Groninger dichters: Johan van der Woude

naar beginpagina                                 naar overzicht Groninger dichters

Johan van der Woude

Johan van der Woude (Groningen, 6-1-1906 / Velp, 7-2-1979) Dichter en prozaïst. Stond in nauw contact met de Groningse schildersvereniging 'De Ploeg'. Werd door Herman Poort als schrijver gecoacht toen hij nog in de sanitairhandel van zijn vader werkte. Volgde technische opleiding aan een middelbare technische school in Aue in Sachsen (D). Verliet in 1932 het familiebedrijf. Woonde in Duitsland, Engeland, Zuid-Afrika en Italië. Was redacteur van 'De Vrije Bladen' (waarin hij in 1933 debuteerde), later kunstcriticus bij o.a. 'Vrij Nederland' en docent dramaturgie aan de toneelacademie te Maastricht. Stelde waarschijnlijk in Memoriam Herman Poort (1934) samen. Vader van Berend Boudewijn (ps. van Berend Boudewijn van der Woude). Pseudoniemen: Martijn Cort, J.C. Falke en Jan Kempe.

Zoek gericht op www.google.com voor meer over Johan van der Woude.

Gedichten van hem verschenen in twee bloemlezingen:
in memoriam Herman Poort, Groningen?, 1934
Dichters Omnibus, 7e Bloemlezing, ESSO-Stols/Barth, ‘s-Gravenhage, 1961
 
 
Prozawerken:
Straat Magellanes (roman), W. de Haan, Utrecht, 1933
Belle van Zuylen, 1934
Coen consequent koopman, 1937
Blauwbaard en Octopus, 1939
Marianne Biron, 1951
Een groene lantaarn (onder pseudoniem J.C. Falke), 1957
Een truck uit de hemel, 1969
Maria Dermoût. De vrouw en de schrijfster, 1973
De stenen tafel, 1974
Het boze oog. Een heksenproces, 1978
 
(bron voor het overzicht van deze prozawerken is het hoogst onbetrouwbare Spectrum Nederlandstalige Auteurs, door Josien Moerman, Het Spectrum, [Utrecht], tweede druk 1986)
 

© Bart FM Droog, 2000-2008

terug naar boven