laatste update 6 september 2005
Maarten Doorman promoveerde in 1994 op Steeds mooier. Over vooruitgang in de kunst (vijfde druk 2005). Hij publiceerde verder over Schopenhauer en Nietzsche, over beeldende kunst en literatuur, i.s.m. anderen een bundel filosofische polemieken (Denkers in de ring, 6e druk 2004) en Filosofen van deze tijd (9e druk 2005). Hij werkt als filosoof aan de Universiteit van Maastricht, en is bijzonder hoogleraar Journalistieke kritiek van kunst en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Doorman was vanaf 1987 medewerker NRC Handelsblad (non fictie en poëzie), sen vanaf 2006 bij de Volkskrant . Ook schreef hij voor Vrij Nederland en de Groene Amsterdammer en was van 1997 tot 2002 panellid van Zeeman met Boeken (VPRO). In 2004 publiceerde hij een cultuurfilosofische studie, De romantische orde , en in 2007 Paralipomena. Opstellen over kunst, filosofie en literatuur. Doormans poëzie verscheen o.a. in De Gids, Hollands
Maandblad, Revolver, NRC Handelsblad, The Literary Review,
De Revisor en de Volkskrant en werd in tientallen bloemlezingen
opgenomen. Persstemmen over De romantische orde : 'Een rijk en uitdagend boek' ( de Volkskrant ) ' De romantische orde is heel goed geschreven en de schrijver schrikt niet terug voor de grote greep.' ( NRC Handelsblad ) 'Doormans intellectuele lef levert niet alleen de nodige stof tot nadenken, maar ook inzicht en vooral leesplezier.' ( De Academische Boekengids )
Raadpleeg ook www.google.com
voor meer over Maarten Doorman.
BIBLIOGRAFIE Poëzie
Weg, wegen (Bert Bakker, Amsterdam, 1985) Proza
Elk beest zijn vet. Fablesken
(Bert Bakker, Amsterdam, 1991) Nonfictie
Steeds mooier. Over vooruitgang in
de kunst (Bert Bakker, Amsterdam,
1994) Bundels
Denkers in de ring. 25 eeuwen filosofische
polemiek. (met Willem Visser, Bert
Bakker, Amsterdam, 1993) Ik kan veel ik kan winkelend publiek laten lopen ze zelfs laten marcheren door stompende muziek in hun buik te programmeren ik kan boodschappen leggen in hun winkelwagentje dat dakloos na sluitertijd op straat is geparkeerd en ik kan roofvogels uit de stad amuseren met poezemuizen nagemaakt van spelen verfomfaaid - gewapende scholieren hun verveling bezweren met muziek die door iedereen kapot is gedraaid en wildplassers kan ik s nachts op straat doen protesteren tegen daglichte meneren die de nacht willen regeren en ik kan steeds meer zinnen die niets beweren gebruiken als pillen om een feestje te versjteren ik jaag dames en heren in een vloek uit de kleren om met woorden te maskeren hoe de liefde je verteren kan ik kan ik kan veel © Maarten
Doorman, 2004 RODE LIBANON
Wat mag het slapgelachen gras van die nog donkere tuin in antwerpen als de dag als een grap komt, het struikblazen zwak wordt, wie vult met loden ernst van lachbukskogels het glas voor de schooltasleren tong en wie voorkomt dat het terras stijgt tot het balkon - Jazeker de morgen opent een hoog licht en jullie vrienden hangen rond in het kader van hiernaast, dat er niemand meer blaast, ziet hoe de dag de slaap verdampt en hoe de boot in de gietijzeren takken strandt van de kastanje, wie betaalt het gelach om de ingetrapte woorden horizon en bruidegom en wat moet je op zo'n vraag antwerpen? Gigagegiechel. Zon last licht aan de eerste kantoren es soll alles herunter, op de begane grond maar zon die zon snijbrandt hoog een spiegel, we blijven erin, man muss doch leben, aan de zijkant uitgeblazen, opgewekt, dionysos zorgt voor ons, niet thebe. © Maarten
Doorman, 2004 ZOMERTIJD Digitaal klinkt harder dan de in de bezemkast vallende horlogeseconden. Zonder gaat de zon ook wel onder, de computer heeft de tijd aangepast. Niks hoef je te doen, gaat het nu hard of langzaam. Het gaat hard. Klik zegt de muis, samen apart van Zeus tot Cruijff of Wendy (Bulgarije). Nergens klikt de klok als thuis. © Maarten
Doorman, 2004 UITGEVERIJ BOEKINGEN SSS
Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online |