HET GROTE MARGREET SCHOUWENAAR-INTERVIEW
Epibreren - Naar aanleiding van een bizarre correspondentie
in de recentste Poëziekrant (zie de Rottend
Staal Online van 15-2-2004) stapte onze sterverslaggeefster
Liesbeth van Dalsum in haar plichéroze Mazda
626 en reed naar Margreet
Schouwenaar. De dichteres, die eerder gretig had ingestemd
met een interviewverzoek, was echter niet erg spraakzaam.
Liesbeth van Dalsum: 'Geachte mevrouw Schouwenaar.
Omdat ik al vanaf Piet
Gerbrandy's recensie (13-10-2000) van uw boek Talen
naar de val de zaak volg was ik ietwat verbaasd in
de recentste Poëziekrant (2003/#6) de correspondentie
tussen Gerbrandy
en Remco
Ekkers te lezen, waarin nu ook Ekkers (na Jan Kuijpers)
erkende dat u naar aller waarschijnlijkheid Weloverwogen
en onopgemerkt gebruikt hebt als basis (of belangrijk
ingrediënt) voor een behoorlijk aantal gedichten
in Talen naar de val. Mijn eerste vraag is derhalve:
waarom blijft u dit ontkennen?'
Margreet Schouwenaar: '...'
Van Dalsum: 'Volgens Gerbrandy was er vóór
de recensie - die u omschreef als een 'naar stuk' - niets
tussen u beiden gebeurd, Mijn tweede vraag is daarom:
Wat heeft u tegen Piet Gerbrandy en waarom?'
Margreet Schouwenaar: '...'
Van Dalsum: 'En tot slot, vraag drie: wanneer
mogen we uw volgende bundel verwachten en wat is de titel?'
Schouwenaar: '...'
Van Dalsum: 'Nou, dank u wel voor uw heldere antwoorden.
Vooral uw nieuwe boektitel is zeer verrassend en hoogst
origineel gevonden.'
(Rottend Staal Online, 3-3-2004)