samenstelling: Lenze L. Bouwers
WAT TE DOEN? Mail het aantal met de namen naar droog@epibreren.com,
onder vermelding van 'puzzel', voor 25 januari 2004. DE PUZZEL Op het strand van Epibreren vond Tjitse Hof manden vol schelpen, één bout en schroeven in allerlei maten. Hoor, achter berg en dal klinkt hoorngeschal. Vroeger kon je nog met tollen spelen op straat. Leef niet zo perfectionistisch en star, ingenieur. Toen de gebruinde landbouwers de witte stedelingen zagen, nodigen ze hun uit een kop land met zeeschuim te drinken. "Hoor jij nog wel eens krolse katers?" "Nee, ik zag gisteren wel een vos rondsluipen." De naam J.K. Lugtebelt lijkt me verwant met die van mijn achterbuurman Mestebelt. De vogels zijn me te stil in deze koude wintertijd. Het bezoeken van Nijl en piramides staat nog steeds op mijn verlanglijstje. 'Wees dapper en niet te vroom, koning', zei de hofnar gekscherend. 's Morgens hoorde ik vroeg in de wei jubelend een zangvogel opstijgen. Met handen en voeten kroop hij dronken van stip tot vlek over de te lange, korte weg naar huis. 'We gaan. Kom, rij jij of rij ik?" "Jongen, je hebt beet, sleur em eruit', zei mijn opa. 'Dit is geen tarwe, dit is rogge man", zei de kenner. In de middeleuwen kreeg menig dief te maken met schout en schepenen. In de tijd devalueerden vele eretitels. Bijvoorbeeld op de school meester tot onder-wijzer. 'Ik schenk je twee bloemen, rein en puur", zei de verlegen puber. Langs de Waal schittert het prille groen in de zon 'Gaan we nog winkelen, Mar?" "Ja, als ik mijn mok koffie op heb." In Emmen schreef De Vries een artikel over Borger. Buiten Schagen stond een schuur naast een indrukwekkende molen. "Nee, geen AM, Bart, FM. Droog jij of was je af?"
Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online |