Tjitse Hofman: TV 2000
ISBN 90 4245 063 9 / 40 pagina's / ƒ 25,00
RECENSIES EN SIGNALERINGEN VAN 'TV 2000'

Juul, Vera Krant #21, 2-11-1999

Ronald Ohlsen, Vera Krant, 16-11-1999

Remco in 't Hof, Nieuwsblad van het Noorden, 19-11-1999

Jacob Moerman, Het Groninger Dagblad, 7-12-1999

Vrij Nederland, 11-12-1999

Els van Geene, Nederlandse Bibliotheekdienst, 3-2-2000

Ruben van Gogh, Algemeen Dagblad, 18-2-2000

Rob van Erkelens, De Groene Amsterdammer, 1-3-2000

Bert Bevers, Houten Gong #5, april 2000

(terug naar boven)


TJITSE HOFMAN: BOEKPRESENTATIE MET: DE KIFT, BART FM DROOG, ALETTE DE GROOT & DJ PIETER

De ambitieuze bedoeling van deze bijzonder rijk gevulde avond is te laten zien wat je allemaal met literatuur kunt doen behalve zwart op wit laten drukken. Er worden gedichten razend en heftig gedichten voorgedragen, er is kunst te zien waarin sommige van de gedichten verwerkt zijn, er worden filmpjes gedraaid en er is natuurlijk veel muziek. gaan we cultureel verantwoord doen????? Nee hoor, 't is underground en dat is het niet voor niks. En zo vreemd is het nou ook weer niet: muziek en film zijn aan de orde van de dag hier in Vera en poëtische voordrachten hebben we al eerder gehad met de Spoken Word Avond, die erg overtuigend, maar helaas mager bezocht was.

Het draait allemaal om de Groninger dichter Tjitse Hofman, die gaat debuteren met zijn bundel TV 2000. Grote kans dat je hem al wel kent, want hij maakt al 5 jaar deel uit van De Dichters uit Epibreren. deze groep timmert al tijden fanatiek aan de weg met hun zap- en straatpoëzie. Zo hebben ze opgetreden in jongerencentra (ook joen Kelderbar twee malen!), gevangenissen, treinen, scholen en universiteiten, bij rock-, theater- en literatuurfestivals, voor radio en tv, in NL, België, Duitsland, Engeland en Portugal. Ze staan garant voor enerverende optredens: zij brengen zielsbevrijdend vermaak door een dynamische & ritmische ontlading van opgekropte emoties. Gezien Tjitse's achtergrond zal het niet verbazen dat TV 2000 geen romantisch rijmend gekweel zal zijn. In zijn ritmische gedichten zapt hij met sinistere ondertoon door het leven. Zijn gedichten zijn tot het driedimensionale verwerkt in de vorm van kunstwerken door Alette de Groot, met stukken tekst op en in haar creaties. De kunstwerken zijn eigenlijk voor een expositie van een week later, maar we krijgen alvast een voorproefje.

Bart FM Droog zal het podiumwerk/de avond beginnen. Hij is net als Tjitse Hofman één van de Epibreerders en misschien ken je hem ook wel van zijn Vera Krant-column 'Met de botte bijl'. Hij zal als eerste de passiviteit de zaal uitblazen met zijn dichtwerk. Na hem komt dan de boekpresentatie van Tjitse, die enkele van zijn gedichten zal voordragen met ongetwijfeld de nodige show & bombarie.

Muziek/theatergroep De Kift zal het podium van hem overnemen. Zij waren een maand terug nog te zien in Simplon, met hun nieuwe cd 'Vlaskoorts'. Zij zijn er al veel langer dan vandaag: De Kift is in 1988 opgericht. De leden namen punkafkomst en een fanfareverleden (trompet, trombone, tuba) mee om tot een gekteproductiete komen die uniek is. Ze combineren literatuur, theater en muziek in je moers taal, met de nadruk op verstaanbaarheid. In 1993 kwamen ze aanzetten met de geniale cd 'Krankenhaus'. Ze gebruikten teksten die ontleend waren aan literatuur geschreven vanaf het ziektebed. Deze teksten gaan over oorlog & andere waanzin, waar De Kift muziek om heen gesponnen heeft. Met 'Gaaphonger' gaan ze in 1996 verder op de theatrale tour. Gaaphonger is een theaterstuk en cd beide, waarbij het gaat over de overwintering van Willem Barentsz op Nova Zembla in 1596, waarbij je de ijzingwekkendheid van de titel je voor kunt stellen.
Veel inspiratie voor de nieuwe cd 'Vlaskoorts' werd opgedaan tijdens de Morrelbarrel-tour, waarin ook de combinatie van muziek en theater gebruikt wordt in een verhaal over een geoliede rock-machine, die gesponsord wordt door een dubieus automerk. De waanzin, emoties, banaliteiten en muziek van deze Morrelbarreltour worden gekneed tot de compositie zoals te horen op Vlaskoorts, waarmee ze vanaf oktober de Nederlandse en buitenlandse popzalen afstruinen. Vlaskoorts is trouwens een oude arbeidersziekte die je kon oplopen tijdens de vlasbewerking. Bij die bewerking kwamen boterzuurbacteriën te pas, die koorts konden veroorzaken wat kon leiden tot regelrechte hallucinaties. Misschien is daar de kiem wel gelegd voor de utopiewanen van de arbeiders. O nee, die waren bedacht door veilig en warm opgegroeide middenklassers.
Verder op in de avond beklimmen nog twee Epibreerders het podium: multi-instrumentalist en soundscape-creator Jan Klug gaat met een voormalig Epibreer-dichter Martijn Woldring een aantal van hun meest bekende gedichten de zaal in slingeren. Bereid je maar voor op chaotische wanorde in gedichten over de zelfkant van het leven. Dan hebben we ook nog de dichter Herman J. van den Bold uit Meppel, die heel goed in de Epibreren traditie past.

Er is nog meer in petto voor deze avond!: tijdens de verschillende optredens verzorgt Michael Hall de hele avond toepasselijke filmpjes en tussen de optredens door draait DJ Pieter de plaatjes. dankzij hem hebben we ook nog een na-feestje! Werkelijk alles wordt dus uit de kast getrokken om van statisch tot dynamisch te komen: poëzie moet je zien, horen en beleven!


(Juul, Vera Krant #21, 2-11-1999)

Tjitse Hofman en Martijn Woldring tijdens de Boekpresentatie in Vera.
Foto: Henk Veenstra

(terug naar boven)


BIG BUSINESS

Tjitse Hofman is ook een van hen [= dichters opgenomen in de bloemlezing Sprong naar de sterren]. Hij werd onder meer bekend als een van de roemruchte Dichters uit Epibreren die nu al enkele jaren door het land trekken om hun poëzie voor het voetlicht te brengen. Van hem verschijnt op 19 november de solobundel getiteld TV 2000. De gedichten in deze bundel vormen registraties van de gewone zaken des levens zoals een regenbui, een bejaardentehuis, een vuur. Simpele beschrijvingen zonder opsmuk op het eerste gezicht, maar er is meer aan de hand. in bijna alle gedichten sluimert subtiel de vergankelijkheid. 'Ik lach/ het is fraai/ dat hij zwaait/ en alles gromt/ van onweer.' Zelfs een hunebed blijkt niet onaantastbaar te zijn. 'Ben je eeuwig onverplaatsbaar/ grijs en onverwoestbaar/ op kleine keien na'. In TV 2000 heerst een kleine onbestendige angst over een wereld van steen , metaal, glas, mos, moeras en gras, een toendra van onzichtbare terreur. 'In mijn verdeeldheid/ zaai ik onrust/ op akkers plant ik wellust/ schep orde op het land/ in strakke banen/ over velden vloeien tranen/ sluipen sloten vol met water/ van zilte kwaliteit.'

Lees deze bundel van voor naar achter en dan weer terug. Des te vaker je hem leest, des te groter wordt het landschap dat zich uitstrekt in deze kleine verzen van de levende dichter Tjitse Hofman. Of om Marsman nogmaals te parafraseren: de dichter stookt het graan des levens om tot de jenever der poëzie.

TV 2000 Tjitse Hofman, Uitgeverij Passage, Groningen, 25,- (vanaf 20 november in de boekhandel). De presentatie van TV 2000 vindt plaats op vrijdag 19 november om 21.30 in de Vera Club (met vele gasten w.o. de Kift). (Ronald Ohlsen, Vera Krant, 16-11-1999)

(terug naar boven)


'IN GRONINGEN LIGT DE LITERATUUR OP HAAR KONT'

De stad Groningen blijkt een vruchtbare bodem voor het maken van poëzie. De dichters ter stede - jong en oud - blijken in trek op literatuurfestivals in het gehele land en duiken op in bloemlezingen. Met enige regelmaat verschijnt er een debuut, zoals vanavond de bundel TV 2000 van de in Assen geboren dichter Tjitse Hofman.

"Als je al vijf jaar bezig bent zoals ik, en er verschijnt dan voor het eerst een echte bundel, dan is dat toch een feestje waard? En dan geen presentatie met saaie gasten in een omgeving die niet inspireert. De meeste presentaties zijn doodsaai gewauwel. ik ga dat dus anders doen."

De dichter Tjitse Hofman (25) uit Groningen presenteert vanavond in muziekcentrum Vera zijn debuutbundel TV 2000. Het feestje gaat gepaard met optredens van bevriende dichters en van de Nederlandse popband De Kift. Dat hij zijn favoriete band wist te strikken voor een optreden, daarop is Hofman bijzonder trots. "wat die jongens van De Kift op het podium doen, daar krijg ik soms kippenvel van. Zij brengen literaire teksten in een muzikaal jasje. Ze weten een intens gevoel over te brengen bij het publiek, ze zetten een emotie neer waarvan ik denk dat het echt zo moet."

Wie nog nooit een optreden van Tjitse Hofman of de groep waarmee hij optreedt, dichters uit Epibreren, heeft gezien zal onder de indruk raken door de intensiteit van het gebodene. De voordrachten worden sowieso allemaal uit het hoofd gedaan en daarnaast gaan de performers zo op in hun teksten, dat hun lijven kronkelen en verkrampen van de pijn of rollen en strekken van blijdschap. Hofman: "Ja? Is dat zo? Ik moet eerlijk zeggen dat ik mezelf zelden op de televisie heb gezien. Maar die ene keer dat ik mijzelf zag, vond ik mijzelf niet eng. Het gaat om het verhaal dat wij te vertellen hebben. Daar ga je tijdens een optreden in op. Tijdens het voordragen gaat het lichaam vanzelf mee in de emotie die je verbeeldt. Als wij kromgebogen staan of gek doen is dat omdat een mensenlichaam er zo nu eenmaal uitziet. En soms is dat maf om te zien, maar altijd heel erg intens."

In de gedichten van Hofman vormen de dood, vergankelijkheid, vergane liefde, de stad en late doorwaakte nachten de ingrediënten. Hoewel de 27 gedichten allen los van elkaar te lezen zijn, zit er volgens Hofman wel degelijk een rode draad in: "De imaginaire hoofdpersoon wandelt als het ware door het boek. Hij kan het leven niet aan, hij kan niet tegen de invloeden van de wereld als dood en verval, verdriet, techniek en zo. aan het eind van de bundel wordt hij gek." Hofman haast zich te zeggen dat zijn bundel beslist niet autobiografisch is. Over het publiceren van gedichten zegt hij: "Je wilt een stempel zetten, iets neerzetten om vervolgens weer verder te kunnen gaan. Je schrijft om gepubliceerd te worden. zo'n boek is dan een kroon op je werk." Met de titel TV 2000 neemt Hofman de huidige elektronische maatschappij onder de loep, zoals wel blijkt uit een fragment van het volgende gedicht

Elektroniek

ik loop op elektriek

a la teletransformatie

glasvezelvervoer en

satellietcommunicatie

Na vijf jaar 'ploeteren' gloort er nu een beetje erkenning als dichter aan de einder. Hij staat geprogrammeerd tussen literaire giganten uit de gevestigde orde als Gerrit Komrij, Hugo Claus en Jean Pierre Rawie. "Ik heb mij laatst maar even aan Jean Pierre Rawie voorgesteld omdat we elkaar de laatste tijd wel vaker tegenkomen. een aardige man", zegt hij. Met zijn kompanen Bart FM Droog en Jan Klug vormt hij de groep Dichters uit Epibreren en staat hij op Nederlandse podia in het gehele land, maar net zo goed in Duitsland of België. Maar ook voor een poëzie-workshop op een school voor moeilijk lerende kinderen heeft hij tijd.

Enkele gedichten van Hofman zijn ook opgenomen in de door Ruben van Gogh samengestelde bloemlezing Sprong naar de sterren. Hierin wekt de samensteller de suggestie dat er een nieuwe generatie dichters in Nederland is opgestaan en momenteel goed in de markt ligt. Hofman: "Opname in zo'n bundel is natuurlijk wel waardering voor je werk. Het streelt je. Maar kennelijk hebben mensen de behoefte om een nieuwe generatie dichters een etiketje op te plakken. Ik vraag mij dan ook echt af wat de overeenkomsten tussen ons zogenaamde jonge dichters zijn. We zijn allemaal individuen en proberen ons allemaal op eigen wijze te ontwikkelen. Ieder op z'n eigen manier."

Als 13-jarig ventje uit Assen verdiende hij al zijn zakgeld op podia in de provincie door op zijn saxofoon te spelen. "In het middelpunt van de belangstelling staan is verslavend", weet hij inmiddels. Een opleiding aan de Sociale Academie maakte hij niet af en hij hield zijn hoofd boven water door bijvoorbeeld didgeridoo's en hasjpijpjes te vervaardigen of door op straat muziek te maken. Uiteindelijk kwam hij terecht bij de poëzie: "Ik druk mij het beste uit in teksten."

Hofman woont nu samen, is anderhalf jaar geleden vader geworden en begint binnenkort aan een baantje als barkeeper in Muziekcafé Koekkoek. Hofman: "Als vader en huisman kun je heel goed dichter zijn, hoor. Je moet het wel wat anders inrichten dan daarvoor. Huisvader zijn en dichter is geen belemmering. Ik vind het een afwisselend leven."

"Groningen is een prettige stad en ook een goede voedingsbodem voor kunstenaars", denkt Hofman. "Het is een kleine stad, dus iedereen kent elkaar wel. Dus daardoor komt je naam ook eerder bovendrijven. In tegenstelling tot Amsterdam, waar niemand op je zit te wachten., heerst er in Groningen, denk ik, minder onderlinge concurrentie. Mensen doen eerder en vaker experimenten of optredens samen. In Groningen ligt de literatuur alweer een tijdje op haar kont: de dichtersavonden in café Koekkoek zijn gestopt, de USVA doet nu ook niets en het festival Winterschrift is ook ter ziele."

Om zich na zijn debuut bij een Groningse uitgeverij direct naar de Amsterdamse literaire scene te haasten, nee, dat is hij niet van plan: "Ik geloof niet in die shit dat het qua literatuur in Amsterdam veel beter is. als dichter die wil publiceren kom je bij de Amsterdamse uitgever op een grote bult terecht. je bent er hooguit een speelbal van de grote jongens die het er voor het zeggen hebben. Daar ben je gepeupel en als ze klaar met je zijn wippen ze je eruit."

Zenuwachtig voor vanavond?

"Vorige week kwamen de boekjes van de drukker. Maanden ben ik bezig geweest met de voorbereidingen. We hebben 220 uitnodigingen de deur uit gedaan. Ja, dan ben je soms onzeker.

Dan denk je bij jezelf: ik moet het allemaal nog even waarmaken."

(Remco in 't Hof, Nieuwsblad van het Noorden, 19-11-1999)

(terug naar boven)


TJITSE HOFMAN

De Groninger dichter Tjitse Hofman staat vooral bekend als een van de leden van het dichterscollectief De Dichters uit epibreren. nu heeft hij zijn eerste dichtbundel laten uitgeven, onder de titel TV 2000. In de gedichten van Hofman staan veel ingrediënten centraal die horen bij het stadsleven, zoals blijkt uit de eerste regels van het gedicht Roest: 'Sombere wolken/ naderen de stad/ ze trekken traag/ de hemel zwart/ zwaar van water'. Daarnaast kenmerkt zijn poëzie zich door een ritme dat vraagt om te worden voorgedragen. En sommige gedichten, zoals het titelgedicht, zijn het waard om te herlezen.

Tjitse Hofman: 'TV 2000'. uitgeverij Passage, Groningen. Prijs: 25,00.

(Jacob Moerman, Het Groninger Dagblad, 7-12-1999)

(terug naar boven)


GEZIEN: PROZA EN POËZIE

TV 2000 door Tjitse Hofman, Passage, 25,-. Poëziedebuut van een van de leden van het gezelschap Dichters uit Epibreren.

(Vrij Nederland, 11-12-1999)

(terug naar boven)


TV 2000 / TJITSE HOFMAN

Een aantal gedichten is eerder verschenen in aparte bundels, kranten en tijdschriften.

Groningen: Passage, 1999, 36p., 20 cm.

isbn: 905420639

Tjitse Hofman, 1974 is een van de oprichters van 'De Dichters uit Epibreren'('Oerol 1998'). In een decor van regen, wind en roest registreert de dichter allerlei vormen van verval en onverschilligheid. Oude mensen zitten achter beslagen vensters te verlangen naar wat was, een jong verkeersslachtoffertje wordt laconiek 'uitgezwaaid', burgers kijken onaangedaan naar geweld op straat, gebarsten zerken verwijzen naar het grote vergeten wat ons allen wacht. De liefde wordt bijna achteloos vrijblijvend beleefd: 'dat was dat' het is rappen en zappen geblazen voor de lezer: Regels met rapritme, weinig beeld en nog minder inhoud.

De dichter bekent zelf dat hij 'de saaiheid privatiseert'. Een tijdsbeeld wellicht, maar dan toch in gedichten die ik (nog) niet millenniumbestendig acht.

(Els van Geene, Nederlandse Bibliotheekdienst, 3-2-2000)

(terug naar boven)


SONNETTEN EN KLASSIEKERS

Poëzie:

Onno-Sven Tromp: Ramen. Tromedia, 64 blz., 29,90. ISBN 9076314292, **

Tjitse Hofman: TV 2000. Passage, 36 blz., 25. ISBN 9054520639, ***

Wie heden ten dage goede sier wil maken met een sonnettenbundel, moet van goeden huize komen. er drukt een loodzware erfenis van vele eeuwen en grootheden op deze versvorm vol romantiek.

Natuurlijk, iemand als Jean-Pierre Rawie trekt zich daar niets van aan en verfraait het sonnet zelfs verder, weet het nog klassieker te maken. Jan Kal heeft zijn hele leven erin vastgelegd en er bijna een dagboekversvorm van gemaakt. En Maria van Daalen, ja ja ook zij, gebruikt het sonnet op aangenaam frisse wijze voor haar vreemde hersenspinsels. Ze kunnen nog, sonnetten, mits de valkuilen worden omzeild.

In zijn sonnettenbundel Ramen stort Onno-Sven Tromp in elke valkuil die het sonnette bieden heeft. Herfst, schemerduister, mist, meeuwen en onnoembare geheimen rijgen zich aaneen. Technisch zijn ze meer dan in orde: het rijjm, de volta na het octaaf en een aan perfectie grenzend metrum.

Misschien had het minder perfect gemoeten. Het metrum neigt naar klinische uitkomstzinnen.

Tromp had een aantal sonnetten kunnen weglaten, zodat de betere meer nadruk hadden gekregen. Nu denk je vaak na weer een bladzijde: inderdaad, het klopt, een sonnet.

een gunstige uitzondering vormt Eb bij Kloosterburen: 'Waar in de armen van de warme wind/ de verre horizon gespiegeld is,/ daar op een groene dijkrug, daar lig ik.'

Simpel, doeltreffend, mooi, zo hoort het. Die kant had het op gemoeten. Maar te veel blijft hij hangen in clichés en voorbije eeuwen.

Tjitse Hofman heeft minder woorden nodig, minder gedichten ook, al is dat laatste jammer. In zijn debuut TV 2000 is hij wars van vaste versvormen. Lange, bijna kale gedichten beschrijven verval, stillevens en doorleefde nachten. Soms vloeiend, aak weerbarstig.

Hofman is een dichter vol bravoure, met archaïsche trekjes: 'Komaan', klinkt het in Waterlanders, 'stamp aan/hand in hand kameraden/ inspecteren dijkverzwaren/ (...) ageer tegen het dobberend vee.'

ook geeft hij op eigen wijze geluid aan zijn beeldspraak: 'een binnenschip ramt/de kanten van de gracht/ piepende klaagzang/ van schurend metaal/ roest vreet aan de randen.'

Hofman is vooral sterk als het om landschappenof stadsgezichten gaat. In de meer vleselijk georienteerde gedichten overspeelt hij zichzelf soms. Zinnen als 'Wees los om je/ verlangen te warmen/ neem me mee/ in kermend genot' beginnen al te rieken naar haiku tijdens theekransjes op een verlopen zondagmiddag. En een gedicht dat eindigt met iemand die na een one night stand de ochtend fluitend tegemoet pist in de wasbak, blijft hangen in de anekdote.

Daar staan weer gedichten tegenover die uitgroeien tot mythische proporties. Het gedicht Per ochtend wordt nog eens een klassieker. Lees alvast de slotstrofen: 'De middenstand was ook al op/ hing vlaggen uit waste ramen/ dronk koffie en herhaalde/ het schrobben van de stoep// De zon daagde pal boven de daken/ de natte sleur van de nacht/ nog niet helemaal weg/ en hamers klopten de ochtend los/ met ferme, ferme slagen.'

Hofman staat hiermee stevig aan de basis van de 21ste eeuw.

(Ruben van Gogh, Algemeen Dagblad, 18-2-2000)

(terug naar boven)


DE DICHTER ALS RUIMTEREIZIGER

In het werk van enkele jonge dichters wordt het heelal verkend. Het wachten is op de eerste dichter-astronaut. Maar de hemel biedt meer dan alleen sterren.

Alle zegen komt, voor de poëzie, tegenwoordig van boven. Sinds de laatste generatie dichters van de vorige eeuw zichzelf verzamelde in de bundel Sprong naar de sterren staat het Hogere weer volop in de belangstelling van de dichtkunst.

Zoals het voorwoord bij die bloemlezing meldde, bij monde van Ruben van Gogh, keren er in hun poëzie enkele achtergronden regelmatig terug: 'Een aan sciencefiction ontleende kosmos enerzijds, en een duister postindustrieel stadslandschap anderzijds'. En zoals Olaf Zwetsloot in een artikel schreef: 'Veel van de poëten die in Ruben van Goghs bloemlezing Sprong naar de sterren zijn vertegenwoordigd voelen zich, zo blijkt, meer dan andere generaties aangetrokken tot het mysterieuze universum. Is er sprake van een sciencefiction-beweging in de poëzie, de opkomst van kosmo-poëzie?

De dichter richt derhalve de blik omhoog, vol verwachting, vol enthousiasme, vol hoop. Nieuwe wegen zijn te ontginnen. een nieuwe ruimte, een nieuw geluid. Kometen, sterrenstelsels, satellieten, hemellichamen: het heelal is de nieuwe inspiratie.

Op de Nationale Gedichtendag was er in de televisie-uitzending ruim aandacht voor de jongste generatie dichters. Hagar Peeters zat in een panel - en zal binnenkort via Viva, Libelle en Elle Nederlands Beroemdste Dichteres worden. er waren clipjes van jongelingen als Tommy Wieringa en de Dichters uit Epibreren, al jarenlang de trots van Groningen.

De Dichters uit Epibreren zien we sinds die heuglijke dag dus als horende bij de 'jongste generatie dichters', ofwel de modernsten. Zij, Bart FM Droog, Jan Klug en Tjitse Hofman, stonden ook in Sprong naar de sterren. En ze keken omhoog.

Tjitse Hofman toont in zijn bundel TV 2000 ook de vermaarde hang naar het hogere, onderstrepend wat Zwetsloot noteerde: 'Het is dus niet verwonderlijk dat ook dichters hun geestesoog wenden naar dat Nieuwe Wilde Westen, waar het goud voor het oprapen ligt en waar zij, gewapend met de nieuwste metaforen die de technologie hun te bieden heeft, hun creativiteit de vrije loop kunnen laten.'

Bij Hofman staat er bijvoorbeeld: 'Ik weet dat het/ niet waar is/ ik weet dat het/ niet war is/ buiten graait/ de zon naar de wolken/ maar ze willen niet/ opzij e daarom/ is het donker/ in het donker heerst/ herrie ik kan niet/ tegen herrie dan/ gaan de sterren/ vallen daar houd/ ik niet van'. (uit 'Para'.)

In het titelgedicht is de moderne technologie niet per se gekoppeld aan de ruimte, maar vooral aan het idee van dynamiek, beweging, verplaatsing, 'morfen': 'Elektroniek/ ik loop op elektriek/ à la teletransformatie/glasvezelvervoer en/ satellietcommunicatie// (...)// Ik naai de wereld/ met mijn kabels/ smelt aaneen en divergeer/ ioniseer en transporteer/ alles naar mijn waarheid/ privatiseer de saaiheid/ en alles is in orde/ naar het schijnt.'

Tjitse Hofman, TV 2000. Uitg. Passage, 36 blz., 25,-; Sprong naar de sterren. De laatste generatie dichters van de twintigste eeuw. Uitg. Kwadraat, 92 blz., 29,90;

(Rob van Erkelens, De Groene Amsterdammer, 1-3-2000)

(terug naar boven)


HET RUIME SOP (...) Eerder met cabaret dan met poëzie hebben naar mijn smaak Arthur Lava en Tjitse Hofman de meeste raakvlakken. Het betreft dan ook boven-Moerdijkse dichters. Ik kan me uitstekend voorstellen dat deze teksten het op een podium prima doen maar onder de schemerlamp zijn ze me te eendimensionaal. Tjitse Hofman (de flaptekst meldt: één van de mede-oprichters van De Dichters uit epibreren; dat moet natuurlijk mede-oprichter of een van de oprichters zijn) toont in de bundel T 2000 ontegenzeglijk talent (daarvan getuigen geslaagde verzen als 'Het lange gras geel het korte groen' en 'Dodenplaats') maar verliest zich wat al te makkelijk in imperatieven als 'Verjaag de recreatie / prepareer evacuatie', 'Dram de donderse / boel aan kant / laat een hels / orgasme stromen' en 'Gloei met de gloed / tot het vuur weer dooft / en drink' die daardoor iets gratuits krijgen. Beetje studentikoos nog ('Trap de dekens / van me af / hang mijn kloten / in de wasbak / pis de ochtend / fluitend tegemoet'), kortom. (...)

(Bert Bevers, Houten Gong #5, april 2000)


(terug naar boven)