DE GRONINGER STADSDICHTER
GEVOLGD
Groningen/Amsterdam - Donderdag
4 april 2002 was een drukke dag voor de Groninger Stadsdichter
Bart FM Droog. Liesbeth
van Dalsum volgde hem.
Een felle zon straalt boven Groningen en ik sta in de
lange rij wachtenden die de overzichtstentoonstelling
van Ilja Repin in het Groninger Museum, die nu zijn laatste
dagen is ingegaan, nog willen bijwonen. Maar ik heb me
te laat in die rij gevoegd. Het is 14.30 uur, er staan
nog 300 mensen voor me en ik besluit de schilderijen de
schilderijen te laten. Ik bel de Groninger Stadsdichter,
die ik later de dag toch nog zou volgen, op en zeg hem
dat wat mij betreft de afspraak vervroegd kan worden.
Een paar minuten later komt hij aangefietst. "Ach,
ik deed wat research in de bibliotheek", zegt hij,
"maar het was niet echt dringend. Nu kunnen we eerst
nog op een terras wat babbelen voordat de plicht roept."
Tegelijkertijd grijpt hij iemand de hand en feliciteert
hem. Naderhand vertelt hij: "Dat was Tjerk Bruinsma,
demissionair wethouder en toekomstig burgemeester van
Vlaardingen. Heb een verkiezingsvers voor hem geschreven
waarmee hij burgemeester is geworden." Droog lacht.
We lopen de Folkingestraat door, bezoeken een expositie
van Russische kunst ná Repin en wandelen door naar
het terras voor het Newscafé.
Het is opvallend hoeveel mensen de Stadsdichter groeten.
"Eeeh, dat was een oud-collega van me, uit de tijd
dat ik bij Rijkswaterstaat werkte,dat is Matty
de Vries, collega-dichter, ah, dat is een oude bekende
uit de punkwereld, hij is Kees
van der Hoef, een legendarisch figuur binnen de Groninger
literaire wereld", legt hij me uit.
We nuttigen thee en cola en Droog vertelt onderwijl dat
hij op zaterdag een gedicht over burgemeester Wallage
moet voordragen voor de Vara en voor het schrijven daartoe
bronnen heeft benaderd uit de naaste omgeving van de burgemeester
- iets wat hij in zijn rol als Stadsdichter heel makkelijk
kan doen: "niets dan lof voor de ambtenaren; ze helpen
me geweldig. Maar nu moeten we gaan."
Terwijl Droog links en rechts gegroet wordt door mensen
die hij dan weer wel, dan weer niet kent, gaan we naar
het Noorderbad, waar hij een gedicht moet voordragen bij
de opening van de Vensterschool Koorenspoor. "Het
is wel een echt gebruiksgedicht, hoor", vertrouwt
hij me toe, "gericht op een specifieke doelgroep
binnen een bepaalde wijk."
Voor een tweehonderdtal mensen -waaronder heel veel kinderen
van vier tot twaalf jaar - draagt hij zijn gedicht, waarin
vrijwel alle twintig instelingen die onder de Vensterschool
Koorenspoor vallen verwerkt zitten, voor. Daarna luistert
hij naar de gedichten die kinderen geschreven hebben.
"Een verdomd goed initiatief, kinderen al op jonge
leeftijd met poëzie in aanraking te brengen. Ze zijn
veel speelser en opener dan kids van pak-em-beet veertien
jaar. Een leeftijd waarop ik zelf voor de eerste maal
met poëzie in aanraking kwam. En op die leeftijd
hebben kids doorgaans wel andere dingen aan hun kop."
Na de opening in de bus naar het Groninger hoofdstation
passeren we een bizar verkeersongeluk. Een lesauto van
Rijschool Oosterpoort is vanachter op een stadsbus geknald
en zelf vanachter door een stadsbus verkreukeld. Zo te
zien is er niemand gewond of gedood. Droog ziet gebiologeerd
de ravage aan. "Wauw, daar heeft iemand effe goed
niet opgelet."
Een tweeënhalf uur later bevinden we ons op het terras
van het Amsterdamse Café de Zwart, waar de auteur
Tommy
Wieringa, die juist zijn derde roman Alles over
Tristan heeft gepresenteerd, met Droog heeft afgesproken.
Droog neemt een snelle scan in het café,
rapporteert, "nee, geen Wieringa", en buiten
wachten we af. De Groninger Stadsdichter schampert over
Amsterdam, beveelt me Groningen aan als dé stad
om te zijn en begroet uiteindelijk Wieringa uitbundig.
"Heb jij al gegeten?" vraagt Wieringa. "Een
broodje haring, een broodje kaas en een bifiworstje. Railcatering
sucks," antwoordt Droog. De heren druipen
af naar Broodje van Kootje.
Bij het betreden van Café de Zwart zie ik drie
redacteuren van het tijdschrift Awater zitten: Pieter
Boskma, Ilja
Pfeijffer en Menno
Wigman, Dichters Maria
Barnas en René
Huigen, alsmede de auteur Hafid
Bouazza en Bezige Bij-redacteur Jasper
Henderson staan aan de bar. Ik ben erg benieuwd naar
wat de Groninger Stadsdichter gaat doen.
Een beetje tot mijn verbazing breekt er geen gevecht uit,
maar knikt Droog Pfeijffer beleefd toe. "Dat langharig
speelgoeddier", zegt hij naderhand."Ik overwoog
nog even om hem een cadeautje te geven, namelijk de nieuwe
'Vera Krant', maar waarom eigenlijk? Ben hier om te feesten,
niet om mijn tijd te verdoen aan windeieren."
Het werd nog erg laat en gezellig. Droog en Pfeijffer,
in het land meer en meer gezien als tot elkaar veroordeeld,
spraken elkaar niet. Ilja Pfeijffer verliet het feest
met de mededeling ''Dag Bart" en verdween in de nacht.
(Liesbeth van Dalsum, Rottend Staal Online, 6-4-2002)
EEN SURREALISTISCHE
CEREMONIE
Groningen - Gistermiddag werd in Groningen
John Mulders gecremeerd. Bij de plechtigheid droeg de Groninger
Stadsdichter een In Memoriamgedicht voor. Liesbeth van Dalsum
vroeg hem hoe het in zijn werk ging.
Liesbeth van Dalsum: "Hoe ging dat in zijn werk?"
Bart FM Droog: "Werd dinsdagmiddag gebeld door
een van de twee gemeentelijke uitvaartbeambten, mevrouw
Nelly Schipper. Die me vertelde dat de volgende dag Johannes
Mulders gecremeerd zou worden en dat niemand de crematie
zou bijwonen. Ik vroeg haar om me alles te vertellen wat
ze over hem wist, teneinde een gedicht te kunnen schrijven.
Dat heb ik in twee delen gedaan: direct na het telefoongesprek
mijn eerste impressies vastgelegd en op de ochtend voor
de crematie deze verder uitgewerkt.
Bij het sfeervolle crematorium aangekomen informeerde ik
in welke aula ik moest zijn en kreeg tot mijn grote consternatie
te horen dat de plechtigheid al gedaan was. Wat godzijdank
niet het geval bleek, omdat op het laatste moment de zus
van Johannes besloten had te komen - maar ze was in Groningen-stad
verdwaald. De uitvaartleider besloot derhalve de plechtigheid
uit te stellen en ik werd in de chauffeurskantine van het
cematorium gestald tot de zus arriveerde.
Ze kwam met een vriendin. Ik ging bij haar zitten en vroeg
haar wat zijn roepnaam was - John. Zelf was ze onderwijzeres
te Rotterdam en had haar broer een jaar geleden het laatst
gezien. Ook zij wist weinig van zijn leven hier - het intrigerendste
was dat John M. een kind heeft rondlopen, waarvan ze naam
noch geslacht kende. Dat kind is zover ik weet niet bij
de gemeente bekend.
Enfin, iets later werden we de grote aula ingeleid. John
lag in een blankhouten kist. De zus en haar vriendin, de
uitvaartleider, een man van een uitvaartbedrijf en ik waren
de enigen in die grote zaal.
De ceremonie begon; eerst: muziek, type muzak. Dan, het
gedicht:
I.M. JOHN MULDERS
Wat is er gebeurd
dat jij, 41 jaar
verkoos te sterven
in een naamloos huis
op een onbekende dag
in deze trotse stad
waardoor je liep
waar je gebruikte
waar je was
en nu niet meer
John, wat waren
je naam, je jeugd
je liefdes, je plezier
wat is er gebeurd
dat jij, 41 jaar
hoe was het - nee
ga en vind vrede
wals in de wolken
boven deze stad
en huil nimmermeer.
Weer muziek. Een mooie, korte toespraak
van de uitvaartleider. De ceremonie liep ten einde. Ik stootte
de zus aan en zei haar dat als, zoals ze van tevoren gezegd
had, ze nog iets wilde zeggen ze dat nu kon doen. Ze liep
naar de kist en nam geëmotioneerd afscheid van haar
broer met lieve, lieve woorden. Weer muziek en de kist verdween.
De dienst was voorbij.
De uitvaartleider leidde ons via vele gangen en zalen naar
een van de uitgangen. Ik nam afscheid van de zus en de vriendin,
sprak nog even met de uitvaartleider en holde naar mijn
auto, daar ik twee uur later cultuurhotemetoten in Slot
Zeist te Zeist moest vermaken."
Van Dalsum: Eerder noemde je de overledene Johannes
M. Nu noem je zijn hele naam. Waarom?
Droog: "Vanwege het kind. Ik weet dat dit interview
online gaat en blijft. Dus mocht het kind ooit iets over
zijn of haar vader via internet willen achterhalen, dan
kan dat nu. Maar ook omdat John vrienden gehad moet hebben
- zij waren volgens zus Tineke de reden dat hij ooit naar
Groningen was gekomen. Misschien lezen ze dit. ' Johannes
M.' zal hen niets zeggen, John Mulders wel."
Van Dalsum: "Wat was je totaalindruk?"
Droog: "Ik heb een goed gevoel over wat ik daar
gedaan heb: namens de Stad Groningen een van haar burgers
respect betoond en de zus een klein monumentje van papier
gegeven."
(Rottend Staal Online, 30-5-2002)
IS BART FM DROOG PARANORMAAL?
Epibreren - Oplettende lezers zal het
niet ontgaan zijn dat vandaag de bundel In
Memoriam Prins Claus. Gedichten verschijnt. De samensteller
ervan, die later vandaag via Radio Noord (om 12.30 uur)
en via Radio 1 (om 13.30 uur) het volk over deze bundel
gaat voorlichten, had de afgelopen dagen enige opmerklijke
ervaringen, die wellicht samenhangen met de bundel. Liesbeth
van Dalsum vroeg hem wat er gebeurd is.
Liesbeth van Dalsum: "Bart,
wat is je overkomen?"
Droog: "Wel, gisteren had ik een droom.
Van Dalsum: "Gunst, dat heb ik ook wel eens."
Droog: "Droomde gisteren dat ik bij prins Claus
op bezoek was en hem het boek gaf. Moest daartoe een open
lift gebruiken die me circa 40 meter in de hoogte voerde,
waar een wand openschoof en ik hem op een stoel op een groot
grasveld zag zitten. Hij was gezond en toch ietwat geschokt
zijn eigen overlijdensdatum te lezen. Maar de gedichten
vond hij mooi. Werd wakker toen hij me naar zijn vrouw verwees."
Van Dalsum: "Nou, dat is wel een heel bijzondere
droom!"
Droog: "Maar dat is nog niet alles. Later die
dag zag ik een doodsvogeltje. Was op begraafplaats Selwerderhof
met een fotograaf van het NRC, en we bekeken een vers gedolven
graf. Het was heel diep, 2,5 meter ongeveer. Zag iets fladderen
en dacht: 'wat gek, een vlinder in de winter'.
Keek beter en zag een roodborstje
uit dat graf vliegen. Een paar minuten later, bij de fotosessie
op de opslagplaats van afgedankte grafstenen kwam dat vogeltje
weer. Het leek ons te volgen, van zerk tot zerk hoppend.
Heel weird."
Van Dalsum: "Betekent dit dat je paranormaal
begaafd bent?"
Droog: "Ik denk eerder dat het een toevallig
samenvloeien van het fluctum was."
Meer over de Clausbundel in het NRC en AD van donderdag
19 december 2002 en in het NRC van vrijdag 3 januari 2003,
alsmede via gemelde radiozenders, zaterdag op Businessradio,
rond 13.30 uur en a.s. maandag via NCRV's Plein Publiek..
(Rottend Staal Online, 19-12-2002)
HOOG OVERLEG OVER DE VERKIEZINGEN TE
ROTTERDAM-ZUID
Epibreren - Onze hoofdredacteur Bart FM Droog keerde juist
op het eiland terug van een overleg met Poetry International
over de verkiezingen. Liesbeth van Dalsum, voor de gelegenheid
gekleed in haar zachtroze jachtkostuum, vroeg hem hoe het
voelde.
Droog: 'Wel, Poetry International zal volgende week
bij een overleg tussen Poetry,
NRC en
KB mijn
verzoek tot goedkeuring van de huidige verkiezingen en de
uitslag ervan aan de Hoge Dames en Heren te Rotjeknor en
de Hofstad doorgeven.'
Van Dalsum: 'En?'
Droog: 'Dat is het eigenlijk. Ik kreeg nog wel te
horen dat de afgetreden Landsdichter eigenlijk nog gewoon
in functie is maar als zodanig niets meer doet.
Van Dalsum: 'Maar hoe zit het dan met de Sandwichreeks?
Met de Poëzieclub? Met Awater?'
Droog: 'De prachtige Sandwich-reeks bij Uitgeverij
521 continueert. Dat is heel fijn, maar ik zie niet
in wat dat nog met het Dichter des Vaderlandsschap te maken
heeft: ik zie het als een project van de mensch Komrij
en Uitgeverij 521, waarvan ik hoop dat het ook na 2005 gecontinueerd
wordt, als dan alweer de dérde DDV in functie is.'
'Voor de Poëzieclub schijnt onze medewerker Komrij
nog wél actief te blijven als DDV, maar hoe werd
me niet duidelijk.'
'En Awater, het blad bestaat en zal hopelijk blijven bestaan.
Het heeft overigens evenveel lezers in een jaar als Rottend
Staal in een week - dus om daarover te jubelen dat het zo
succesvol is lijkt me wat overtrokken. Anyhow: Komrij maakt
geen deel meer uit van de redactie.'
Van Dalsum: 'Dus?'
Droog: 'Hoe zeggen ze dat ook weer zo mooi in Vlaanderen?'
Van Dalsum: 'Oh, moet ik Karel Smits daarover bellen?
Hij is per slot van rekening Vlaming.'
Droog: 'Dat is niet nodig, ik weet het weer: Gerrit
Komrij is effectief afgetreden als eerste Dichter
des Vaderlands. De dichter of dichters die hem op 23 februari
opvolgt of opvolgen wordt of worden effectief de
tweede DDV, tot de derde DDV verkozen is, op de vooravond
van Gedichtendag 2005.
Van Dalsum: 'En nu?'
Droog: 'Hoop ik dat onze medewerker én lezer
Gerrit Komrij een eind maakt aan de verwarring en algehele
gekte en onze lezers meedeelt dat hij hoopt op veel kiezers,
zowel nu, in februari 2004 als straks, in december 2004.
En hoop ik ook dat onze lezers op het Poëzieclubkantoor,
bij het NRC Handelsbladbureel en in het Ministeriegebouw
de betrokken lieden zeggen van 'doe effe normaal, hier wordt
een mogelijkheid geboden om logge bureaucratische processen
te omzeilen: spring erop in.' (Rottend
Staal Online, 10-2-2004)
MEANDER BRENGT VERBODEN WOORD
Epibreren - Op het eiland is verbaasd gereageerd op een
'recensie'
die deze week in Meander verscheen. Het gaat om een bespreking
van het duur uitgevoerde, onder black lights oplichtende
boek Radioactief van onze hoofdredacteur. Liesbeth
van Dalsum zocht en vond hem in de haven, waar hij met een
laptop zat te lunchwerken.
Liesbeth van Dalsum: 'Droog, waarom de verbazing?'
Droog. 'In de eerste plaats natuurlijk omdat de
flapdrol die m'n boek bespreekt het woord ***********
gebruikt, en dan als voorbeeld een gedicht aanhaalt dat
zeer moeilijk is voor te dragen, namelijk 'Zomertoer 2000'.
Van Dalsum: 'Dat gedicht staat toch ook op je
Rottend Staal-pagina?'
Droog: 'Jazeker. Dat poëempje beschrijft namelijk
een autoreis van circa 3500 kilometer, waarbij drie poëziefestivals
worden aangedaan, in welgeteld zeven verschillende woorden.
Gerangschikt in vijf strofes van steeds drie regels van
drie woorden van elk twee lettergrepen. Als je dat vermenigvuldigt,
dan weer de wortel daaruit trekt en...
Van Dalsum: 'Ja, kom! Ik ben gespecialiseerd in mathematische
poëzie, dus je hoeft me echt niet te gaan uitleggen
dat de grondgedachte bestaat uit priemgetallen die door
vermenigvuldiging en deling uiteindelijk tot pi leiden.'
Droog: 'Exact! Neemt niet weg dat juist door het
gebruik van die zeven woorden in steeds weer andere volgordes
het gedicht zich heel moeilijk uit het hoofd laat leren.
Ik gebruik het zelden bij optredens, dus om juist dat ***********
te noemen getuigt van grote domheid.'
Van Dalsum: 'Wat ik wel het domste vind is dat hij
het 'sober uitgevoerd' noemt.'
Droog: 'Precies! Waardoor ik betwijfel of hij wel
met de bundel heeft staan dansen in een discotheek. Daartoe
is het boek gemaakt. Daartoe is het voorzien van de speciale
inkt die oplicht onder een blacklight. Moet je die sukkels
dan werkelijk alles uitleggen?'
Van Dalsum: 'En dat noemt zich recensent!'
Droog: 'Maar het kan nog erger.'
Van Dalsum: 'Dat meen je niet!'
Droog: 'Jawis. Gisteren werd me een manier verteld
hoe en waar je de recensies van de Bibliotheekdienst kan
vinden.'
Van Dalsum: 'Hoe en waar?'
Droog: 'Dat werd me mondeling meegedeeld door de
chef collectievorming van de Openbare Bibliotheek Groningen,
Douwe van der Bijl, in de huiskamer van Tjitse Hofman.'
Van Dalsum: 'Flauw hoor. Ik bedoel hoe je die recensies
kan vinden, niet hoe je het verteld is!'
Droog: 'Dat kon ik toch niet weten? Maar goed, als
het zo moet: men surfe naar de site van de Openbare Bibliotheek
Groningen, www.obgron.nl.
Aldaar klikke men links op 'Catalogus'. Klik dan op 'Zoeken
op schrijver, artiest, componist', vul
de te vinden auteursnaam in, en een overzicht verschijnt
van titels van de desbetreffende auteur.
Van Dalsum: 'En dan?'
Droog 'Klikke men even door, tot een pagina verschijnt
over een specifiek boek. Op die pagina is een paars vlak,
waarop men kan klikken en dan krijgt men de recensie van
de Bibliotheekdienst te zien.'
Van Dalsum: 'Ja, als ik even je laptop mag gebruiken...
zo... ja... klik, okido. En nu, hoe kan het nog erger?'
Droog: 'De bespreking
van Radioactief is dit:
'Korte bespreking:
- Ko van Geemert'
Van Dalsum: 'Dat is wel een héél korte
bespreking. Volgens mij de kortste bespreking ooit.'
Droog: 'Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben.
Ik ben dan ook stinkend jaloers op collega Hofman, over
wiens Roodvocht de bibliotheekrecensente Els van
Geene uiterst wijdlopig uitpakt:
'De titel van deze bundel suggereert drift en actie. De
dichter wil dat er 'bloedsoep kookt', 'dat het borrelt'.
In deze postmoderne poëzie verwacht de lezer dan natuurlijk
geen hemelbestormende idealen of strijd voor wat dan ook.
Maar het moet er wel een beetje spannen, wil je niet totaal
wegzinken in de landerigheid! De lezer zoekt dan zijn weg
tussen losse flodders, pastorale natuurtafereeltjes-met-heimwee-naar-vroeger,
seizoensobservaties, wakker worden,bijslaap en veel meligheid.
Alleen in het gedicht over het 'Rock en Oeralfeest' in een
café-bar dampt het en beweegt het allemaal net zo
plastisch als de dichter in het titelgedicht belooft...
Hopelijk heeft Hofman daar nog meer van in portefeuille.'
Van Dalsum: 'Nou zeg, niets dan lof! Hij boft maar
met zo'n kei van een recensente!'
Droog: 'Ja, hij wel. Al lijkt het me sterk dat het
'Rock en Oeralfeest'-gedicht die titel draagt.'
Van Dalsum: 'Och ja, het is natuurlijk 'Rock en Oerol!
Maar wat verschijnt daar op je laptopje?'
Droog: 'Huh... het is, het lijkt, ja verrek, het
is echt! Een
lovende bespreking van Radioactief op de NPS-site
'Iets
met boeken'. Attenooie!'
(Rottend Staal Online, 14-5-2004)
GRONINGEN ZOEKT NIEUWE STADSDICHTER
Nijmegen - Op de
website van de gemeente Groningen is dit bericht te
lezen: 'Het college van B&W roept geïnteresseerde
kandidaten op om zich te melden als stadsdichter voor 2005
en 2006. De stadsdichter schrijft tenminste zes stadsgedichten
per jaar en ontvangt daarvoor een vergoeding van 5.000 euro
bruto per jaar. De aanmeldingstermijn sluit op 31 december.
Kandidaten moeten in Groningen wonen en de dichter moet
van professioneel niveau zijn.'
Uit de kleine lettertjes blijkt dat niets een herbenoeming
van de zittende stadsdichter, tevens onze hoofdredacteur,
in de weg staat. Daarom sprong onze sterverslaggeefster
Liesbeth van Dalsum juist in de blauwe Volkswagenbus van
Wintertuindirecteur Frank Tazelaar en reed daarmee frontaal
op het Wintertuinkantoor in, waar Bart FM Droog aan het
werken was.
Liesbeth van Dalsum: 'Hallo Bart, ga je er opnieuw
voor?'
Bart FM Droog: 'Ja. Juist in deze roerige tijd heeft
het volk behoefte aan stabiliteit. Bovendien ben ik de enige
Groninger met enige ervaring op stadsdichtersgebied en heeft
de gemeente herhaaldelijk haar vreugde over mij geuit.'
Van Dalsum: 'Ja, dat is natuurlijk wel waar. Maar
stel dat je het niet wordt, wie zou je dan graag als opvolger
zien?'
Droog: 'De eerste namen die me te binnen schieten
zijn in alfabetische volgorde Anneke Claus, Daniel Dee,
Sieger M. Geertsma, Jan Glas, Wouter Godijn, Karel ten Haaf,
Tjitse Hofman, Petra Else Jekel, Paul Janssen, Gertjan Laan,
Ronald Ohlsen, Kasper Peters, Jean Pierre Rawie, Suze Sanders,
Albertina Soepboer, Corrnelis van der Wal, Driek van Wissen
en Guido van der Wolk.'
Van Dalsum: 'Wat een slap antwoord.'
Droog: 'Dan moet je maar een betere vraag stellen.'
Van Dalsum: 'Wie vind je absoluut ongeschikt?'
Droog: 'Al die dichters die zichzelf belangrijk wanen.
Belangrijk zijn de rioolwerkers, de milieudienstmedewerkers
en de bakkersknechten. En natuurlijk al diegenen die anders
dan ik heten. Zoals mijn moeder al zei: 'Voor wie ik liefheb
wil ik heten.'
Van Dalsum: 'Hum? Dat is toch van Neeltje Maria Min?
Is zij werkelijk je moeder?'
Droog: 'De vraag stellen is deze beantwoorden.'
Van Dalsum: 'Tot slot, heb je eigenlijk wel blijvende
stadsgedichten geschreven? Die ook buiten Groningen en los
van de waan van de dag de moeite van het lezen waard zijn?'
Droog: 'Alhoewel men nooit de kip moet prijzen voordat
de haan onthoofd is, meen ik toch van ja. Al was het maar
omwille van het maffe gedicht 'Groningen
uber alles.'
(Rottend Staal Online, 26-11-2004)
Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online
|