German National Poetry Slam 2000, Düsseldorf, 30 september/2 oktober 2000

De afgelopen jaren sijpelden af en toe berichten door over Poetry Slams, die reuze populair zouden zijn in de Verenigde Staten en in Duitsland. De uitnodiging om bij de Duitse National Poetry Slam met De Dichters uit Epibreren een gastoptreden te geven was dan ook een mooie gelegenheid nader kennis te maken met het verschijnsel en uit de eerste hand waar te nemen wat de Duitse variant van Poetry Slam nu eigenlijk inhoudt.

Poetry Slam ontstond midden jaren tachtig in Chicago, in de Verenigde Staten. Door middel van applaus en het geven van cijfers poogde men het publiek bij dichtvoordrachten te betrekken, hetgeen tegelijkertijd de dichters dwong aandacht aan hun voordracht te besteden. Een van de brandpunten van de Amerikaanse slams was - en is - het Nuyorican Poets Cafe in New York.

Nu gingen in het midden van de jaren negentig enkele jongere Duitse undergrounddichters naar New York, woonden die slams bij en dachten: 'He, zo kan het ook!', gewend als ze waren aan de traditionele Duitse dichtavonden, waar dichters onverstaanbaar vanachter katheders of tafels verzen mompelden terwijl het publiek urenlang muisstil dat alles aanhoorde. Met als gevolg minder en minder publiek bij dichtavonden.

Hoewel Duitsland eens een rijke orale dichttraditie had was deze in het na-oorlogse Duitsland zo goed als non-existent. Een van de weinige dichters die aandacht aan hun voordracht besteedde was Klaus Kinski, die zich echter toelegde op een acteer-carriere.

Teruggekomen in Duitsland organiseerden ze in hun respectievelijke woonplaatsen hun eigen slam, waar ze wat ze in Amerika gezien en gehoord hadden op hun eigen manier vorm gaven. De betiteling 'Poetry Slam' moet men niet al te letterlijk nemen: bij zo'n slam zijn niet alleen gedichten te horen, maar ook verhalen, liedjes, raps en cabaret-achtige stukjes. Ook kent elke slam zijn eigen regels en wijze van beoordelingen: zo geeft men bij de maandelijke slam in München geen cijfers, maar meet men het applaus. In Stuttgart beoordeelt de presentator de reactie van het publiek op elke deelnemer en wijst dan de winnaar aan.

Feitelijk zijn de slams niets anders dan de in Nederland sinds mensenheugenis bestaande 'Open Podia', met als belangrijkste verschil dat de regels - die in Nederland meestal bestaan uit een tijdsbeperking per voordrager - bij de Duitse slams een stuk stringenter zijn. Zo mag absoluut geen gebruik gemaakt worden van muziek, gadgets, decor, lichtbeelden enzovoorts. Iets wat ik zelf als een te grote beperking zie die het experiment in de weg staat, maar voor vele Duitse dichters die ik sprak bij de National Poetry Slam volstrekt acceptabel is.

Andre-Michael Bolten - een van de mensen van het eerste uur - zei daarover: 'Mensen die willen optreden met een muzikant horen in een andere liga thuis' Bij Poetry Slam gaat het puur om de tekst en voordracht.'
 
Hoewel ik het me nog steeds moeilijk kan voorstellen bestonden voordat de slams in Duitsland begonnen nauwelijks open podia. En blijkbaar vulden deze slams een enorme behoefte: de afgelopen vijf jaar groeide het aantal slams in de verschillende steden van drie tot veertig. De maandelijkse slam in München trekt steevast meer dan 400 bezoekers en zelfs in een relatief kleine stad als Oldenburg (ter grootte van Groningen) komen elke maand 80 bezoekers op de slam af. Die overigens niet louter bestaan uit het wedstrijd-gedeelte: vaak dragen eerst een of twee hoofdgasten op, waarna het slam-gedeelte volgt. Het spreekt echter voor zich dat het publiek ook op de hoofdgasten reageert door middel van applaus, interrupties, gefluit, gejuich of boegeroep.

De organisatoren van de verschillende slams (doorgaans zelf dichter) onderhouden onderling een goed contact. In 1997, toen het verschijnsel 'Poetry Slam' nog erg pril was, besloten deze dichters een nationale slam te houden. Dichters uit München, Hamburg en Düsseldorf deden toen mee. Hoewel dit aantal uiterst beperkt was, werd deze National Poetry Slam wel goed dor de pers opgepikt, waardoor het verschijnsel in een stroomversnelling geraakte en populairder en populairder werd.
 
Bij deze vierde National Poetry Slam droegen 120 meest jongere auteurs (gemiddelde leeftijd midden 20) uit onder andere Aken, Berlijn, Bern, Bochum, Bremen, Brunswijk, Düsseldorf, München, Hamburg, Leipzig, Oldenburg, Passau, Stuttgart, Tübingen, Wenen en Winterthur (Zwitserland) voor. Individueel alsmede in stedenteams. De teamoptredens waren eigenlijk het minst interessant, omdat de respectievelijke auteurs - let wel, niet dichters, want zoals gezegd dekt het etiket 'Poetry Slam' slechts ten dele de lading - doorgaans niet met elkaar optreden en daarom speciaal voor de gelegenheid iets in elkaar gezet hadden.

Een beetje tot mijn verbazing werd de team-slam gewonnen door het Akense team, dat bestond uit drie jonge schrijvers die vanaf papier een toneelachtig stuk voordroegen. Steengoed waren de mensen uit Zwitserland (Susanne Zahnd - spoken word prozaïste, midden dertig; Tom Combo - dichter, midden/eind dertig en 'babyface' Jürg Halter - dichter, geboren 1980. Gedichten uit het hoofd, gedreven voorgedragen: 'Es war schön' op alle mogelijke manieren gezegd, met steeds weer afwisselend iets lieflijks of iets walgelijks daartussen, en dat deels weer verweven met met Zahnd en Halter voordroegen. Echt goed.
 
Bij de individuele optredens vielen Tracy Splinter uit Hamburg, de al genoemde Zwitsers, underground-auteur Jan Off uit Brunswijk, Bastian Böttcher uit Berlijn/Weimar en Timo Brunke uit Stuttgart op. Stuk voor stuk lieden met teksten waarvan ik dacht: 'die zou ik wel eens willen lezen' en sterke voordrachten. Bij een aanzienlijk aantal van de andere optredenden was het niveau echter zo laag dat ik het na een minuut wel gezien had. Maar: dat is ook Poetry Slam: er is ruimte voor professionals en beginners. En de mensen met echt belabberde voordrachten vliegen er doorgaans in de voorrondes uit.
 
Intussen is het verschijnsel Poetry Slam in de reguliere Duitse literatuur opgenomen: zo worden bij reguliere po‘ziefestivals meer en meer slam-programma's geprogrammeerd. De bloemlezing Poetry Slam - was die Mikrophon halten, samenstelling Rayl Patzak en Ko Bylanzki, uit het werk van 'slammers' verschijnt medio oktober bij Ariel Verlag in een oplage van 5000 exemplaren.   
 
Toch is het verschijnsel Poetry Slam niet zondermeer naar Nederland te kopiëren. In de eerste plaats omdat er in Nederland een rijke orale traditie bestaat. Ik hoef maar te refereren aan mensen als Simon Vinkenoog, Johnny van Doorn, J.A. Deelder, Hans Plomp, Bart Chabot, Diana Ozon, Adriaan Bontebal, Tom Lanoye, Didi de Paris en van de jongere generatie Ruben van Gogh, Tommy Wieringa, Menno Wigman, Ingmar Heytze, Arjan Witte en Epibreren en van de jongste generatie Daniel Dee, Sieger M. Geertsma, Kasper Peters, Volken B. de Vlas, Andy Fierens en Eva Cox. Ook bestaat, zoals gezegd, poetry slam in feite al in Nederland, in de vorm van open podia. Het publieksparticipatie-aspect is echter wel iets waaruit we lering zouden kunnen trekken, want het is gewoon leuk als je als publiek zonder schroom mag uiten wat je van een voordracht vindt.

Maar wellicht is dat juist waardoor het verschijnsel vele Nederlandse auteurs beangstigt, gewend als ze zijn aan een publiek dat zelfs de meest saaie voordrachten accepteert.

Nederlandse auteurs - zeker zij die gewend zijn voor te dragen op rock-festivals en in jongerencentra hoeven zich geen zorgen te maken. Na het Epibreren-optreden na de finale voor stedenteams, wilde het publiek ons niet laten gaan: het 'Zugabe, Zugabe!' geschreeuw was iets wat we in Nederland nog nooit hebben meegemaakt.

Bart FM Droog, 2 oktober 2000 (licht herzien oktober 2007)
 

Meer informatie over Poetry Slam:

National Poetry Slam 2000 (informatie over de German National Poetry Slam)

Fotos van de German National Poetry Slam 2000, met enige korte artikelen.