naar beginpagina naar overzicht Groninger dichters
HET GROTE VERHAAL
Guillaume Pool, Geboren in Paramaribo (Suriname) op 7 augustus 1930, kwam in 1964 naar Nederland en vestigde zich in Groningen. Tot 1995 was hij werkzaam als analist op het Chemisch Laboratorium van de universiteit. In 1990 begon hij met het schrijven van gedichten. Het woord is aan Guillaume Pool: DICHTKUNST Lezen moet ik hebben geleerd door mijn tante Netje na te zeggen, wanneer ze een onbegrijpelijk gedicht voorlas. Woord voor woord, regel na regel napraten. Ik weet nog steeds niet of ik toen heb leren lezen. Haar moederlijke geur betoverde mij. Mijn liefde voor poëzie bleef wel. Ik beperkte mij wel tot het voordragen. In 1990 schreef ik mijn eerste gedicht in het Sranantongo, (Surinaams), waarmee ik een van de winnaars werd van de Poetry Park Poëzieprijs in Rotterdam: Prodokoko. De prijs (nu Dunya poëzieprijs) zou ik nog tweemaal winnen (1994 & ‘95) met gedichten in de Nederlandse taal: 'Ze zullen nooit weten waarom' en 'Canto a Cuba'. Via cursussen, workshops en schrijfgroepen heb ik mijn techniek aangescherpt. Ik heb mij van begin af aan toegelegd op de voordracht, waardoor volgens sommigen mijn gedichten tot de orale poëzie moet worden gerekend. Ik heb heel veel lol in dat hokje. Mijn onderwerpen beslaan het hele spectrum van bestaan: dood, leven, liefde, natuur, politiek, beeldende kunst, oorlog, Suriname, sociale onrecht en light verse. Ik pluk mijn onderwerpen van de bepoepte stoepen, tussen beweende borsten, uit de lege hulzen van ideologieën, achter de rode lippen van de stilte, kortom als mijn computer het doet, dan schrijf ik gedichten vol emotie. Ik heb er moeite mee niet geëngageerd te dichten. Een gedicht moet een tijdbom zijn, die op de stemband van de dichter of de lezer wacht om te exploderen. Ik schrijf zowel vormvaste- als vrije verzen. Ik geef meer om ritme dan om maat. Mijn eerste bundeling: Timba was bedoeld voor de verjaardagsgasten (60). De tweede bundel: Siksiyuru bakadina, een verzameling Haiku, Tanka, Senryu, opnieuw in eigen beheer, voor vrienden. Voor mijn 65ste verjaardag schreef ik een bundel met 14 autobiografische gedichten, Op de vluchtheuvel kwam ik je tegen. Mijn gasten verdwenen met de genummerde exemplaren. Met mijn manuscript, De termieten van Tilifo, heb ik slechts 1 afwijzing van een uitgever toegestaan. De bundel is in september 1998 verschenen bij de ‘eigen beheer uitgeverij’ Kantamasu, net zo mooi als in het echt. Ook publicaties in de bundels: Wereld Plaatje (Uitgeverij Passage, 2000) en Voetsporen (Stichting Dunya, 2001). Ik heb verspreid gepubliceerd in verschillende tijdschriften en kranten, in De Spiegel van de Surinaamse poëzie, de bloemlezingen, Het Hoge Noorden, Dichter Bij de Stad en enkele verzamelbundels van de groep Versmaten, waar ik al enkele jaren deel van uitmaak. Ik hoef het niet allemaal meer bij te houden. Voordrachten op talrijke podia met vertellingen en poëzie w.o. Rotterdam, Dunya, Den Haag Congresgebouw en Bibliotheek, Amsterdam, Dordrecht, Leiden, Delft, Alkmaar, Groningen, Den Bosch, Assen, Emmen, de Rode Hoed, Perdu & Tropen Museum te Amsterdam, Prins Claus Fonds Den Haag, het Nijmeegs vertelfestival, om maar wat te noemen. Ja natuurlijk, ook in Suriname. Zie ook www.google.com voor meer over Guillaume Pool. terug naar boven Sedert 1993 beoefen ik de vertelkust. Ik vertel verhalen uit verschillende
culturen, op verschillende locaties, thematisch als het moet; en op
verzoek maak ik ook verteltheater. Ik reken mezelf tot de interactieve
vertellers. Tot mijn doelgroep horen kleine en groot geworden kleine
mensen. Met mijn verhalen treed ik overal in Nederland op. De verhalen,
haal ik uit de orale tradities van verschillende culturen of ik maak
ze zelf. De verhalen worden op een eigentijdse wijze verteld, soms
ook bewerkt. Vaak moet ik bij een opgegeven thema zelf het verhaal
maken, soms met gebruikmaking van elementen uit bestaande verhalen.
Samen met een goede vriend maak ik Verteltheater, waarbij een thema
wordt uitgewerkt met verhalen binnen een verhaal met gebruikmaking
van alle faciliteiten van het theater. De improvisatie van het vertellen
blijft centraal. Voorbeelden: een bloesemregen in de winter, met Japanse
vertellingen, TOT SLOT BIJNA Het juryrapport van de Dunya in Rotterdam ‘95, openbaarde dat ik
een synthese had geforceerd tussen schrijf- en hoorpoëzie. Omdat
ik altijd heb kunnen horen en moeizaam heb moeten leren om te schrijven,
lig ik wakker in de hangmat van het succes, lig ik niet wakker van
typeringen. Vertellingen zijn altijd oraal en dat is een grote troost.
Poëzie heeft ook ooit in een orale couveuse, vele oren vermaakt.
TEN SLOTTE: SURINAME Guillaume Pool, mei 2001 CONTACT Guillaume pool is per e-mail bereikbaar op: gilpo@home.nl terug naar boven BIBLIOGRAFIE Dichtbundels: Timba, eigen beheer, Haren, 1990 Op de vluchtheuvel kwam ik je tegen, eigen beheer, Haren, 1995 De termieten van Tilifo, uitgeverij, Kantamasu, Haren, 1998 In de bloemlezingen:
|