laatste update 23 november 2004 (click for English version)
(-) handzaam word ik langzamerhand verkeerd verteerd in de blauwe zee die in mijn hoofd tot levensgroot wordt opgeblazen, in de exstasefase blazen daze frasen door mijn verdwaasde breinkwabben zoals machines blazen of landschappen razen wanneer treinen hen openrijten ik zeg: splijten die hap! Snap de grap niet, en ik wil hem ook niet snappen de climax is allang anti en ik in eerste instantie ook wel snel maar ik streef naar balans, dans me ongans breek! breek! door je fake kans op lege rans... de oogst van akkers vol maskers glanzend in de felle zon, terwijl ik op balcon 49a mijn huid rooster en proester met bek vol oesters om assepoesters lot, alles, alles, alles gaat kapot, het leven verrot, het lot snort van genot, en om zotte klevende teven leven te geven stevenen we zonder schaamte af op geraamtes waarboven raven zich laven aan de zilte lucht beducht en onbekwaam strekt! strekt! mijn hand zich uit en plukt al wat groeit in het nog natte glazen gras dat was onverteerbaar begeerbaar groeit door mijn brein en zijn het onkruid en terwijl de dwaas in de zon luit en de man van beton lont ruikt zit ik hier in een klein hoekje zonder diepere betekenis... hoe vaak nog moet mijn gezicht zich zo vol overgave uit het bekende brute slikslijk trekken, en doorgaan, doorgaan, doorgaan, tot mijn in wanhoop gedrenkte extase de vruchten afwerpt waarnaar ik niet eens dorst te verlangen gun ik deze bloeddorstig hemelse hel de dwazen wel dit pad zo glad zo zonder einde, ja zelfs zonder pad? een aarzelend ja, ja... Een opengeestelijke krisis met besef van de keerzijde van, liever dat dan die wegwerpvrijheid ellendige vampiersystemen met bloeddoorlopen gamma-fundamenten van tropisch oud-en-teak och natuur, waar ben je in deze wouden zooi, de gouden kooi, wacht op mij... Maar nee, de natuur pakte zijn koffers; weg uit de stad, weg van waar ze haar niet kunnen herkennen, haar proberen te compenseren met aftrexels derdehands getuigen van onderweg verloren bagage de leegte verdrinkt in de verdrongen leegte Niet eens wetend wat er mist, slechts het vage onbehagen vermoedens, troostende gedachten dat het elders nog veel erger is waar ze alleen elkaar nog hebben, en hun dromen de export van onze verdraaid veel verleidelijker armoe onderneemt onderwijl onverdroten de uitholling van de wereld met een zelfvervullende profetie: geluk in de uitverkoop geluk in pilvorm op recept of via infiltratie in kringen natte kringen natte vriendenkringen op het tafelblad van de verdorven stad legt men lijntjes met hun pinpas en snuift stront door opgerold geld geluk in de etalage als met liefde verzekeringen huidproducten en sex verkocht wordt men verknocht aan het ophopen opkopen van zogenaamde voorwaarden voor geluk blind voor het geluk dat zich onder elke steen bevindt er zijn landen waar ze geen jokers nodig hebben om te lachen geen porno om lief te hebben, geen chatbox om kontakt geen kont, takt-, alleen heilige gestoordheid, en we beuken we slaan met onze vuisten op de plexiglaskondomen tussen ons en tussen ons en de demonen en tussen ons en de dromen en we leren op tv wat onder geluk te verstaan en verstaan we elkaar nog ik schreeuw daar waar anderen zich neerleggend fluisteren omdat ik misschien te veel om dwaasheid geef, en mezelf kan ik niet kan ik niet uitschakelen en lang leve dit land, lang leve de hollandse huichelaars, handelaars, dominees en piraten die praten met huicheltoon, hoon, niet dom ineens maar enkel als het loont, maar ondanx Domelas die niet schuwen hun handige laars in die vuige handel-aars te planten verzandt men vaak in middelmaatgepraat en ons zaad verslapt als in de nada-nadagen van Rome is het een nada-gen, sinistere nihilistische cynici scheppend daar ja daar waar men alles al heeft? Vandaar dat men blauwhelmen uitlacht in de straten van Mogadishu en Srebrenica en Kabulkabulkabulkabulkabul en Baghdad magdat? en breng hen daar die de hel doorgaans zo dagelijx doorgaan aan het getaande verstand geplant de griezelige gruwel die vrijheid en beeldschermleugens zo zonder hemel of hel kunnen vormen in com-bi-nazi een natie van angstige burgers zo vatbaar voor terreur waar geen verzekering tegen afgesloten kan worden is de wereld veranderd na de val der tweelingtorens waarom dan niet na de vorige slachting? is tweelingtorendood doder dan vergeten dood, kistkalf, medicijnfabriekbombardement, mentholsnoepjes, mental confusion heeerlijk, leven in een soap-bel, zoöp-belminuten ingezeepte latexhoeren op een willekeurig feestbeest met tien hoorns van negentiende-eeuwse telefonen op het zessenzestigste net, babbelbox boxring sabbelring wingdings kop-in-het-zand, warme gloedvocht over mijn voeten spoelend schuimend duimen brekend blijvend stekend, onwetend, onvergeven en alles wat ik ooit bereiken zal zal over duizend jaar weggespoeld zijn als zompige stappen in de vloedlijn, (...hier ergens kwam de smeris en werd het gedicht beeindigd...) lijnen we voor liefde of voor het wereldvoedsel? Oh got wat geëngasjeerd, belerend subtili-iel-ontberend; bij gebrek aan ontberingen zet ik de verwarming uit en de tv aan, banaan - orgaan - orgasme - fantasme - teletubbies op mescaline; Uit. tussen gedachte en actie liggen 40 zenders 4x kreeftskeerkringen op het tafelnat in mijn glas, warm glas, verdacht warm glas plexibele duivels likken aan mijn aarsje feel-good-movies en zelfbevlekking achter de schermen in zwermen zoeken we langs kermende zwervers en herders feestend vergetelheid beestend schuimkragen glasscherven en afgetikte as verplaatst men zich over het straatlicht in naam der nacht. Rust. Ik sta op. Zes uur s ochtends. Vogels fluiten toch anders nu dan met benevelde kanis wankelsleutels zoekend. Mooie wereld. Simpel. Koud, maar toch fris. Ik stap het balkon op, adem een koele zon in En de rest? De rest is stilte.
Er is geen ontsnappen aan
CONTACT alweer zo'n internetpagina uit Epibreren |