In het woordenhuis

      14 februari 2004


     Previous Home Next


      "Er zit poëzie in je slipje", zegt hij zacht.
      Ik kijk hem verbaasd verrast aan: "Hmm?"
      "Kijk dan hoe de kater tevreden in de hoek van de kamer ligt te snuffelen aan je slipje", vertelt hij. "Katten zien er altijd al uit alsof ze in de zevende hemel vertoeven, maar deze kat ziet er intens gelukkig uit. Het lijkt wel of hij de poëzie, de diepere betekenis, van je slipje heeft doorgrond."
      "Maar hij ziet er zo rustig uit. Als jij met een gedicht bezig bent, ga je met je voeten klapperen en begin je hysterisch door de kamer te lopen."
      "Als ik met jouw slipje aan mijn snuit in de hoek van de kamer zou liggen, zou ik ook rustig worden", legt mijn minnaar geduldig uit. "Poëzie beleven is heel wat anders dan poëzie opschrijven."
      "Hoe kan zo'n achterlijk beest als een kat nou poëzie beleven?", vraag ik plagerig. "En waarom doet hij dat met mijn slipje?"
      "In dit huis kan alles. Hier kunnen katten spreken, denken, dichten en stilletjes wegmijmeren bij slipjes en BH's."
      "Oh, OK. Wie ben ík om jou tegen te spreken", onderbreek ik zijn stortvloed aan woorden. Hij luistert niet.
      "Als ik die kat was - en nú ben ik die kat - zou ik met mijn nagels het stof tussen de planken wegwurmen. Me terugtrekken in een wereld van stof. Eén worden met de stilte om me heen. Dagdromen over de nog onontdekte eindeloze hoeveelheid hoeken in dit huis. Ik zou jaloers zijn op de spin, die in ál de hoeken van het plafond zijn web kan spannen en stilletjes, de dagen trekken traag voorbij, wacht op een verdwaalde vlieg. Het leven in een hoek, het teruggetrokkene ervan, is een ontkenning van de buitenwereld. Een ontkenning van het universum. Wat precies is, moet ik helaas toegeven, wat die schijterds van dichters in hun gedichten doen. Ze vluchten voor de onbegrijpelijke wereld en drenken zichzelf in de betekenissen van woorden. De spin en de kat in hun hoeken zijn dichters. De vlieg, het stof tussen de planken en je slipje zijn voer voor poëzie. Begrijp je dat? Snap je nu waarom ik denk dat de kat de poëzie van je slipje heeft doorgrond?"
      Hopelijk heeft hij niet door hoe misnoegd ik naar hem kijk. Blij, dat hij niet met zijn voeten is gaan klapperen, leg ik mijn hoofd te slapen op zijn behaarde borst. Morgen zal ik opschrijven, wat die dichter van mij voor een onzin van onder zijn snorharen weet te toveren.


© Cindy Noorderwier, februari 2004,

 

Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© Cindy Noorderwier, Rottend Staal Online 2004. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.