terug naar beginpagina terug naar bibliographie
1940 - 1999
A[nton] v[an] D[uinkerken], Helikon vernieuwd. In: 'De
Gemeenschap', jrg. 16, nr. 5, mei 1940, p. 296-306. (over
Lehmann en enkele andere dichters)
A.G.
Kloppers, Sensatiezucht als criterium? In: 'Den Gulden
Winckel', jrg. 39, nr. 10, oktober 1940, p. 12-13. (over Dag-
en nachtlawaai; anonieme reactie in 'Volk en Vaderland',
13-12-1940)
Halbo
C. Kool, Het sonnet in het zonnetje. In: 'Den Gulden
Winckel', jrg. 40, nr. 10, oktober 1941, p. 1-4. (over Schrijlings
op de horizon)
D.A.M. Binnendijk, L.Th. Lehmann. In: D.A.M. Binnendijk, Gewikt,
gewogen. Amsterdam 1942, p. 129-136. (over Subjectieve
reportage en Dag- en nachtlawaai; eerst in 'Groot-Nederland',
1940)
A.
Marja, Het tuintje der epigonen. In: A. Marja, Schuchter
en iets luider. Bussum 1946, p. 236-240. (over Lehmann
en enkele andere dichters; eerder in 'Groot-Nederland',
1942)
Max de Jong, De verzamelde gedichten van L.Th. Lehmann.
In: 'Critisch Bulletin', jrg. 14, nr. 10, oktober 1947, p.
394-397. (over Verzamelde gedichten)
H.
Marsman, L.Th. Lehmann. In: H. Marsman, Verzameld
werk, deel 4. Amsterdam 1947, p. 236-240. (over Subjectieve
reportage; eerder in 'Nieuwe Rotterdamsche Courant',
1940)
Jac. van Hattum, Maar gij o herder, kunt óók lief'lijk
fluiten. In: 'Ad Interim', jrg. 5, nr. 4, april 1948, p.
55-56. (over Gedichten)
L. van den Ham, [Bespreking]. In: 'De Gids', jrg. 112, nr.
2, februari 1949, p. 156-157. (over Verzamelde
gedichten)
A.
Marja, Criteriumpoëzie. In: A. Marja, Binnendijks,
buitendijks. Bussum 1949, p. 37-42. (over poëzie van
Lehmann en Morriën; eerder in 'Het Boek van Nu', 1947)
Menno ter
Braak, De moderne dichter. In: Menno ter Braak, Verzameld
werk, deel 7. Amsterdam 1951, p. 476-482. (over Subjectieve
reportage en Dag- en nachtlawaai; eerder in 'Het
Vaderland', 1940)
Jeanne van Schaik-Willing, Een speling der natuur. In: 'Critisch
Bulletin', jrg. 22, nr. 9, september 1955, p. 414-417.
(over De pauwenhoedster)
J.J. Oversteegen, Slagen om de arm en in de lucht. In: 'Merlyn',
jrg. 1, nr. 1, november 1962, p. 77-78. (over Lehmann als
criticus)
Raymond Herreman, L.Th. Lehmann. In: Fr. Closset (red.), Raymond
Herreman, de dichter en de criticus. Brussel 1964, p.
424-444. (over Subjectieve reportage; eerst in 'Vooruit',
1940; daarna apart in 1944= 1945)
Anton
Kloppers, Meneer dinges weet niet wat swing is. In: Gastenboek
van Singel 262. Amsterdam 1964, p. 72-80.
(jeugdherinneringen)
K.L. Poll, Afscheid van een kring. In: 'Hollands Maandblad',
jrg. 6, nr. 206, september 1964, p. 39-40. (over Tussen
Medemblik en Hippolytushoef)
Simon
Vinkenoog, Louis Lehmann tegen wil en dank. In: 'Kunst
van Nu', jrg. 2, nr. 11, maart 1965, p. 4. (interview)
Jan van der Vegt, Het werkeloze wonderkind. In: 'Contour',
jrg.1, nr. 4, april 1965, p. 131-132. (algemeen)
J.
Bernlef en K.
Schippers, L.Th. Lehmann. In: J. Bernlef en K.
Schippers, Wat zij bedoelen. Amsterdam 1965, p.
65-80. (interview)
T. van Deel, L.Th. Lehmann. In: 'Pharetra, Studentenblad
Vrije Universiteit', 25-11-1966. (algemeen)
Martien G. de Jong, Wie is wie in watland. In: Twintig
poëziekritieken. Leiden 1966, p. 80-86. (over Who's
who in Whatland)
S.
Vestdijk, Glimwormen der fantasie. In: S. Vestdijk, Muiterij
tegen het etmaal, deel 2. Den Haag, 1966 (2de druk),
p. 153-158. (over Lehmann en enkele andere dichters;
eerder in 'Het Hollandsch Weekblad', 1940)
Willem
Brandt, Neeltje en zo./Lehmann en Paaltjens. In:
Willem Brandt, Pruik en provo. Amsterdam [1967], p.
90-93 en 164-167. (resp. over Luxe en Tussen
Medemblik en Hippolytushoef; eerder in 'Goois
Nieuwsblad', 1966 en 1964; zie ook 'Het Nieuwe Boek',
1964)
C. Buddingh', Alleen op de wereld. In: C. Buddingh', Een
pakje per dag. Utrecht 1967, p. 7-11. (over Who's
is who in Whatland; eerder in 'Het Parool', 1964)
K.L. Poll, L.Th. Lehmann: Speelgoed van de herinnering.
In: K.L. Poll, De eigen vorm. Amsterdam 1967, p.
132-137. (over Who's who in Whatland; eerder in 'Het
Vaderland', 1964)
C.J.E. Dinaux, L.Th. Lehmann. In: C.J.E. Dinaux, Gegist
bestek, deel 3. Amsterdam 1969, p. 50-54. (over Tussen
Medemblik en Hippolytushoef; eerst in 'Provinciale
Overijsselse & Zwolse Courant', 1965)
J. Bernlef, Tussen hollen en stilstaan. In: J. Bernlef, Wie
a zegt. Amsterdam [1970], p. 41-44. (overzicht)
Theo Kars, Kasteelroman voor intellectuelen. In: Theo Kars,
Parels voor de zwijnen. Amsterdam 1975, p. 57-60.
(over Tussen Medemblik en Hippolytushoef; eerder in
'Tegenstroom', 1964)
Max de Jong, L.Th. Lehmann. In: Max de Jong, Essays in
zakformaat. Utrecht 1982, p. 123-130. (over de eerste
drie bundels; eerder in 'Criterium', 1946))
Peter de Boer, De zelfbewuste onzekerheid van L.Th.
Lehmann. In: 'Bzzlletin', jrg. 11, nr. 104, maart 1983, p.
3-11. (overzichtsbeschouwing)
C. Koeman, [Bespreking]. In: 'Tijdschrift voor
Zeegeschiedenis', jrg. 7, nr. 1, mei 1988, p. 112-113.
(over dissertatie)
Hans Renders, L.Th. Lehmann. Een excentriek op de fiets.
In: Hans Renders, Verijdelde dromen. Haarlem 1989,
p. 103-112. (algemeen, met register op 'De Schone Zakdoek')
Hans Andreus, Reacties van een lezer. In: Hans Andreus, Verzameld
proza. Amsterdam 1990, p. 733-738. (over Who's who
in whatland; eerder in 'De Gids', 1964)
A. Bergsma en J.M.J. Sicking, Een tweede wereld achter de
eerste. In: 'De Gids', jrg. 154, nr. 10, oktober 1991, p.
775-790. (over surreële tendensen in het proza van
Lehmann en tijdgenoten)
Max
Dendermonde, Twee wonderkinderen in en na de oorlog
[...]. Oosterbeek 1994/1995. (4/5de over Halbo
C. Kool en 1/5de over L.Th. Lehmann)
J.M.J. Sicking, L.Th. Lehmann. In: 'Kritisch Literatuur
Lexicon', aflevering februari 1996 (overzicht, met
bibliografieën)
Maaike Siks, De stem die 's nachts smelt. Surrealisme in
de poëzie van L.Th. Lehmann. Scriptie Universiteit
Utrecht, 1996.
Remco
Ekkers, De daadjes van mensen. In: 'Poëziekrant', jrg.
21, afl. 5-6, september-december 1997, p. 26. (over Vluchtige
steden (en zo)).
Peter Swanborn, De Prins Charles van de Nederlandse poëzie.
In: 'Passionate', jrg. 4, afl. 4, juli-augustus 1997, p.
50-54. (over Vluchtige steden (en zo))
A. Morriën, Ontgroeid aan de lyriek. In: Adriaan Morriën,
Brood op de plank, deel 1. Amsterdam 1999, p.
201-205. (onder meer over Verzamelde gedichten en Gedichten;
eerder in 'Criterium', 1948)
|