Groninger dichters: A. Marja

naar beginpagina                                 naar overzicht Groninger dichters

 

A. Marja

Is A. Marja een vergeten dichter? Gezien het aantal bloemlezingen waarin werk van hem nog steeds herdrukt wordt zou je dat nauwelijks kunnen stellen. - zie einde van deze lijst.
Bij leven was A. Marja - pseudoniem van Arend Theodoor Mooij (Oude Leye (Friesland), 8-3-1917/'s-Gravenhage, 10-1-1964) - dichter, prozaïst, essayist, vertaler, bloemlezer en journalist. Hij studeerde enige tijd Nederlandse letteren in Groningen, waar hij in 1939 als journalist werkte. Daar bezocht hij regelmatig de door Ab Visser en Ferdinand Langen opgerichtte kunstenaarskring 'Het Drieluik' op, waarbij  o.a. literaire voorleesavonden werden gehouden. De kunstenaarskring stopte in 1940 met haar activiteiten. Andere Groninger dichters en schrijvers (door Ab Visser in 1970 gekscherend 'De Groninger School' gedoopt) die er regelmatig kwamen: Max Dendermonde, Eddy Evenhuis, Albert RedekerKoos Schuur, Harry Brander, Ruurd Elzer, Michiel Huizenga, Reinold Kuipers, Paul Lenda (pseudoniem van Alexander Gans) en Menno de Munck.

Marja was mede-oprichter van de illegale uitgeverij In agra occupatis. Na de bevrijding werd hij literair programmaleider van de Regionale Omroep Noord. Later werd hij directeur van het Consultatiebureau voor Alcohol te Den Haag. Hij stond bekend als practical joker, en publiceerde boekjes over twisten in de letteren. Hij was medewerker aan o.a. 'Opwaartsche Wegen', 'Het Korenland', 'Elckerlyc', 'De Nieuwe Stem', 'Podium' en 'Maatstaf'.

Zie ook www.google.com voor meer over A. Marja.

SINT NICOLAAS 1938
 
Weer doen wij ons aan marsepein tegoed:
al ligt de wereld machteloos te bloeden,
God zal òns feest, òns Neerland wel behoeden.
o, Sinterklaas, wij waren braaf en zoet!
 
Verstop de krant, die riekt naar rook en bloed:
nòg walmt de puinhoop, nòg zwiept ginds de roede
en striemt den Jood, wij kunnen 't niet verhoeden...
o, speculaas, o, marsepein, zo zoet!
 
Vanavond deert ons vluchteling noch beul,
wij zoeken slechts bij koek en snoepgoed heul,
en lezen, voor 't naar bed gaan, 't woord des Heren,
 
dat ons, als steeds, weer ernstig stemt en sticht,
maar verder vrijlaat en tot niets verplicht
zolang wij koek en snoepgoed niet ontberen.
 
 
A. Marja, 1938
 
(uit: Omneveld havenlicht, 'De Vrije Bladen', Uitgeverij Leopold, Den Haag, 1939; we hebben zonder succes gepoogd de rechthebbende over dit gedicht te achterhalen - indien u meent erfgenaam van A.Marja te zijn, neem dan a.u.b. contact met ons op  )
 



Dichtbundels: 
Stalen op zicht, Meulenhoff, Amsterdam, 1937 [Lekkerkerker: De Spieghel, Amsterdam]
Eenvoudig schilderij, Holland, Amsterdam, 1939
Omneveld havenlicht. Gedichten, De Vrije Bladen, Leopold, Den Haag, 1939
Zon en sneeuw, Meulenhoff, Amsterdam, 1942
Maar ja, Marja, Homeruspers, 1942
De bajesballade van Wilde Oscar [opnieuw gezongen door een onderduiker], ?
Waar ik ook ga, Amsterdam, 1945 (1945 2e vermeerderde en herziene druk bij F.G. Kroonder, Bussum)
De keuze, 1947
Van mens tot mens. Gedichten 1935-1946, Arbeiderspers, Amsterdam, 1948
Confidentieel, De boekvink, Arbeiderspers, Amsterdam, 1952 (19532)
Traject. Gedichten, De boekvink, Arbeiderspers, Amsterdam, 1955
Man van dag en nacht. Gedichten, De boekvink, Arbeiderspers, Amsterdam, 1956
Zich lekker voelen: vijftien gedichten ofwel bijdragen tot de geestelijke volksgezondheid, Arbeiderspers, Amsterdam, 1957
Reislust. Gedichten, De boekvink, Arbeiderspers, Amsterdam, 1957
Tussen de gemaskerden. Ver- en onbescheidenheden, meest op letterkundig gebied, Bakker/Daamen, ‘s-Gravenhage, 1958
Wat ik speelde, Bert Bakker/Daamen, Den Haag, 1959
Nochtans een christen. Oude, herziene en nieuwe gedichten, Stols/Barth, ‘s-Gravenhage, [1962]
Van de wieg tot het graf, Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1963

Bloemlezingen met werk van A.Marja:

Moderne Nederlandsche religieuze lyriek, De Tijdstroom, Lochem, 1938
In aanbouw, Leopold, Den Haag, [1939]
Hunkering en heimwee, Holland, Amsterdam, [1939]
Nieuwe Poëzie, Meulenhoff, Amsterdam, 1940
Dichters van dezen tijd, Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1941 (14de druk)
Twee lentes, Stols, Rijswijk, 1941
Moderne Nederlandsche religieuze lyriek, De Tijdstroom, Lochem, [1942 2de herziene druk]
De dichter en de dood, W. de Haan N.V., Utrecht, 1946
Levende dichters, U.-M. ‘West-Friesland', Hoorn, 1946
Dichterkeur, L. Stafleu, Leiden, 1949
Kleine dichterkeur, L. Stafleu, Leiden, 1950
Daar juicht een toon, J.N. Voorhoeve, Den Haag, [1951]
Dichters van dezen tijd, Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1951 (18de druk)
De steden, Contact, Amsterdam, [1952?], (derde herziene druk)
Balladen en refereinen, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, [1953]
Spiegel van de Nederlandse poëzie. Dl. 3: 1940-1955, Meulenhoff, Amsterdam, 1954
Vandaag 1, Bruna, Utrecht, 1954
Vandaag II, Bruna, Utrecht, 1954
Goed geboekt, Vereeninging ter bevordering van de belangen des boekhandels, z.pl., 1954
Over de kling, Bert Bakker/Daamen, Den Haag, 1956
De muze zwerft door Nederland, CPNB, z.pl., 1956
Poëtisch akkoord, A.W. Bruna & Zoon, Utrecht, 1956
Dichters omnibus. Derde bloemlezing, Esso Nederland B.V., ‘s-Gravenhage, 1957 [=1956]
Apollo's reis door Nederland, Nijgh & Van Ditmar, ‘s-Gravenhage, [1956]
Losse planken van het tienjarig Podium, Bert Bakker/Daamen/De Sikkel, Den Haag/Antwerpen, 1956
Palet, Wolters, Groningen/Djakarta, 1957 (3de druk)
1 pk, Arbeiderspers, Amsterdam, 1958
Dichters van deze tijd, Van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1960 (20ste herziene druk)
De muze viert feest, CPNB, z.pl., 1960
Dichters Omnibus, Zevende Bloemlezing, ESSO Nederland N.V., ‘s-Gravenhage, 1961 [=1960]
Literair Akkoord III, Bruna, Utrecht, 1960
Palet, Wolters, Groningen, 1960 (4de druk)
De muze op school, CPNB, z.pl., 1961
Het gevleugelde hobbelpaard, Het Spectrum, Utrecht-Antwerpen, 1961
Literair Akkoord 5, Bruna, Utrecht, 1961
Carillon, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1963 (9de druk)
Literair Akkoord 7, Bruna, Utrecht, [verm. 1963]
Dichters omnibus. Elfde bloemlezing, Esso Nederland B.V., [‘s-Gravenhage], 1965 [=1964]
Dichter bij Achterberg, Nijgh en van Ditmar, ‘s-Gravenhage/Rotterdam, [1965]
Ontkledingen en klein-vuil, Polak & van Gennep, Amsterdam, 1965
Declamatorium der Nederlandse Poëzie, Standaard, Antwerpen/Utrecht, 1968
Al schrijvend, Querido, Amsterdam, 1971
Het groot jaargetijdenboek, Uitgeverij Orbis en Orion, Beveren, 1971
Voorkeur willekeur, Tjeenk Willink-Noorduijn, Culemborg, 1972
Mijn dokter is een goede dokter..., De Tijdstroom, Lochem, 1972
Een moederhart, een gouden hart, Arbeiderspers, Amsterdam, 1973
Groot Gezinsverzenboek, Lannoo, Tielt/Amsterdam, 1976
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw, Bert Bakker, Amsterdam, 1979
De Moeder, Thomas Rap, Vijverhof, Baarn, 1979
Geloven in Gedichten, Boekencentrum, ‘s-Gravenhage, 1980
Het derde land, Van Walraven B.V., Apeldoorn, [1980]
Poëziebrevier, De Fontein, Baarn, 1981
De Stad, Erven Thomas Rap, de Heerdt, Baarn, 1981
Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten, Elsevier Manteau, Amsterdam/Antwerpen, 1982
Het land der letteren, Meulenhoff, Amsterdam, 1982
Spiegel van de Nederlandse poëzie, Meulenhoff, Amsterdam, 5e editie, 1984
Droggen zijn bedroom, Sijthoff, Amsterdam, 1984
200 Sonnetten, Sijthoff, Amsterdam, 1985
Opwaartse wegen, een bloemlezing uit de poëzie der jong protestanten (1923-1940), Kok, Kampen, 1986
Klasseboek, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1986
Dichters over dichters, Sijthoff, Amsterdam, 1986
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw, Bert Bakker, Amsterdam, 1987 (8e herziene druk)
Het geld dat spant de kroon, De Bezige Bij, Amsterdam, 1987
Het literaire tijdschrift Het Woord 1945-1949, De Bezige Bij, Amsterdam, 1987
Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie, 6e editie, Meulenhoff/Kritak, Amsterdam/Leuven, 1992
Groot verzenboek, Lannoo/Anthos, Tielt/Baarn, 5e herziene druk, 1992
En verder is hier alles prachtig, Kwadraat, Utrecht, 1993
Dichten over dichten, Contact, Amsterdam, Antwerpen, 1994
O wie was mijn vader wie was ik, Vita, Nijmegen, 1995
Nooit heb ik wat ons werd ontnomen zo bitter, bitter liefgehad, Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam, 1995
En al mijn levensdagen stonden in uw boek, Kwadraat, Utrecht, 1995
In lief en leed verbonden, Kwadraat, Utrecht, 1995
De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw, Bert Bakker, Amsterdam, 1996 (10e herziene druk)
Ik wou dat ik twee hondjes was, Ooievaar, Amsterdam (18e druk, 1997)
Wij hebben hier een prima domineetje, Kok, Kampen, 1997
Lachen mag van god, Bert Bakker, Amsterdam, 1997
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat, Bert Bakker, Amsterdam, 1998 (18e druk)
Groot verzenboek, Lannoo, Tielt, 8e herziene druk, 1998
Ik ging naar Bommel om de brug te zien, Bert Bakker, Amsterdam, 1998
Familie duurt een mensenleven lang, Bert Bakker, Amsterdam, 1999
Wat blijft, Bert Bakker, Amsterdam, 1999

bron: Bart FM Droog, november 2000

terug naar boven