Philip Hoorne
      hét interview

      laatste update 22 september 2005
      oorspronkelijk gepubliceerd: november 2003


     Previous Home Next

HOORNE VERSUS VLAAMS FONDS DER LETTEREN
FONDS DER LETTEREN VERSUS KOMRIJ & KOPLAND
HOORNE START BREDE DISCUSSIE OVER DIT FONDS

Wevelgem/Epibreren - Op 8 december 2003 kreeg onze medewerker Philip Hoorne de onprettige tijding dat het Vlaams Fonds voor de Letteren hem geen stimuleringsbeurs toekent voor de opvolger van Niets met jou. De beslissing werd genomen na advies van de Vlaams-Nederlandse commissie, bestaande uit zes personen onder wie Dirk De Geest, die Hoornes debuut recenseerde in Leesidee 4/2003. 'In ieder geval weet Hoorne met deze kleine dichtbundel echt indruk te maken. Niets met jou is een bundel voor veel lezers,’ schreef die toen. Vermits het aannemelijk is dat iemand in enkele maanden tijd zijn mening over een dichtwerk niet herziet, dient het negatief advies gezocht te worden bij de dames en heren Gitta op den Akker, Annemie Leysen, Maydo van Marwijk Kooy, Huub Beurskens en Yves T'Sjoen.

In een bijlage stond te lezen dat de commissie een positief advies verleende aan 19 van de 42 aanvragen. Bij die 19 slechts 2 poëzieuitgaven. De debuten van Sascha Blé (Lannoo) en Sven Cooremans (Uitgeverij P) vielen wel in de smaak van de beoordeelaars. Hoewel Sascha Blé toch echt Sacha Blé heet. Desalniettemin: zij mogen zich verheugen op een beurs die zal variëren tussen 3.200 en 7.000 euro.

Zich niet zomaar neerleggend bij deze beslissing, vroeg Hoorne de nadere motivering voor de weigering. Dit is een document dat een auteur zelf moet aanvragen vooraleer hij een inhoudelijk bezwaarschrift kan indienen die de beroepsprocedure in gang zet.

Deze morgen viel die nadere motivering ten huize Hoorne in de brievenbus. Met stijgende verbazing en plaatsvervangend schaamrood op de wangen nam onze medewerker akte van het schrijven van het Vlaams Fonds der Letteren. Onze sterverslaggeefster Liesbeth van Dalsum reed in haar plichéroze Mazda 626 naar Wevelgem om het nieuws te noteren en om de boze Hoorne wat op te beuren.

Van Dalsum: 'Vanwaar je verontwaardiging?'

Hoorne: 'In de motivering wordt mijn debuut Zonder klinkers genoemd, terwijl de titel van de bundel Niets met jou is. Verder wordt mijn werk 'overpopulair' genoemd - ach, was dat maar zo - en eveneens nieuw voor mij is dat mijn werk omschreven wordt als light verse, terwijl ik net dacht dat dit een ernstige bundel is vergeleken met de gedichten die ik regelmatig publiceer in bijvoorbeeld De Brakke Hond.'

Van Dalsum: 'Maar dat is niet alles?'

Hoorne: 'Ik word vergeleken met Kopland en Komrij - een complimentje zou een mens durven denken - maar de commissie schaamt zich er niet voor die twee vooraanstaande dichters eveneens een veeg uit de pan te geven. Hun poëzie wordt 'parlandistisch' genoemd - een neutrale omschrijving, maar in deze context absoluut pejoratief...'

Van Dalsum: 'Pejowat?'

Hoorne: 'Pejoratief - met ongunstige gevoelswaarde - bedoeld - en ook de term 'kleinkunst-poëzie' valt. De motivering is in zijn geheel hard en grof, ik heb er geen andere woorden voor. Ik heb nogal wat relativeringsvermogen en durf ook wel eens de hakbijl bovenhalen als ik een bundel recenseer die mij niet bevalt, maar dit was toch even schrikken, vooral omdat het afkomstig is van een 'deftige' overheidsinstantie, terwijl een 'ordinaire' recensie altijd de mening is van één man/vrouw over één boek en dus relatief onbelangrijk.'

Van Dalsum: 'Je debuut verscheen als het nummer 1 in de 20-delige Sandwich-reeks onder redactie van Gerrit Komrij. Je oogstte het voorbije jaar nogal wat bijval op literaire festivals, en dat kwam heus niet door theatrale performances maar wel door de kracht van je teksten. Je bundel verkoopt als zoete broodjes en werd genomineerd voor de Vlaamse Debuutprijs. Drie gedichten uit Niets met jou komen in de anthologie De Nederlandse poëzie van de 19e tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten, hét standaardwerk der Nederlandstalige dichtkunst, samengesteld door Gerrit Komrij. Zijn de leden van de Vlaams-Nederlands adviescommissie Stimuleringsbeurzen Auteurs wereldvreemd?'

Hoorne: 'Ach Liesbeth, er bestaat geen spreekwoord - maar ik vind het hier ter plaatse wel even uit - dat zegt 'Wie honger heeft, houdt best de kok te vriend.' Op termijn wil ik geheel of gedeeltelijk van mijn pen gaan leven. In die optiek is het niet krijgen van een beurs een regelrechte ramp. Dat Komrij - toch de poëziepaus van ons taalgebied - mij koos om een debutantenreeks te openen, speelt blijkbaar geen rol, net zomin als de positieve besprekingen in vooral Nederlandse kranten en het warm applaus van het publiek tijdens literaire lezingen. Maar verwacht van mij niet dat ik die Fondsmensen verbaal zal bruuskeren. Blijkbaar hebben die een andere visie op poëzie en een andere smaak. Ook het feit dat maar twee poëziepublicaties een betoelaging krijgen, is veelbetekenend. Deze uitspraak doe ik onder voorbehoud omdat ik niet weet hoeveel dichters een stimuleringsbeurs hebben aangevraagd.'

Van Dalsum: 'Besef je wel dat u door openlijk kritiek te uiten op het Fonds der Letteren een delicaat potje opentrekt?'

Hoorne: 'De motivering van die Fondsmensen over mijn debuut is hilarisch en het is mijn verdomde plicht daar ruchtbaarheid aan te geven. Ik wil met dit interview ook een brede discussie starten over het Fonds der Letteren en haar beoordelingscommissies. Wie zijn die mensen die zomaar beslissen over beurzen van vele duizenden euro's. Wat betekenen die lui in literair Nederland en Vlaanderen? Welke autoriteit hebben zij en van wie hebben ze die gekregen? Allemaal vragen die ik mij stel. Als ik andere dichters aanspreek over het Fonds der Letteren, dan doen die daar altijd geringschattend over. 'Ach Philip, hou je daar toch niet mee bezig, dop zelf je boontjes, reken er niet op dat het Fonds iets voor jou zal doen, tja, het is nu eenmaal zo.' Ik hoop dat jullie ter redactie wat post krijgen hierover, want als iedereen zijn bek houdt en berust zal er niets veranderen. Tezelfdertijd met de brief over mijn debuut kreeg ik ook een mail van het Vlaams Fonds - een doekje voor het bloeden leek het wel -waarin zij meldden dat er voor volgend jaar flink in hun budget wordt geknipt. Ook dat wil ik aanklagen. Ik vecht dus tegen de Letterenbobo's voor mijn zaak, maar ook samen met hen tegen de budgetbobo's voor hun zaak. In elk geval, met of zonder beurs verschijnt over enkele maanden mijn tweede bundel Inbreng nihil, en in alle bescheidenheid: hij wordt schitterend.'

Van Dalsum: 'En vervolgens?'

Hoorne: 'Vervolgens vraag ik een werkbeurs aan voor het realiseren van mijn derde bundel.'
(Rottend Staal Online, 8-1-2004)

 

Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© Liesbeth van Dalsum/Rottend Staal Online 2005. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.