BIOGRAFIE
Liesbeth van Dalsum, geboren op 22 december 1975 te Haren,
is een van de weinige Nederlandse dichteressen die zich
toegelegd heeft op het schrijven van mathematische
poëzie, een stroming die in kringen van hogere
wiskundigen zeer populair is.
Voor de Nationale Pi-dag leverde ze aan kroonprins Willem
Alexander haar bijzondere Pi-gedicht. Van Dalsum schrijft
echter ook liefdesgedichten.
© Max Niematz, 1993 |
Gedichten
van haar werden in o.a. 'Millennium', 'De Rottend
Staal Nieuwsbrief'en in het Groninger Dagblad' gepubliceerd.
Als journalist is ze werkzaam voor de Epibreerder
dorpskrant 'De Epibode'.
In die functie interviewde ze o.a. Osama bin Laden,
vlak voor zijn verdwijning in december 2001 |
In de winter van 2004/2005 riepen duizenden
Opzij-lezeressen haar tot een
van de meest geliefde dichteressen van Nederland uit.
Ze behaalde de vijfde plaats (of eigenlijk de zesde, want
Nel Benschop en Anna Enquist deelden de tweede plaats),
waarmee ze kilo's geliefder bleek dan Tjitske
Jansen en Elly
de Waard.
Ze is niet alleen zeer geliefd dichteres, ook als interviewster
is ze zeer geliefd en alom geprezen:
'Zij beheerst als geen ander een interviewtechniek die
het beste dat dit edele métier te bieden heeft
combineert in één persoon.'
(Chrétien Breukers, De
Contrabas, 5-9-2005)
Raadpleeg ook www.google.com
voor meer over Liesbeth van Dalsum.
KWADRATEN EN WORTELS
Waar wortels woeden
en varkens wroeten
koester ik mijn sproeten
in algebraïsch vergelijk
wis, mijn kunde en leven
lieve lusten en streven
windewaai de kwadraten
tuimelend op wolkenplak
sprankelende getallen
dansen tussen stammen
dan dampen mijn haren
en weet ik me pi.
© Liesbeth van Dalsum,
2004
eerder gepubliceerd op
www.gedicht.nu, februari 2004.
(-)
voor T.
Hij is jong
en onbezonnen
ruikt erg naar jongen
en terug
naar mijn eigen jeugd
dichtbij
maar onbereikbaar
niet te peilen
zo gesloten
als een boek.
© Liesbeth van Dalsum,
1997
eerder gepubliceerd in De Rottend Staal Nieuwsbrief 31,
juni 1997.
JIJ WAS BIJNA
MIJ
toen, in die tuin
met rotsenbloesems
en klapzoenen, blij
was jij bijna mij
ik bijna jou
en bijname niet hij
hij was niet
niet in die tuin
was jij bijna hem
en ik zeeg
schat, jij zweeg
navenant pi
en we wisten
ons
vrij.
© Liesbeth van Dalsum,
2005