met het publiek niet schuwt, dit is recht voor de raap, eerlijk, meeslepend en bij momenten verschrikkelijk poëtisch. Naar een optreden van 'Dichters uit Epibreren' gaan is puur genot, en dan heb ik het niet louter over de amusementswaarde, maar vooral over de gevoelige en intelligente teksten. Ga dat zien, ga dat zien!
(Didi de Paris, Gonzo Circus n 24, november/december 1996)

naar boven

YGDRASSIL + DICHTERS UIT EPIBREREN

Muziek en poëzie uit eigen land. Het eerste staat centraal bij het Groningse duo YGDRASSIL, oftewel Linde Nijland en Annemarieke Coenders. Met hun tweestemmig gezongen, folk-achtige liedjes (soms begeleid door een eenzame gitaar) hebben ze de afgelopen jaren flink naam gemaakt, zowel via festivals (Low lands '95) als via voorprogramma's (Luka Bloom, Heather Nova, The Ex). begin vorig jaar verscheen de eerste YGDRASSIL-CD, vol sobere en verstilde maar uiterst intense liedjes uit eigen kweek, aangevuld met covers van Sinéad O'Connor en Lou Reed.
De DICHTERS UIT EPIBREREN gelden als 'de meest optredende dichters van het land'. Hun uitgangspunt is poëzie, maar er is meer: ze brengen een wervelende totaalshow (titel: 'Gevoel Van Deze Tijd') vol dichtkunst op en over de grens met rock, taal en theater. In meerdere sets laten de vier dichters - aangevuld met een muzikant - het publiek horen, zien Ën voelen dat poëzie leeft. 'Van gevangenis tot jongerencentrum, van schouwburg tot kleine kroeg, van Vlaanderen tot aan het Wad. Romantiek en Rotting, Hemelse Larven en sleazy cafés: de DICHTERS UIT EPIBREREN hebben het in huis!'
(maandblad PAARD, Den Haag, november 1996)

naar boven

TV-TALKSHOW: DEELDER VAN A TOT Z

(...)
J.A. Deelder: Waar was dat?
Ruben van Gogh: In Groningen.
J.A. Deelder: Er is wel sprake van, in Groningen daar, van een soort van explosie van dichterlijk talent. Ze hebben daar toch die hele groep rond dat, hoe heet het, Rottend Staal enzo?
Ruben van Gogh: Ja, Rottend Staal Publicaties, van Bart FM Droog...
J.A. Deelder: En Dichters uit Epibreren enzo. Dat leeft daar?
Ruben van Gogh: Ja, en er zijn ook veel podia om op te treden.
J.A. Deelder: Het zijn voornamelijk podiumdichters, hË, die je daar (hebt). Ben je daar, laat ik zeggen, een bentgenoot van?
Ruben van Gogh: Nee, niet echt een bentgenoot. Maar ik houd er wel van om op te treden. (...)
(Jules Deelder en Ruben van Gogh, Deelder van A tot Z, Veronica-TV, 29 november 1996.

naar boven

OPTREDENS VAN DE DICHTERS UIT EPIBREREN IN 1996

7-1-96 Kalashnikov, Terneuzen
9-1-96 Radio Rataplan, Nijmegen
11-1-96 Stud. Ver. Augustinus, Leiden
23-1-96 Doornroosje, Nijmegen
28-1-96 Theater Zuidplein, Rotterdam (met gogo-danseressen)
7-2-96 Tivoli, Utrecht (met gogo-danseressen en Michael Gira (USA)).
10-2-96 De Buze, Steenwijk
12-2-96 Totaalcafé Boulevard, Den Bosch
21-2-96 Hotel Bosch, Arnhem
3-3-96 Persconferentie Rottend Staal, Groningen
7-3-96 YOY, Humanistische Omroep, Nederland 1
7/10-3-96 Winterschrift, Groningen
(met gogo-danseressen, Hans Plomp, Herman van den Bold, Karel ten Haaf, Hans Sahar, Kamagurka en Gerard Reve)
9-3-96 Publiekspresentatie RANDWEG, de tweede
Dichters uit Epibreren-bundel
23-3-96 Opsessie, Bussum
27-3-96 Zaal de Blauwe Kater, Leuven, België
28-3-96 De Zoo van Tienen, Tienen, België
29-3-96 Barbabelge, Gent, België
30-3-96 Vera, Groningen
13-4-96 Nacht v/h Boek, Schouwburg Tilburg
(met gogo-danseressen, Komrij, Brusselmans, Ozon, Rood, Anthierens)
20-4-96 De Oude ULO, Leek
25-4-96 De Bliksem, Den Helder
30-4-96 Perron 55, Venlo
10-5-96 Stadsfeestzaal, Tienen (België)
10-5-96 VZW Los Buenos, Leuven (België)
11-5-96 Cascade-Festival, Hoogeveen
14-5-96 YOY, Humanistische Omroep, Nederland 3
17-5-96 Blues Café, Drachten (met gogo-danseressen en Kare ten Haaf)
21/22-5-96 Poetry North Festival, Groningen
(met Kopland, Wainwright, Poetry Virgins, Kool, Armstrong, Ekkers, Hooker)
25-5-96 Straatfestival, Leeuwarden
26-5-96 Zonnefeesten-Festival, Tilburg
2-6-96 Zonnefeesten-Festival, Breda
8-6-96 Woonwagenkamp 'De Kameleon', Groningen
(met Diana Ozon, Guillaume Pool en Herman van den Bold)
13-6-96 LVC, Leiden
15-6-96 Metropool, Hengelo (met Oscar Wouda, Pit en Arjan van Veelen)
20-6-96 Diogenes, Nijmegen
30-6-96 OCC In It, Amsterdam
7-7-96 Koningsweg, Hoge Veluwe (Doewat '96)
12-7-96 Montmartre-Dagen, Winschoten (met Herman van den Bold)
27-7-96 Tentakels, Gentse Feesten, Gent (met Didi de Paris)
28-7-96 Tentakels, Gentse Feesten, Gent (met Jean Vossen)
17-8-96 AaBC-café, Groningen
24-8-96 Art Explosion, Assen
25-8-96 A Star is born, Groningen: literaire boottocht
(Epibreren geïnterviewd door Ruben van Gogh)
30-8-95 Zaal de Blauwe Kater, Leuven, België
(met Peter Verhelst, Cor Gout, Didi de Paris, Paul
Mennes, Ten Haaf)
31-8-96 OJC De Roos, Deurne (met Karel ten Haaf)
9-9-96 Hotel Winston, Amsterdam
20-9-96 R17, Grootebroek, Noord-Holland
21-9-96 MEER DAN WOORDEN-FESTIVAL, 't Beest, Goes
(met Didi de Paris, Frank Messina, Ron Whitehead)
28-9-96 War is Born, Oosterhaven Groningen
28-9-96 Electra, Sliedrecht (met Nurks)
13-10-96 De Nieuwe Pazzop, Bladel
25-10-96 Gryphus, Vierlingsbeek
8-11-96 De Boerderij, Zoetermeer (met Jean Vossen)
9-11-96 Ekko, Utrecht (met Ygdrassil)
9-11-96 TaalTheaterNacht, Muzeval Emmen (vd Bold,
Marcel Möring, Thé Lau)
15-11-96 Paard, Den Haag (met Ygdrassil)
23-11-96 Jonge Socialisten Congres, Newscafé,
30-11-96 Hello-Festival, Platformtheater, Groningen
(met Scophile, Djin Djinni e.a.)
30-11-96 De Kwinne, Stadskanaal (met Van Gogh, De Laat, Woelwater)
12-12-96 Koornbeurs, Delft
13-12-96 Café Bijsmans, Heerlen
14-12-96 Unitas, Wageningen
21-12-96 De Groote Weiver, Krommenie (met Treble Spankers)




naar boven