Mohs Volke

      laatste update 20 april 2004


     Previous Home Next

biografie gedicht: contact
  God: bladzijde één, 2004  
  Het hoofdstuk Aarde, 2004
 


BIOGRAFIE

Mohs Volke werd geboren op 3 april 1971 te 's-Hertogenbosch, als zoon van Johanna M.C. Stipsen en Hans R. Vlek. Hij is een liefhebber van vrouwen, muziek en drugs. In die volgorde. Hij rapt en schrijft rapteksten sinds the Sugarhill-gang uitkwam. De Graffitti Breakdance-Electric boogiegolf van 1984 was de geboorte van zijn passie voor de straat/taal/kunst. Omstreeks 1991 ontmoette hij Simon Vinkenoog niet toevallig en begon zich serieus te verdiepen in het schrijven van poëzie. Hij bleef ook Engelstalige rapteksten schrijven tijdens de warehouse rage van de vroege negentiger jaren.

De winter van 1995 was een wrede voor Volke. Hij verliet zijn vrouw en kind en zwierf door het daklozencircuit en de parken van Amsterdam. Enkele van zijn 'dakloze gedichten' werden afgedrukt in nummer zes van de eerste jaargang van de daklozenkrant 'Z'.
Mohs Volke
© Jessica Fraenk, 2004
 

Toen in 1998 café Festina Lente begon met haar Poetry Slams onder leiding van zijn oude mentor Vinkenoog, was het niet verwonderlijk dat Volke erop afsprong als een hitsige hond. Er volgden vele optredens, ondermeer bij het legendarische Poëziecircus te Utrecht, in Hotel Winston en Radio 100.

Op de vraag waarom hij tot schrijven komt, is zijn antwoord: 'Ach, na godJehova, pubertijd, een heroïne- en cocaïneverslaving, liefde voor een hoer en al mijn moedwillige slechtzijn is de muze de enige die me nog kan verheffen uit mijn pornografisch overpeinzen van de armoede in mijn leven. 't Is maar goed, dat geen miljoenendollars mij vonden.'

In augustus 2003 richtte hij met Karlijn Groet, Tom Zinger en Lucas Laherto Hirsch het dichtersgenootschap 'De Residentie' op. Begin 2004 werd De Residentie versterkt met Pom Wolff.
De Residentie treedt overal op en wint dankzij een grappige nieuwe formule vrij snel aan populariteit.

Raadpleeg ook www.google.com voor meer over Mohs Volke.

terug naar boven


GOD: BLADZIJDE ÉÉN.

Ik weet twee dingen:
Niets en dat ik vader ben.
Vader van god.

Hij speelt, hij eet, hij is.
Ik waak, kijk naar zijn bewegingen
en vertel hem alles waarvan ik denk
dat hij moet weten
zolang hij bij mij is
en ik nog hier.

Nu zie ik gelijkheid en verschil
Ik zou deze wereld niet maken
er steeds minder naar omkijken
als hij er niet was.

Dan zou ik god zijn
en geen vergeving krijgen
maar hij vertrouwt op mij
dus ik ben eerlijk.

Ik aanbid en vertel hem:
je bestaat, je bestaat
al zien ze je niet
ik ben in jou
als geloof is in liefde
zo waar.

© Mohs Volke, 2004

terug naar boven


HET HOOFDSTUK AARDE

niets is er verborgen
dan alleen mijn onwetendheid
die precies zover draagt
als armen en benen dit lichaam

alles is open: de ogen
en het vuur erin
dat al deze dingen
veranderen moet

ja, het zal doven, uiteindelijk
maar laat het nu uit liefde zijn
omdat er niets te wensen overblijft
dan deze zinnige waan
waarin we voor de ander zijn

dus neem deze prijs
dit hoofd
en schenk het
aan het museum van onze tijd

want dit zijn de dagen
die het kostbaar maken

die ons dichter brengen
bij het afscheid.

© Mohs Volke, 2004


CONTACT

Mohs Volke: mohs@planet.nl

Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© Mohs Volke/Rottend Staal Online 2004. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.