naar beginpagina naar overzicht Groninger dichters
| 
 Zie voor actuelere informatie:   Daan Zonderland (Groningen, 15-8-1909/Den Haag, 5-8-1977) was 
              het pseudoniem van Daniël (Daan) G. van der Vat. Ten onrechte 
              bestempeld als nonsensdichter, ten onrechte ook als vergeten dichter: 
              gedichten van hem zijn in bloemlezingen in de boekenkast van vrijwel 
              elke poëzieliefhebber te vinden.  
             Hij studeerde Engels te Groningen, waar Hendrik 
              de Vries nog een rijmkritiek wijdde aan zijn proefschrift 
              over Edgar 
              Allen Poe, en te Amsterdam. Hij volgde ook studies te Kopenhagen 
              en Londen; hij was doctor in de Engelse 
            
      letteren. Op zijn vak-gebied heeft hij onder meer belangrijke essays gepubliceerd over de Engelse romanschrijvers Graham Greene en Evelyn Waugh. D.G. van der Vat werkte als leraar Engels, later als privaatdocent in de Engelse letterkunde te Leiden en weer later als correspondent van ‘De Tijd' in Londen. Hij schreef ook kinderboeken (waaronder de populaire Jeroen-reeks). 
        
        Dichtbundels: 
      Redeloze rijmen, Het Spectrum, Utrecht, 1952 (1960 2de druk, herdruk 1976) 
        
        De kok van Marienbad, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1953
       
      
        
        Liedjes voor Luïgina, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1954
       
      
        
        Weerbarstig alfabet, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1955
       
      
        
        Volksliedjes uit Zaandonderland, Ambo, Bilthoven, 1971
       
      
        
        Redeloze Rijmen en alle andere verzen,  De Prom, Baarn, 1982 
      
        
        In o.a. de bloemlezingen:
       
      
        
        Ongerijmde rijmen, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, [1954]
       
      
        
        Lachen is leven, 'Utrecht', Utrecht, 1958
       
      
        
        1 pk,  Arbeiderspers, Amsterdam, 1958
       
      
        
        Het gevleugelde hobbelpaard, Het Spectrum, Utrecht-Antwerpen, 1961
       
      
        
        Declamatorium der Nederlandse Poëzie, Standaard, Antwerpen/Utrecht,
        1968
       
      
        Voordragen, Ons Leekenspel, Bussum, [1970?]
       
      
        
        Geliefde gedichten die iedereen kent maar niet kan vinden,
        Arbeiderspers, Amsterdam, 1972
       
      
        
        Ontdek het zelf, Gottmer/Altiora, Haarlem, Averbode, 1978
       
      
        
        De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw, Bert Bakker,
        Amsterdam, 1979
       
      
        
        Nieuw declamatorium, Standaard, Antwerpen/Amsterdam, 1979
       
      
        
        Poëzie is amusement, Manteau, Brussel & Amsterdam, 1979
       
      
        
        Poëziebrevier, De Fontein, Baarn, 1981
       
      
        
        Het berijmd beroepen boekje, De Fontein, Baarn, 1982
       
      
        
        Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten, Elsevier Manteau,
        Amsterdam/Antwerpen, 1982
       
      
        
        Het land der letteren, Meulenhoff, Amsterdam, 1982
       
      
        
        Spiegel van de Nederlandse poëzie, Meulenhoff, Amsterdam, 5e editie,
        1984
       
      
        
        Droggen zijn bedroom, Sijthoff, Amsterdam, 1984
       
      
        Ooitgedicht, CPNB, Amsterdam, 1985
       
      
        
        Ik voel me wat bijzonder, Infodok, Leuven/Purmerend, 1986
       
      
        
        De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw, Bert Bakker,
        Amsterdam, 1987 (8e herziene druk)
       
      
        
        Pas op, de dichter lacht, Walva-Boek, Apeldoorn, 1987
       
      
        
        Poezen in de poëzie, Elmar, Rijswijk, 1990
       
      
        
        Dichters van deze tijd, Poëziecentrum, Gent, 1990 (24de druk)
       
      
        
        Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie, 6e editie, Meulenhoff/Kritak,
        Amsterdam/Leuven, 1992
       
      
        
        Dag in, dicht uit, Inmerc, Wormerveer, 1994
       
      
        
        Geen dag zonder liefde, De Bezige Bij/Poëziecentrum, Amsterdam/Gent,
        1994
       
      
        
        Met gekleurde billen zou het gelukkiger leven zijn, Averbode, Averbode,
        1996
       
      
        
        De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw, Bert Bakker,
        Amsterdam, 1996 (10e herziene druk)
       
      
        
        Ik wou dat ik twee hondjes was, Ooievaar, Amsterdam (18e druk, 1997)
       
      
        
        Domweg gelukkig, in de Dapperstraat, Bert Bakker, Amsterdam, 1998 (18e
        druk)
       
      
        
        Gedicht aan de reiziger, Aristos, Rotterdam, 1999
       
      © Bart FM Droog, 2000-2008  |