Poëziewedstrijd 2006

naar beginpagina       naar overzicht 2005




JURYRAPPORT
WINNENDE GEDICHTEN
WEDSTRIJD

JURYRAPPORT

Poëziewedstrijd 'Beeld', 2006

Algemeen: De jury heeft flink moeten debatteren om tot deze eindstand te komen. Dat lag niet alleen aan de grote hoeveelheid inzendingen, waartussen, dat viel op, (te) veel letterlijke interpretaties van het thema (dwz. beeld > standbeeld; beeld > herinnering), maar dus ook aan de daardoor minder aanwezige variatie waardoor het soms moeilijk kiezen was. Er waren in totaal 102 inzenders en 158 gedichten. In tegenstelling tot voorgaande jaren hadden er ook kinderen ingestuurd waar we zeer blij mee waren. De kinderen hebben we in een aparte categorie geplaatst.

Kinderen: eerste & tweede plaats

De letterlijke interpretaties waren het duidelijkst te zien bij de inzendingen van kinderen, die vaak letterlijk van de meester resp. juf overgenomen leken (foei, meesters en juffen! niet voorkauwen, prikkelen!). Van hen schreef Marnix Feikens (eerste plaats) het meest originele gedicht, over het beeld op de dijk: "mijn beeld/ op het beeld/ het beeld/ van stenen/ op de dijk/ het beeld/ van stenen/ mijn beeld/ van mij". Hier zit herhaling in, en ritme kortom, het loopt. Deborah Tom, op de tweede plaats bij de kinderen, schrijft over een vakantiefoto van de Duitse bergen: "ik/ op een foto/ ik/ tussen de bergen/ van Duitsland/ het is een/ mooi uitzicht/ ik/ op een foto/ in de vakantie/ tussen de bergen/ van Duitsland". Ook hier een eigen interpretatie van het thema, geen voorgekauwd idee. Beide gedichten komen met een duidelijk idee. Ze zijn beter dan de andere gedichten omdat telkens niet beschreven wordt om wat voor beeld het gaat.

Dan de top tien van de volwassenen:

1. "Decorum", van Corrie Boin

Sterk, sober maar subtiel gedicht over de leeggesnoepte bonbonnière naast het doodsbed. Mooie beelden: de dode weerspiegeld in het glaswerk; de pralines van zoutdeeg die voor de echte in de plaats komen, omdat mensen blijkbaar de neiging hebben naast een dode bonbons te gaan zitten eten; de slotzin die er als een steek na aan toe wordt gevoegd: "onverteerbaar decoratief". Au!

2. "Een walrus droomt de wereld", van Willem van Deursen

Wreed & aangrijpend gedicht waarin poëtische gedachten over jagersinstinct worden toegedicht aan een walrus die op zeehondenpups jaagt. "de witte wereld rood bedroomd"; "bloed spat/ twee keer, ik grijns/ naar de camera"; "ik hou van de geur van vorst in de ochtenduren". Hier is een oer-killer aan het woord; bravo Willem!

3. "De wekkere man" (De wakkere man), van Ruurdtsje de Haan

Er is stevig getwijfeld of dit gedicht wel in de top drie mocht eindigen, vanwege de naar onze mening niet altijd even fraaie & juiste vertaling. Toch een erg mooi, ingetogen gedicht over een vader die ongedeerd, maar niet ongeschonden uit de oorlog terug is gekomen, en weer een plek zoekt in zijn gezin. "ik kon niet weten of ik erbij zou zijn; op sommigen is geschoten". De oorlog blijft aanwezig, ook voor de jeugd: "met het meisje gaat het goed;/ze legt iedere mei bloemen neer voor moed". Zoek een goede vertaler Ruurdtsje en doe je gedichten recht!

4. "Negeer de waarschuwingssignalen", van Andras Mebius

Met misschien een wat quasi-rebelse toon "brul het beest/ dat in je groeit", maar wel sterke beelden van teloorgegane zaken het paradijs, de goeie ouwe melkflessen van weleer: "maagden in ragfijn/en met waas omhuld/ honing suikerzoet/ om van melk te zwijgen/ niet in flessen vroeger tijden/ maar gewoon in pakken/ van karton".

5. "Voorwaar", van Trix Giebels

Droste-effect-gedicht over het dropdoosje waarop de torenkamer van de ik-figuur te zien is. De beelden zijn soms niet helemaal duidelijk (wat is waar? is die maan er nu wel of niet?). Ook ging het gedicht naar onze smaak net een aantal zinnen te lang door, terwijl het al mooi afgerond was met "wil hij mij waar wil hij mij hebben" of "ik woon hier werkelijk mooi".

6. "Honden geweldig", van W. de Roo

Vrolijk, niet onverdienstelijk gedicht over sombere baas die onbezorgde honden uitlaat. Veelheid aan indrukken, misschien iets te wollig, bijvoorbeeld in de herhaling van het "geweldig". Wel mooi: "terwijl de grijze baas op hen toeloopt/ en onwerkelijke wind door de bomen ruist".

7. (Zonder titel) "Vlaanderen was het begin...", van Marja van der Veen

Nostalgisch, lyrisch gedicht over Vlaanderen. Wij dachten aan Breughel en vonden het goed lopen, maar toch ook hier en daar een beetje gratuit: "zo'n gevoel van vijver in een vijver en 's nachts storm op zee". Wel mooi: "bootjes brachten paling binnen, heiligen vouwden hun vleugels, vrouwen kletsten de was schoon en droog" (O, dat heerlijke Vlaamsche leeeven toch).

8. "Godendochter", van Chris van Boetzelaer

Prins-verovert-prinses-liefdesgedicht vol smakelijke metaforen: "rozentuin in nobel stijlverbond"; "ogen handen vingers sluipen/naar de hoofdschotel", enz. Het gedicht eindigt met een onverwachte Noordelijke noot: "de rivier in de zee, de tjalk glimt", kunstig maar wel een beetje über-archaïsch.

9."Nieuws", van Josephine Banens

Over de ellende die dagelijks via het nieuws over je uit wordt gestort. Enkele indringende beelden: "en luister, verder weg, opnieuw een autobom/ weer achttien huizen waar/ 's avonds vergeefs gewacht wordt met het eten./ hoe snel ben ik die doden ook vergeten/ voortdurend druk met eigen dagelijks gevaar". Mag over het geheel nog iets bondiger.

10. "Beeld", van Rita van Hauwermeiren

Hoewel de titel wel iets origineler had gemogen, vonden we dit gedicht toch de moeite waard. Meisje staat moeizaam op "zoals altijd begint haar reis met een zucht [...] de weerzin het ruim te verlaten - een luchtzak" en sleept zich door de routine van de dag: "het is de herhaling die haar niet meer raakt". Een beetje zonde van de wat al te voor de hand liggende slotzin: "het gebukt gaan/ onder haar grijze bestaan dat haar verder doet gaan", maar al met al toch een nobele poging.


Anneke Claus en Ronald Ohlsen, 2006



WINNENDE GEDICHTEN

Eerste plaats:

DECORUM

leeg gesnoepte bonbonnière
zalmroze met geschulpte rand
hol kristal waarin ik waarachtig
benige trekken rond
zwarte kuilen zag

met bewogen wimpers
knipperde ik wanen weg en
maakte lelies weer zichtbaar

aan het bed waarin je lag
met gevouwen handen
op een vreemde pyjama
in dezelfde kleur als je nagelblauw
moest ik ze onder ogen zien

gehuld in doodzwijgen vulde ik
de schaal met pralines van zoutdeeg
onverteerbaar decoratief


© Corrie Boin, 2006

Tweede plaats:

(-)

een walrus droomt de wereld

ooit geurden ochtenduren
naar vorst en blanke koningen der pelzen
de witte wereld rood bedroomd

geluidloos klim ik op de kant
schud de druppels uit mijn borsthaar
het jagersvuur van vele eeuwen
kookt de ijskristallen uit mijn snor
een baby in de sneeuw, een tropenbloem
lacht roze naar me op

moedernaakt en met schommelende uiers
klauwt zij zich krijsend naar me toe
boe, blaf ik
bloed spat
twee keer, ik grijns
naar de camera

en toon de fraaie blanke huiden
wat hou ik van de geur van vorst
in de ochtenduren

Willem van Deursen, 2006


Derde plaats:

DE WEKKERE MAN

ik bin heit. Mar ek hoeder
oer frou en bern.

Heites grutte faam sil wer
op syn knibbel sitte

at er de hannen frij hat.
Ik koe net witte

oft ik derby wêze soe;
guont fan ús binne sketten.

De striid is net ferlern.
Mei it famke giet it goed;

hja leit alle maaien
blommen del foar moed.


Ruurdtsje de Haan, 2006

vertaling

De wakkere man


ik ben vader. Maar ook hoeder
over vrouw en kinderen.

Mijn grote meid zal weer
op mijn knie zitten

als ik mijn handen vrij heb.
Ik kon niet weten

of ik erbij zou zijn;
op sommigen is geschoten.

De strijd werd niet verloren.
Met het meisje gaat het goed;

ze legt iedere mei
bloemen neer voor moed.

Ruudtsje de Haan, 2006




Poëziewedstrijd 'Beeld' van de Schrijversschool Groningen en OB

De Schrijversschool van het Kunstencentrum Groningen organiseert in samenwerking met de Openbare Bibliotheek op de Gedichtendag en Poëziemarathon traditiegetrouw een poëziewedstrijd met dit keer als thema: Beeld.

Hoe zie jij de wereld? Wat verbeeld je je? Dicht erover en stuur ons je poëtische pennenvruchten toe. De jury van deze wedstrijd bestaat uit de schrijvers Willem Jan van Wijk, Anneke Claus, Ronald Ohlsen en Jane Leusink. De Poëziemarathon vindt plaats op donderdag 26 januari 2006. Tijdens de Poëziemarathon werken boekhandels, cafés, literaire en andere organisaties samen om een gevarieerd poëzieprogramma van 24 uur te bieden.

Prijzen

De prijzen worden beschikbaar gesteld door de Schrijversschool van het Kunstencentrum Groningen en de Openbare Bibliotheek. De drie prijswinnaars ontvangen respectievelijk 50 euro, 40 euro en 30 euro. Daarbij wordt het winnende gedicht gepubliceerd in De Groninger Gezinsbode. De eerste drie worden geplaatst in Noachs Kat.

De uitslag wordt om 16.00 uur op een speciale, openbare bijeenkomst van de Schrijversschool bekendgemaakt in de Openbare Bibliotheek Groningen (Oude Boteringestraat 18).

Voorwaarden

- per deelnemer mogen maximaal twee gedichten van maximaal 24 regels (exclusief titel, inclusief witregels) opgestuurd worden;
- de gedichten moeten te maken hebben met het thema 'Beeld';
- op de inzending zelf mag geen naam en adres voorkomen. Die moet je apart bijvoegen, zodat de jury je werk onbevooroordeeld kan bekijken;
- geef op een apart briefje door: je naam, adres, telefoonnummer en eventueel e-mail;
- je inzending moet uiterlijk 10 januari 2006 opgestuurd zijn naar:

Poëziewedstrijd 'Beeld'
Schrijversschool (Kunstencentrum Groningen)
Walstraat 34
9711 VS Groningen
r.sinkgraven@kunstencentrum.nl

Voor de meest actuele info: schrijversschool.web-log.nl
Voor info: www.kunstencentrum.nl of 050-850.71.48


terug naar boven





©
Stichting Poëziemarathon Groningen,  2005/2006

terug naar boven