Gedichten gebracht tijdens
de Johnny van Doorn Memorial 2003

     23 november 2003


     Previous Home Next

CREMATIE

Ik heb steeds meer vrienden die
zijn overleden en zo kom ik
telkens dichter bij de hemel
ga ik steeds meer verkeren
in hogere sferen want

ze zitten in de wolken en
ze regenen naar beneden
waar ze materialiseren en
zich transformeren in alles
wat mij lief is en wat leeft

© Diana Ozon, 2003

(-)

Een straal blauw licht
uit de wolkenlucht
over de Magere brug
langs de paraplu
in mijn hand
door mijn arm

Een kleine schicht
verschijnt
bij mijn schouder
een zigzag broche
pure elektriciteit
Ozon's ridderorde

Handenschudden
met de bliksem
Goden en geloftes
loos vergeleken
bij de kracht
van de Aarde

Niet om het leven
maar voor de liefde
ziet de nabestaande
hoe de wind wegwaait
met de paraplu
Ik zie mezelf niet

Zie hier het bewijs
er is leven na de dood
Ik voel mij zalig
de lucht is effen wit
het daglicht helder
Ik ben in de hemel

in de wolken
boven de Amstel

© Diana Ozon
uit: Stad sta stil (In de Knipscheer, Amsterdam, 1993)



LANGZAME WALS 2

           voor de Dichters uit Epibreren
           bij de uitreiking van de Johnny van Doornprijs 2003

In een kroeg - wij mogen dat
want we schrijven voor Epibreren -
           maar waar te beginnen?
Ineens een dame aan onze tafel
           ik zag haar het eerst, jij had je ogen in je zak
schrijvend, sprekend, hele gedichten reciterend
           en zij heeft zulke mooie ogen dat ik erin zou willen schaatsen
langzaam dwalen we af
Ze vertelt over een schipper
           en ze kent de druppel water die in oude whisky hoort;
een vriend die dronken
van ijs en niet de overkant
           de geest wordt zo verlost
hoe het kanaal steeds maar breder werd
           onder geen beding drinkt men whisky met ijs; dan verzuipt -ie

(later duikt een stuurman op aan boord
opvarenden zullen zeggen dat hij op hem lijkt)
           wij komen boven in een naburig restaurant.
En nu spreken we van hem. Zijn naam
was Johnny. Johnny was zijn naam. Het woord
dat bij hem hoort. En even breekt dat zij hem noemt dit ijs
           even kloppen wij op een kist, een zerk, een glazen vloer.

Geen gedicht nog voor de Epi-drie
           ergens weeklaagt de elektronisch-teutoonse hoorn van Dr. Klug
die de tijd vanuit het nu bestrijdt
           in krakersmaatpak betreden zij de bühne, en ziet:
ze lopen over het water
stuurmannen duiken op-
varenden verdrinken
stormen zingen gedichten in een glas
als regen op de waterspiegel
waarin de dame blikt naar jou

© Ingmar Heytze en Hanz Mirck, 2003

Deze pagina is onderdeel van het dagblad voor poëzie Rottend Staal Online


© De dichters/Rottend Staal Online 2003. Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke, voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs.