BIOGRAFIE
Dichter en tekstschrijver Jan Boerstoel werd geboren op
3 november 1944 en leeft en werkt te Amsterdam. Hij studeerde
Nederlands en algemene taalwetenschap in Amsterdam en
werd fulltime tekstschrijver. Vanaf 1969 leverde hij (lied-)teksten
voor een groot aantal cabaretiers, waaronder Karin
Bloemen (waarvoor hij de Annie M.G. Schmidtprijs 1996
kreeg), Cabaret
Don Quishocking, Jenny
Arean, Adèle
Bloemendaal, Martine
Bijl, Rients
Gratama en Youp
van 't Hek. Daarnaast werkte hij voor radio en televisie,
maakte o.a. voor de Vara schoolradio-programma's, werkte
mee aan De Taalstraat van Teleac en leverde bijdragen
aan uitzendingen van Kinderen
voor Kinderen. Boerstoel schreef van 1984 tot begin
1988 wekelijks een column-achtig gedicht voor Het Parool.
Van 1997 tot en met 2000 schreef hij column-gedichten
in het Algemeen Dagblad, waarvan selecties in Veel
werk en Altijd het niemandsdier verschenen.
Hij is medewerker aan o.a. 'Randschrift' en 'De Tweede
Ronde'
Raadpleeg ook www.google.com
voor meer over Jan Boerstoel.
BIBLIOGRAFIE
(DICHTBUNDELS)
Ik denk niet dat het ooit nog overgaat, C.J. Aarts,
1979
De mannen zijn zo slecht nog niet, C.J. Aarts,
1980
Drinken doet een beetje zeer, Bert Bakker, Amsterdam,
1983
Verre vrienden, 44 nieuwe liedjes van Jan Boerstoel,
Hans Dorrestijn en Willem Wilmink, Amsterdam, 1983
Last van goede raad, Bert Bakker, Amsterdam, 1984
Nieuwe Vondsten, Bert Bakker, Amsterdam, 1986
Eerste keus; liedteksten 1968-1986, Bert Bakker,
Amsterdam, 1987
Een beetje wees, Bert Bakker, Amsterdam, 1990
Iemand moet het doen, Bert Bakker, Amsterdam, 1993
Veel werk, Bert Bakker, Amsterdam, 2000
Altijd het niemandsdier - gedichten. Bert Bakker,
Amsterdam, 2001
Mooi gebleven - 46 winkeldochters, Prometheus Groep,
Amsterdam, 2003
terug naar boven
STEEDS VAKER
De overlijdensadvertenties in de krant:
steeds vaker overkomt het je de laatste jaren,
dat namen daarin ooit bekenden van je waren
of, nog veel erger, destijds goeie vrienden, want
ook vriendschap heeft het in zich om voorbij te gaan,
langzaam te slijten, te vervallen, te vervagen
tot sympathie... Iets wat je van je levensdagen
niet wilde aanzien, tot je nu zo'n naam ziet staan
en je de pijn voelt van een nooit beseft gemis,
die voor een ogenblik niet te verdragen is.
© Jan
Boerstoel, 2001
uit: Altijd het niemandsdier - gedichten.
Bert Bakker, Amsterdam, 2001