BIOGRAFIE
'Op 28 februari 1979 viel te Kortrijk het water met bakken
uit de hemel. Dat heb ik me toch laten vertellen. Het
was de dag waarop mijn moeders water voor de vierde maal
brak. Dagenlang zwom ik samen met kabeljauwen in de woonkamer.'
Tine Moniek! uit Waregem is het zwemmen intussen verleerd
en spartelt zich een weg door letters en klanken. Dit
doet ze met haar pen, maar ook met de lippen. Na haar
opleiding in het conservatorium kon ze een gouden bordje
voor de deur laten hangen, met daarop 'Meester in de Dramatische
Kunst, optie Woordkunst', maar omdat dat teveel geld zou
kosten, hield ze het bij stofnetten.
© Tine Moniek!, 2004 |
Regelmatig zegt ze: 'Ooooo!' Dit voor de klas als
juf in het deeltijds kunstonderwijs, waar ze kinderen
en jongeren de juiste woorden in de mond legt, maar
ook op de planken met poëzie-optredens, theater,
slams en presentaties.
Wekelijks jaagt ze poëzie door de kabel via
haar poëziemail. Samen met haar broer Joost
Felix, maakte ze in Verlanger-Behanger (Beveren-Leie,
2002), een dichtbundel die wellicht binnenkort een
opvolger krijgt.
|
Ze draagt http://parlando.skynetblogs.be
en http://tine-moniek.skynetblogs.be
op haar tengere schouders en is vaste medewerker bij http://meander.italics.net/l/.
Raadpleeg ook www.google.com
voor nog meer meer over Tine Moniek!.
(VEL 4: dat van alles
beter weten)
7 op 10 van de gevallen van 'vallen op iemand',
vallen op hun neus, vallen in duigen.
Geen wonder dus dat sommigen op de knieën
gaan zitten. Smeken. Zo vallen ze minder
diep, mochten ze vallen. Een laag niveau tot
de grond heeft nog meerdere positieve
gevolgen. Zo biedt het de mogelijkheid om
sneller op te staan. Om opnieuw op iemand
te
vallen. Met het risico dat je gauw weer de
vloer raakt. Maar dat neem je er dan maar
bij.
Ook is de afstand van de zoen tot het bedrijven
van de liefde merkbaar kleiner als je
beiden dieper gaat. Als je beiden hevig kust,
val je soms ook, maar in elkaar. Het hoeft
dan ook niet gezegd, dat vallen niet altijd
pijnlijk hoeft te zijn. Het bevalt soms, in
sommige gevallen.
© Tine Moniek!, 2002
uit: Verlanger-Behanger
(VEL 10: dat van
hoogverraad)
dromendaris stal mijn ogen
stak ze in deze doos
sloot de grendel met twee oren
gaf me slechts één keus:
ruilen kan voor mooie handen
een appel en een neus.
droomroosje ben ik zonder armen
rijk aan vijvers fantasie
de geur van kaneelstokken
maak ik zoet en zacht
plukken doe ik met mijn tong
ruiken met verlangen.
© Tine Moniek!,
2002
uit: Verlanger-Behanger
(-)
Dichters zijn als honden, die knoken in de grond verstoppen.
Zij begraven dingen die anderen moeten ontgraven.
(Paul
Snoek)
In de kuil tussen neus en voeten gaan meer geheimen
schuil dan men kan vermoeden.
Als bewijs, dames en mijnheren, ga ik grondig in de
aarde wroeten. U ziet: dit is geen
theater. Geen tovertruc. Niets in de handen. Niets
in de mouwen. Maar nu tussen wijs
en duim deze reeds verjaarde schuld in slome slakkengang
met luister: in zijn schulp
nog steeds het onvermurwbaar mea-culpa-knagen: ik
ik ik. Hier wurmt de wriemel-
mier de wrange wroeging vrolijk voorbij - "hij
hij" fluistert hij. En kijk, die blozende
verboden zoen schiet in een boog de schaamte haast
voorbij. De glimworm die toen
gluurde, glundert de lippen muurvast op elkaar, houdt
zijn mond. Elke zachte streling
voor eigen huid wrijft hard - hier valt vel gevoelloos
op de grond. In een duister hoekje
van een ondergrondse kamer gromt een grove leugen
groots. En stiekem nog sist
steeds de stem die ezelsoren zet aan Midas' hoofd.
Als archeoloog van bodemwoorden
borstel ik de parafrasen schoon, schuif sluiers van
citaten, schenk mijn vondst aan de
hoogstbiedende suppoost. Zo wordt elk ondergronds
geheim in kast van glas ontbloot.
© Tine Moniek!, 2004
CONTACT
Tine Moniek!: tinemoniek@gmail.com
Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online
|