Bart FM Droog
      dé volginterviews

      laatste update 23 september 2005
      oorspronkelijk gepubliceerd: 2002, 2004


     Previous Home Next

DE GRONINGER STADSDICHTER GEVOLGD

Groningen/Amsterdam - Donderdag 4 april 2002 was een drukke dag voor de Groninger Stadsdichter Bart FM Droog. Liesbeth van Dalsum volgde hem.

Een felle zon straalt boven Groningen en ik sta in de lange rij wachtenden die de overzichtstentoonstelling van Ilja Repin in het Groninger Museum, die nu zijn laatste dagen is ingegaan, nog willen bijwonen. Maar ik heb me te laat in die rij gevoegd. Het is 14.30 uur, er staan nog 300 mensen voor me en ik besluit de schilderijen de schilderijen te laten. Ik bel de Groninger Stadsdichter, die ik later de dag toch nog zou volgen, op en zeg hem dat wat mij betreft de afspraak vervroegd kan worden.
Een paar minuten later komt hij aangefietst. "Ach, ik deed wat research in de bibliotheek", zegt hij, "maar het was niet echt dringend. Nu kunnen we eerst nog op een terras wat babbelen voordat de plicht roept." Tegelijkertijd grijpt hij iemand de hand en feliciteert hem. Naderhand vertelt hij: "Dat was Tjerk Bruinsma, demissionair wethouder en toekomstig burgemeester van Vlaardingen. Heb een verkiezingsvers voor hem geschreven waarmee hij burgemeester is geworden." Droog lacht.
We lopen de Folkingestraat door, bezoeken een expositie van Russische kunst ná Repin en wandelen door naar het terras voor het Newscafé.

Het is opvallend hoeveel mensen de Stadsdichter groeten. "Eeeh, dat was een oud-collega van me, uit de tijd dat ik bij Rijkswaterstaat werkte,dat is Matty de Vries, collega-dichter, ah, dat is een oude bekende uit de punkwereld, hij is Kees van der Hoef, een legendarisch figuur binnen de Groninger literaire wereld", legt hij me uit.

We nuttigen thee en cola en Droog vertelt onderwijl dat hij op zaterdag een gedicht over burgemeester Wallage moet voordragen voor de Vara en voor het schrijven daartoe bronnen heeft benaderd uit de naaste omgeving van de burgemeester - iets wat hij in zijn rol als Stadsdichter heel makkelijk kan doen: "niets dan lof voor de ambtenaren; ze helpen me geweldig. Maar nu moeten we gaan."
Terwijl Droog links en rechts gegroet wordt door mensen die hij dan weer wel, dan weer niet kent, gaan we naar het Noorderbad, waar hij een gedicht moet voordragen bij de opening van de Vensterschool Koorenspoor. "Het is wel een echt gebruiksgedicht, hoor", vertrouwt hij me toe, "gericht op een specifieke doelgroep binnen een bepaalde wijk."
Voor een tweehonderdtal mensen -waaronder heel veel kinderen van vier tot twaalf jaar - draagt hij zijn gedicht, waarin vrijwel alle twintig instelingen die onder de Vensterschool Koorenspoor vallen verwerkt zitten, voor. Daarna luistert hij naar de gedichten die kinderen geschreven hebben. "Een verdomd goed initiatief, kinderen al op jonge leeftijd met poëzie in aanraking te brengen. Ze zijn veel speelser en opener dan kids van pak-em-beet veertien jaar. Een leeftijd waarop ik zelf voor de eerste maal met poëzie in aanraking kwam. En op die leeftijd hebben kids doorgaans wel andere dingen aan hun kop."

Na de opening in de bus naar het Groninger hoofdstation passeren we een bizar verkeersongeluk. Een lesauto van Rijschool Oosterpoort is vanachter op een stadsbus geknald en zelf vanachter door een stadsbus verkreukeld. Zo te zien is er niemand gewond of gedood. Droog ziet gebiologeerd de ravage aan. "Wauw, daar heeft iemand effe goed niet opgelet."

Een tweeënhalf uur later bevinden we ons op het terras van het Amsterdamse Café de Zwart, waar de auteur Tommy Wieringa, die juist zijn derde roman Alles over Tristan heeft gepresenteerd, met Droog heeft afgesproken. Droog neemt een snelle scan in het café, rapporteert, "nee, geen Wieringa", en buiten wachten we af. De Groninger Stadsdichter schampert over Amsterdam, beveelt me Groningen aan als dé stad om te zijn en begroet uiteindelijk Wieringa uitbundig.

"Heb jij al gegeten?" vraagt Wieringa. "Een broodje haring, een broodje kaas en een bifiworstje. Railcatering sucks," antwoordt Droog. De heren druipen af naar Broodje van Kootje.

Bij het betreden van Café de Zwart zie ik drie redacteuren van het tijdschrift Awater zitten: Pieter Boskma, Ilja Pfeijffer en Menno Wigman, Dichters Maria Barnas en René Huigen, alsmede de auteur Hafid Bouazza en Bezige Bij-redacteur Jasper Henderson staan aan de bar. Ik ben erg benieuwd naar wat de Groninger Stadsdichter gaat doen.
Een beetje tot mijn verbazing breekt er geen gevecht uit, maar knikt Droog Pfeijffer beleefd toe. "Dat langharig speelgoeddier", zegt hij naderhand."Ik overwoog nog even om hem een cadeautje te geven, namelijk de nieuwe 'Vera Krant', maar waarom eigenlijk? Ben hier om te feesten, niet om mijn tijd te verdoen aan windeieren."
Het werd nog erg laat en gezellig. Droog en Pfeijffer, in het land meer en meer gezien als tot elkaar veroordeeld, spraken elkaar niet. Ilja Pfeijffer verliet het feest met de mededeling ''Dag Bart" en verdween in de nacht.

(Liesbeth van Dalsum, Rottend Staal Online, 6-4-2002)

EEN SURREALISTISCHE CEREMONIE

Groningen - Gistermiddag werd in Groningen John Mulders gecremeerd. Bij de plechtigheid droeg de Groninger Stadsdichter een In Memoriamgedicht voor. Liesbeth van Dalsum vroeg hem hoe het in zijn werk ging.

Liesbeth van Dalsum: "Hoe ging dat in zijn werk?"
Bart FM Droog:
"Werd dinsdagmiddag gebeld door een van de twee gemeentelijke uitvaartbeambten, mevrouw Nelly Schipper. Die me vertelde dat de volgende dag Johannes Mulders gecremeerd zou worden en dat niemand de crematie zou bijwonen. Ik vroeg haar om me alles te vertellen wat ze over hem wist, teneinde een gedicht te kunnen schrijven. Dat heb ik in twee delen gedaan: direct na het telefoongesprek mijn eerste impressies vastgelegd en op de ochtend voor de crematie deze verder uitgewerkt.
Bij het sfeervolle crematorium aangekomen informeerde ik in welke aula ik moest zijn en kreeg tot mijn grote consternatie te horen dat de plechtigheid al gedaan was. Wat godzijdank niet het geval bleek, omdat op het laatste moment de zus van Johannes besloten had te komen - maar ze was in Groningen-stad verdwaald. De uitvaartleider besloot derhalve de plechtigheid uit te stellen en ik werd in de chauffeurskantine van het cematorium gestald tot de zus arriveerde.
Ze kwam met een vriendin. Ik ging bij haar zitten en vroeg haar wat zijn roepnaam was - John. Zelf was ze onderwijzeres te Rotterdam en had haar broer een jaar geleden het laatst gezien. Ook zij wist weinig van zijn leven hier - het intrigerendste was dat John M. een kind heeft rondlopen, waarvan ze naam noch geslacht kende. Dat kind is zover ik weet niet bij de gemeente bekend.
Enfin, iets later werden we de grote aula ingeleid. John lag in een blankhouten kist. De zus en haar vriendin, de uitvaartleider, een man van een uitvaartbedrijf en ik waren de enigen in die grote zaal.
De ceremonie begon; eerst: muziek, type muzak. Dan, het gedicht:

I.M. JOHN MULDERS

Wat is er gebeurd
dat jij, 41 jaar
verkoos te sterven

in een naamloos huis
op een onbekende dag
in deze trotse stad

waardoor je liep
waar je gebruikte
waar je was

en nu niet meer

John, wat waren
je naam, je jeugd
je liefdes, je plezier

wat is er gebeurd
dat jij, 41 jaar
hoe was het - nee

ga en vind vrede
wals in de wolken
boven deze stad

en huil nimmermeer.

Weer muziek. Een mooie, korte toespraak van de uitvaartleider. De ceremonie liep ten einde. Ik stootte de zus aan en zei haar dat als, zoals ze van tevoren gezegd had, ze nog iets wilde zeggen ze dat nu kon doen. Ze liep naar de kist en nam geëmotioneerd afscheid van haar broer met lieve, lieve woorden. Weer muziek en de kist verdween. De dienst was voorbij.
De uitvaartleider leidde ons via vele gangen en zalen naar een van de uitgangen. Ik nam afscheid van de zus en de vriendin, sprak nog even met de uitvaartleider en holde naar mijn auto, daar ik twee uur later cultuurhotemetoten in Slot Zeist te Zeist moest vermaken."
Van Dalsum: Eerder noemde je de overledene Johannes M. Nu noem je zijn hele naam. Waarom?
Droog: "Vanwege het kind. Ik weet dat dit interview online gaat en blijft. Dus mocht het kind ooit iets over zijn of haar vader via internet willen achterhalen, dan kan dat nu. Maar ook omdat John vrienden gehad moet hebben - zij waren volgens zus Tineke de reden dat hij ooit naar Groningen was gekomen. Misschien lezen ze dit. ' Johannes M.' zal hen niets zeggen, John Mulders wel."
Van Dalsum: "Wat was je totaalindruk?"
Droog: "Ik heb een goed gevoel over wat ik daar gedaan heb: namens de Stad Groningen een van haar burgers respect betoond en de zus een klein monumentje van papier gegeven."
(Rottend Staal Online, 30-5-2002)


IS BART FM DROOG PARANORMAAL?

Epibreren - Oplettende lezers zal het niet ontgaan zijn dat vandaag de bundel In Memoriam Prins Claus. Gedichten verschijnt. De samensteller ervan, die later vandaag via Radio Noord (om 12.30 uur) en via Radio 1 (om 13.30 uur) het volk over deze bundel gaat voorlichten, had de afgelopen dagen enige opmerklijke ervaringen, die wellicht samenhangen met de bundel. Liesbeth van Dalsum vroeg hem wat er gebeurd is.

Liesbeth van Dalsum: "Bart, wat is je overkomen?"
Droog: "Wel, gisteren had ik een droom.
Van Dalsum: "Gunst, dat heb ik ook wel eens."
Droog: "Droomde gisteren dat ik bij prins Claus op bezoek was en hem het boek gaf. Moest daartoe een open lift gebruiken die me circa 40 meter in de hoogte voerde, waar een wand openschoof en ik hem op een stoel op een groot grasveld zag zitten. Hij was gezond en toch ietwat geschokt zijn eigen overlijdensdatum te lezen. Maar de gedichten vond hij mooi. Werd wakker toen hij me naar zijn vrouw verwees."
Van Dalsum: "Nou, dat is wel een heel bijzondere droom!"
Droog: "Maar dat is nog niet alles. Later die dag zag ik een doodsvogeltje. Was op begraafplaats Selwerderhof met een fotograaf van het NRC, en we bekeken een vers gedolven graf. Het was heel diep, 2,5 meter ongeveer. Zag iets fladderen en dacht: 'wat gek, een vlinder in de winter'.
Keek beter en zag een roodborstje uit dat graf vliegen. Een paar minuten later, bij de fotosessie op de opslagplaats van afgedankte grafstenen kwam dat vogeltje weer. Het leek ons te volgen, van zerk tot zerk hoppend. Heel weird."
Van Dalsum: "Betekent dit dat je paranormaal begaafd bent?"
Droog: "Ik denk eerder dat het een toevallig samenvloeien van het fluctum was."

Meer over de Clausbundel in het NRC en AD van donderdag 19 december 2002 en in het NRC van vrijdag 3 januari 2003, alsmede via gemelde radiozenders, zaterdag op Businessradio, rond 13.30 uur en a.s. maandag via NCRV's Plein Publiek..
(Rottend Staal Online, 19-12-2002)

HOOG OVERLEG OVER DE VERKIEZINGEN TE ROTTERDAM-ZUID

Epibreren - Onze hoofdredacteur Bart FM Droog keerde juist op het eiland terug van een overleg met Poetry International over de verkiezingen. Liesbeth van Dalsum, voor de gelegenheid gekleed in haar zachtroze jachtkostuum, vroeg hem hoe het voelde.
Droog: 'Wel, Poetry International zal volgende week bij een overleg tussen Poetry, NRC en KB mijn verzoek tot goedkeuring van de huidige verkiezingen en de uitslag ervan aan de Hoge Dames en Heren te Rotjeknor en de Hofstad doorgeven.'
Van Dalsum: 'En?'
Droog: 'Dat is het eigenlijk. Ik kreeg nog wel te horen dat de afgetreden Landsdichter eigenlijk nog gewoon in functie is maar als zodanig niets meer doet.
Van Dalsum: 'Maar hoe zit het dan met de Sandwichreeks? Met de Poëzieclub? Met Awater?'
Droog: 'De prachtige Sandwich-reeks bij Uitgeverij 521 continueert. Dat is heel fijn, maar ik zie niet in wat dat nog met het Dichter des Vaderlandsschap te maken heeft: ik zie het als een project van de mensch Komrij en Uitgeverij 521, waarvan ik hoop dat het ook na 2005 gecontinueerd wordt, als dan alweer de dérde DDV in functie is.'
'Voor de Poëzieclub schijnt onze medewerker Komrij nog wél actief te blijven als DDV, maar hoe werd me niet duidelijk.'
'En Awater, het blad bestaat en zal hopelijk blijven bestaan. Het heeft overigens evenveel lezers in een jaar als Rottend Staal in een week - dus om daarover te jubelen dat het zo succesvol is lijkt me wat overtrokken. Anyhow: Komrij maakt geen deel meer uit van de redactie.'
Van Dalsum: 'Dus?'
Droog: 'Hoe zeggen ze dat ook weer zo mooi in Vlaanderen?'
Van Dalsum: 'Oh, moet ik Karel Smits daarover bellen? Hij is per slot van rekening Vlaming.'
Droog: 'Dat is niet nodig, ik weet het weer: Gerrit Komrij is effectief afgetreden als eerste Dichter des Vaderlands. De dichter of dichters die hem op 23 februari opvolgt of opvolgen wordt of worden effectief de tweede DDV, tot de derde DDV verkozen is, op de vooravond van Gedichtendag 2005.
Van Dalsum: 'En nu?'
Droog: 'Hoop ik dat onze medewerker én lezer Gerrit Komrij een eind maakt aan de verwarring en algehele gekte en onze lezers meedeelt dat hij hoopt op veel kiezers, zowel nu, in februari 2004 als straks, in december 2004.
En hoop ik ook dat onze lezers op het Poëzieclubkantoor, bij het NRC Handelsbladbureel en in het Ministeriegebouw de betrokken lieden zeggen van 'doe effe normaal, hier wordt een mogelijkheid geboden om logge bureaucratische processen te omzeilen: spring erop in.'
(Rottend Staal Online, 10-2-2004)


MEANDER BRENGT VERBODEN WOORD

Epibreren - Op het eiland is verbaasd gereageerd op een 'recensie' die deze week in Meander verscheen. Het gaat om een bespreking van het duur uitgevoerde, onder black lights oplichtende boek Radioactief van onze hoofdredacteur. Liesbeth van Dalsum zocht en vond hem in de haven, waar hij met een laptop zat te lunchwerken.

Liesbeth van Dalsum: 'Droog, waarom de verbazing?'
Droog. 'In de eerste plaats natuurlijk omdat de flapdrol die m'n boek bespreekt het woord *********** gebruikt, en dan als voorbeeld een gedicht aanhaalt dat zeer moeilijk is voor te dragen, namelijk 'Zomertoer 2000'.
Van Dalsum: 'Dat gedicht staat toch ook op je Rottend Staal-pagina?'
Droog: 'Jazeker. Dat poëempje beschrijft namelijk een autoreis van circa 3500 kilometer, waarbij drie poëziefestivals worden aangedaan, in welgeteld zeven verschillende woorden. Gerangschikt in vijf strofes van steeds drie regels van drie woorden van elk twee lettergrepen. Als je dat vermenigvuldigt, dan weer de wortel daaruit trekt en...
Van Dalsum: 'Ja, kom! Ik ben gespecialiseerd in mathematische poëzie, dus je hoeft me echt niet te gaan uitleggen dat de grondgedachte bestaat uit priemgetallen die door vermenigvuldiging en deling uiteindelijk tot pi leiden.'
Droog: 'Exact! Neemt niet weg dat juist door het gebruik van die zeven woorden in steeds weer andere volgordes het gedicht zich heel moeilijk uit het hoofd laat leren. Ik gebruik het zelden bij optredens, dus om juist dat *********** te noemen getuigt van grote domheid.'
Van Dalsum: 'Wat ik wel het domste vind is dat hij het 'sober uitgevoerd' noemt.'
Droog: 'Precies! Waardoor ik betwijfel of hij wel met de bundel heeft staan dansen in een discotheek. Daartoe is het boek gemaakt. Daartoe is het voorzien van de speciale inkt die oplicht onder een blacklight. Moet je die sukkels dan werkelijk alles uitleggen?'
Van Dalsum: 'En dat noemt zich recensent!'
Droog: 'Maar het kan nog erger.'
Van Dalsum: 'Dat meen je niet!'
Droog: 'Jawis. Gisteren werd me een manier verteld hoe en waar je de recensies van de Bibliotheekdienst kan vinden.'
Van Dalsum: 'Hoe en waar?'
Droog: 'Dat werd me mondeling meegedeeld door de chef collectievorming van de Openbare Bibliotheek Groningen, Douwe van der Bijl, in de huiskamer van Tjitse Hofman.'
Van Dalsum: 'Flauw hoor. Ik bedoel hoe je die recensies kan vinden, niet hoe je het verteld is!'
Droog: 'Dat kon ik toch niet weten? Maar goed, als het zo moet: men surfe naar de site van de Openbare Bibliotheek Groningen, www.obgron.nl. Aldaar klikke men links op 'Catalogus'. Klik dan op 'Zoeken op schrijver, artiest, componist', vul de te vinden auteursnaam in, en een overzicht verschijnt van titels van de desbetreffende auteur.
Van Dalsum: 'En dan?'
Droog 'Klikke men even door, tot een pagina verschijnt over een specifiek boek. Op die pagina is een paars vlak, waarop men kan klikken en dan krijgt men de recensie van de Bibliotheekdienst te zien.'
Van Dalsum: 'Ja, als ik even je laptop mag gebruiken... zo... ja... klik, okido. En nu, hoe kan het nog erger?'
Droog: 'De bespreking van Radioactief is dit:

'Korte bespreking:
- Ko van Geemert'

Van Dalsum: 'Dat is wel een héél korte bespreking. Volgens mij de kortste bespreking ooit.'
Droog: 'Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben. Ik ben dan ook stinkend jaloers op collega Hofman, over wiens Roodvocht de bibliotheekrecensente Els van Geene uiterst wijdlopig uitpakt:

'De titel van deze bundel suggereert drift en actie. De dichter wil dat er 'bloedsoep kookt', 'dat het borrelt'. In deze postmoderne poëzie verwacht de lezer dan natuurlijk geen hemelbestormende idealen of strijd voor wat dan ook. Maar het moet er wel een beetje spannen, wil je niet totaal wegzinken in de landerigheid! De lezer zoekt dan zijn weg tussen losse flodders, pastorale natuurtafereeltjes-met-heimwee-naar-vroeger, seizoensobservaties, wakker worden,bijslaap en veel meligheid. Alleen in het gedicht over het 'Rock en Oeralfeest' in een café-bar dampt het en beweegt het allemaal net zo plastisch als de dichter in het titelgedicht belooft... Hopelijk heeft Hofman daar nog meer van in portefeuille.'

Van Dalsum: 'Nou zeg, niets dan lof! Hij boft maar met zo'n kei van een recensente!'
Droog: 'Ja, hij wel. Al lijkt het me sterk dat het 'Rock en Oeralfeest'-gedicht die titel draagt.'
Van Dalsum: 'Och ja, het is natuurlijk 'Rock en Oerol! Maar wat verschijnt daar op je laptopje?'
Droog: 'Huh... het is, het lijkt, ja verrek, het is echt! Een lovende bespreking van Radioactief op de NPS-site 'Iets met boeken'. Attenooie!'

(Rottend Staal Online, 14-5-2004)

GRONINGEN ZOEKT NIEUWE STADSDICHTER

Nijmegen - Op de website van de gemeente Groningen is dit bericht te lezen: 'Het college van B&W roept geïnteresseerde kandidaten op om zich te melden als stadsdichter voor 2005 en 2006. De stadsdichter schrijft tenminste zes stadsgedichten per jaar en ontvangt daarvoor een vergoeding van 5.000 euro bruto per jaar. De aanmeldingstermijn sluit op 31 december. Kandidaten moeten in Groningen wonen en de dichter moet van professioneel niveau zijn.'

Uit de kleine lettertjes blijkt dat niets een herbenoeming van de zittende stadsdichter, tevens onze hoofdredacteur, in de weg staat. Daarom sprong onze sterverslaggeefster Liesbeth van Dalsum juist in de blauwe Volkswagenbus van Wintertuindirecteur Frank Tazelaar en reed daarmee frontaal op het Wintertuinkantoor in, waar Bart FM Droog aan het werken was.

Liesbeth van Dalsum: 'Hallo Bart, ga je er opnieuw voor?'
Bart FM Droog: 'Ja. Juist in deze roerige tijd heeft het volk behoefte aan stabiliteit. Bovendien ben ik de enige Groninger met enige ervaring op stadsdichtersgebied en heeft de gemeente herhaaldelijk haar vreugde over mij geuit.'
Van Dalsum: 'Ja, dat is natuurlijk wel waar. Maar stel dat je het niet wordt, wie zou je dan graag als opvolger zien?'
Droog: 'De eerste namen die me te binnen schieten zijn in alfabetische volgorde Anneke Claus, Daniel Dee, Sieger M. Geertsma, Jan Glas, Wouter Godijn, Karel ten Haaf, Tjitse Hofman, Petra Else Jekel, Paul Janssen, Gertjan Laan, Ronald Ohlsen, Kasper Peters, Jean Pierre Rawie, Suze Sanders, Albertina Soepboer, Corrnelis van der Wal, Driek van Wissen en Guido van der Wolk.'
Van Dalsum: 'Wat een slap antwoord.'
Droog: 'Dan moet je maar een betere vraag stellen.'
Van Dalsum: 'Wie vind je absoluut ongeschikt?'
Droog: 'Al die dichters die zichzelf belangrijk wanen. Belangrijk zijn de rioolwerkers, de milieudienstmedewerkers en de bakkersknechten. En natuurlijk al diegenen die anders dan ik heten. Zoals mijn moeder al zei: 'Voor wie ik liefheb wil ik heten.'
Van Dalsum: 'Hum? Dat is toch van Neeltje Maria Min? Is zij werkelijk je moeder?'
Droog: 'De vraag stellen is deze beantwoorden.'
Van Dalsum: 'Tot slot, heb je eigenlijk wel blijvende stadsgedichten geschreven? Die ook buiten Groningen en los van de waan van de dag de moeite van het lezen waard zijn?'
Droog: 'Alhoewel men nooit de kip moet prijzen voordat de haan onthoofd is, meen ik toch van ja. Al was het maar omwille van het maffe gedicht 'Groningen uber alles.'

(Rottend Staal Online, 26-11-2004)

Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© Liesbeth van Dalsum/Rottend Staal Online 2005. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.