laatste update 1 november 2004
31-8-2004, Olaf Risee: Ik vind het promoten van poëzie de belangrijkste taak van de Dichter des Vaders. Het poppetje nu Simon Vinkenoog dus is slechts een middel, niet het doel. Veruit de meeste Nederlanders zijn niet of nauwelijks actief bezig met poëzie en zullen derhalve ook de bijbehorende poëten niet of nauwelijks kennen. Illustratief hiervoor is een korte reportage van het RTL-4 Nieuws waarin vier op straat geïnterviewde Nederlanders zeiden van poëzie te houden maar uiteindelijk geen van allen ook maar één dichter bij naam konden noemen. De vraag wie Dichter des Vaderlands moet worden, lijkt derhalve eigenlijk alleen interessant te zijn voor mensen die wèl al actief met poëzie bezig zijn en voor wie poëziepromotie dus niet in eerste instantie noodzakelijk is. Ik heb in de vorige verkiezingsperiode vaak het 'argument' gehoord dat de nieuwe Dichter des Vaderlands een bekend dichter zou moeten zijn en bovendien op leeftijd. Dit uitgangspunt is verkeerd. Ten eerste is dichterlijke bekendheid een buitengewoon relatief begrip, zoals genoemde reportage duidelijk maakt. Ten tweede zou de leeftijd van de Dichter des Vaderlands niet ter zake moeten doen. Het bedrijfsleven weet bij uitstek wat promotie is en hoewel 'bedrijfsleven' in sommige culturele kringen nog altijd als een vies woord wordt beschouwd, zou er met betrekking tot de poëziepromotie een hoop van kunnen worden geleerd. Een goede en op lange termijn effectieve promotie richt zich op jongeren, omdat jongeren nu eenmaal de toekomst hebben. Ik stel mij voor, zonder enige moeite overigens, dat de gemiddelde jongere, laat ik zeggen tussen de 15 en 30 jaar, zich meer aangesproken zal weten door een Ingmar Heytze, een Hagar Peeters of een Ruben van Gogh, dan door een hippie die nog altijd zwelgt in verloren idealen uit de jaren 60. Alle moeite die de culturele sector zich door de tijd heen getroost heeft om de kunst aan de 'gewone' man en vrouw te brengen, is steeds mislukt, eenvoudigweg door niet vanuit de 'doelgroep' te denken, maar vanuit het overbekende spreekwoordelijke ivoren torentje waar Elsevier-abonnees elkaar bijpraten over boeken die ze nooit gelezen hebben. Het is natuurlijk een illusie te denken dat er ooit een tijd zal komen dat miljoenen Nederlanders poëzie zullen gaan waarderen. Veel mensen kiezen al dan niet bewust voor een leven zonder gedichten, en dat is prima. Het is evenwel de heilige plicht van de Dichter des Vaderlands om zoveel mogelijk deuren en deurtjes open te zetten en eventuele drempels weg te trappen, zodat wie dat wil gemakkelijk toegang kan krijgen tot de poëzie. En met 'gemakkelijk'bedoel ik niet het populisme waaraan Gerrit Komrij zich veelvuldig bezondigd heeft. Zoals Michaël Zeeman het nog onlangs zo mooi verwoordde in de Volkskrant: "Komrij heeft die (het ambt van Dichter des Vaderlands OR) vakkundig uitgehold en vervolgens opgevuld met precies dat type gedichten dat de slome Hollandse bourgeoisie verwacht en verdraagt, dommige rijmpjes met een ondertoon van moralisme." Ik geloof niet in poëziepromotie die per definitie alles mooi, lief, leuk en aardig verklaart, maar in poëziepromotie die uitdaagt, aanzet tot wat dan ook, en bovenal prikkelt. Ik geloof in een Dichter des Vaderlands die wat slecht is slecht noemt en wat goed is goed, zodat anderen daar weer tegen kunnen ageren. Polemiek houdt de kunst en dus ook de poëzie levend. Kortom, gekozen worden tot Dichter
des Vaderlands moet géén klopje op de
schouders voor bewezen diensten zijn (daarvoor zijn er
oeuvreprijzen in het leven geroepen), maar een schop onder
de poëtische Nederlandse bips. De leeftijd, bekendheid
en het aantal gepubliceerde bundels van de Dichter des
Vaderlands doen hierbij volstrekt niet ter zake. Het enige
dat ter zake doet is de promotie van de poëzie, en
voor dat doel dient het meest geschikte (lees: aansprekende)
mannetje of vrouwtje gevonden te worden. 30-8-2004, Petra
Else Jekel: In het kader
van de Dichters des Vaderlandsverkiezingen en de 'gedachten'
die daar over 'bepaald' zullen worden of zoiets, ben ik
ook wel benieuwd naar de m/v verhouding van de tot nu
toe voorgestelde kandidaten, die waarschijnlijk weinig
verrassend zal zijn. Wanneer er vanaf nu alleen nog vrouwen
aan bod zouden komen in de beruchte NRC-rubriek, zal de
stand aan het eind van het jaar op éénderde
staat tot tweederde uitkomen. Mijn telervaring in inhoudsopgaven
van bloemlezingen van hedendaagse dichters (soms is dat
het enige dat ik met die boeken doe: ik lees ze niet,
ik tel ze uit en leg ze dan snel weer weg voordat het
braaksel mijn mond bereikt) komt vaak op dezelfde getalsverhouding
uit, en dan mag je nog in je handjes klappen. Het getuigt
wat mij betreft van een intense luiheid om zich gedachteloos
(sic!) aan te sluiten bij de schandalige traditie van
minder dan een derde deel vrouw.
27-2-2004, Willem Groenewegen: Een Dichter des Vaderlands is pas waarlijk een Dichter des Vaderlands wanneer benoemd door het parlement. Zo geschiedt het in de landen waar de term vandaan komt. Het heeft ook het grote voordeel dat er geen gekissebis is tussen allerlei instanties als er eens een Dideva tussentijds wegvalt. Dan komt gewoon de betreffende parlementaire commissie vroegtijdig bijeen om een vervanger aan te wijzen. Dus ik roep het Nederlandse parlement op de verkiezing over te nemen.
27-2-2004, Diana Ozon:
De leeftijd moet rijp genoeg zijn.
Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online |