Diana Ozon
      dé interviews

      laatste update 23 september 2005
      oorspronkelijk gepubliceerd: 2001, 2004, 2005


     Previous Home Next

ORANJEOZON

Naar aanleiding van het huwelijkspoëziegeschenk sprak Liesbeth van Dalsum met Diana Ozon, een van de achttien uitverkoren dichters die gedichten voor het prinselijk bruidspaar schreven.

Liesbeth van Dalsum: "Mevrouw Ozon, kunt u de ontstaansgeschiedenis van uw gedicht 'O louterend water' beschrijven?"
Diana Ozon: "Ik heb het in 1998 naar aanleiding van een visioen voor de troonopvolger geschreven. Toen hij iets met watermanagement ging doen wist ik zeker dat ik goed zat. Hoe het hem te laten bereiken was ook slechts een kwestie van geduld. Bij de uitnodiging riep ik meteen keihard "JA, beet, bingo!" nog voor ik iets over geld had gelezen."
Van Dalsum: "Dat geld is een bedrag van 1135 euro. Wat gaat u ermee doen?"
Ozon: "Het honorarium zal ik besteden aan practisch natuurbehoud in mijn directe omgeving."
Van Dalsum: "Wat denkt u met dat gedicht te bewerkstelligen?"
Ozon: "Van het gedicht hoop ik dat het wordt gelezen door Willem-Alexander en Maxima en dat het ze zal inspireren en motiveren tot daadwerkelijke bescherming van een van de kostbaarste zaken op aarde."
(Rottend Staal Online, 9-2-2002)

DE GEDACHTENBEPAALSOAP (SLOT)

Den Haag/Epibreren - Met de woorden 'René Huigen is werkzaam als vertaler, romancier, dichter en essayist. Hij behoorde met dichters als Diana Ozon en Joost Zwagerman tot de groep van de Maximalen, die zich in 1988 tegen de gevestigde poëzie afzetten' is René Huigen als laatste gedachtenbepaaldichter op de site van de Koninklijke Bibliotheek gepresenteerd.

Diana Ozon, ex-Maximaal? De 'groep van de Maximalen'? Pfffff.... Maar wat kan een mens anders verwachten van bibliotheekmedewerkers die nu al een week lang blijven beweren dat Tjitske Jansens debuut uit 2003 al in 2000 bij een compleet andere dan de werkelijke uitgeverij verscheen.

Toch was de Maximalisering van Ozon door de KB aanleiding genoeg voor onze sterverslaggeefster Liesbeth van Dalsum om in haar British grenen Jaguar XJS V12 te springen en haar zelf eens te vragen hoe dat nu zat, met haar en de Maximalen.

Liesbeth van Dalsum: 'Dag Diana. Hoe zat dat nu echt, met jou en de Maximalen? Je hebt toch nooit tot de Maximalen behoord?'
Diana Ozon: 'Nee. Dat klopt. Toch trad ik eind jaren 80 veel met de Maximalen op...'
Van Dalsum: 'Kind, nu niet overdrijven! De Maximalen bestonden van 24 mei 1988 tot en met 29 september 1989. En geen dag langer - ik weet het nog goed.'
Ozon: 'Jij je zin. In de jaren 1988 en 1989 trad ik veel met de Maximalen op. Met Koos Dalstra (Dalstar) zelfs op internationaal niveau. Ik heb een flink deel van de Maximale
promotietoer meegemaakt en was bij het Rotte Vis-incident met Michaël Zeeman.'
Van Dalsum: 'Hoe rot was die vis nu echt? En klopt het dat dit hele 'incident' in de loop der jaren danig opgeblazen is?'
Ozon: 'Ja maar die vis, heb ik het nou gezien, of kon ik het mij levendig voorstellen... het was in elk geval geen rotte vis, in het Paard in Den Haag, meen ik.'
Van Dalsum: 'Het kan ook in Delft geweest zijn. Of in Leiden. In ieder geval in Zuidholland. Maar daar wil ik het niet over hebben - al weken kissebissen Michaël Zeeman en Joost Zwagerman tot vervelens toe daar nog over na in de ingezonden brievenrubriek van HP/De Tijd. En hoe zat dat toen ook alweer met Elly de Waard. Daar hadden de Maximalen toch ook mot mee?'
Ozon: 'Ik was niet bij de aanvaring met Elly de Waard. Zij had tegen het hengstenbal van het herenelftal een vrouwengroep opgericht: De Nieuwe Wilden. Die hielden een soort oer-slam tegen de Maximalen, in Vredenburg als ik mij niet vergis. Daar was iets met een vredesduif die zich te pletter vloog in de zaal ofzo. Ikzelf zat toen in Griekenland. Er waren in die tijd constant incidenten binnen de poëzie. Die werden vakkundig door de betrokkenen uitgebuit. Het was beslist geen tamme tijd in de poëzie.'
Van Dalsum: 'Het klinkt me meer als much ado about nothing in de oren.'

Ozon: 'Achteraf was het allemaal best rebels en punky maar dan op een redelijk gevestigd niveau. De eerste die zich er weer van distancieerde was Joost Zwagerman. Die had ook wel door dat je als eenling verder kwam en dat na samen te zijn doorgebroken een groep steeds remmender zou gaan werken. Op den duur vond iedereen een eigen uitgever bij wie ze dachten beter af te zijn. Bovendien maakten zaaleigenaren en organisatoren ook zelf hun eigen keuze. Dat werkte ook versplintering in de hand.'
Van Dalsum: 'En terecht!'
Ozon: 'Die optreedboekers wilden er ook meestal een vrouw bij. In veel gevallen was ik dat dus. Ik was voor medewerking aan de bundel uitgenodigd en bleef als laatste vrouw over die ze afwezen voor de bloemlezing.'
Van Dalsum: 'En toch met ze optreden? Nou, zoiets zou ik dus nooit gedaan hebben - wat een arrogante etters!'
Ozon: 'Ahum. De Maximalen hadden een vooropgezet plan maar toch met een statement een hele generatie dichters M/V opgeroepen hun bijdragen voor de bundel in te zenden. Achteraf kwamen ze met dat 'elftal' verhaal. Knipscheer, hun uitgever, was ook de mijne en die promootte achterin de bloemlezing Maximaal mijn bundel Hup de Zee met de slogan: 'Meer maximale poezie bij In De Knipscheer'. Toch was ik van het begin af aan een eenling. Ik vertegenwoordigde een stroming opmezelf: de Popdichters.
Van Dalsum: 'De wát?'
Ozon: 'Er was een Bulkboek-uitgave getiteld Popdichters. Zeer betaalbare literatuur, speciaal geselecteerd voor middelbare scholieren en afgedrukt op krantenpapier. Allerhande klassiekers werden op die wijze aan de jeugd van toen beschikaar gemaakt. Aan Popdichters werkten mee: Johnny van Doorn, J.A. Deelder, Bart Chabot, Simon Vinkenoog, ik, Ton Lebbink, wijlen Casper van den Berg en Herman Brand. Op de laatste twee na, waarvan snel weinig meer werd vernomen in de poëziewereld, waren allen binnen korte tijd goed voor een flink stel ruggen om samen in je zaal te halen. Dat waren nog eens tijden.'
Van Dalsum: 'Dus?'
Ozon: Waren de Popdichters samen op een avondje inmiddels bijna onbetaalbaar. En als we eens samen waren vonden we zonder al te veel woorden die Maximalen maar bezig met intellectuele interessantdoenerij...'
Van Dalsum: 'Juist, ja!'
Ozon: 'Dat de poëzie een geeuwend nijlpaard was wisten we al eeuwen: daarom traden wij ook op. Tegen het slaapverwekkende gemompel. Nee, dat kon niet vaak genoeg gebeuren dus wat dat betreft waren de Maximalen ons meer dan welkom. Er gebeurde tenminste weer eens wat.'
(Rottend Staal Online, 22 oktober 2004)


RUIGOORD TROFEE VOOR OZON

Amsterdam/Epibreren - De jaarlijkse Ruigoord Trofee werd op maandagmiddag aan onze medewerker Diana Ozon uitgereikt door onze medewerker Louis Th. Lehmann, die deze trofee vorig jaar verwierf.

De Ruigoord Trofee wordt jaarlijks toegekend aan een kunstenaar die een belangrijke bijdrage levert aan het laten klinken van het Vrije Woord in Ruigoord. De prijs is een bronzen sculptuur met daarop de inscriptie 'Het Woord in Ruigoord 2005'.

Onze sterverslaggeefster Liesbeth van Dalsum was erbij en sprak na de uitreiking met de laureaat.

Liesbeth van Dalsum: 'En, Diana, had je dit verwacht?'
Diana Ozon: 'Nee. Ik dacht dat de Trofee zou worden uitgereikt aan H.H. ter Balkt. Ik zat al klaar om de man die onlangs ook terecht de PC Hooftprijs voor zijn werk ontving toe te juichen. Ik wist dus tot ik mijn naam hoorde vallen nog van niks. Op zich al een hele prestatie van de Ruigoorders om een half jaar lang niets naar mij te laten uitlekken.'
Van Dalsum: 'Hoe voel je je nu?'
Ozon: 'Ik ben helemaal sprakeloos van blijdschap. Het is zo heerlijk om hem vooral uit handen van Louis Lehmann te hebben ontvangen.'
Van Dalsum: ' Meid, we delen je blijdschap!'

(Rottend Staal Online, 17-5-2005)


Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© Liesbeth van Dalsum/Rottend Staal Online 2002-2005. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.