terug naar recensies-overzicht
De Volkskrant, 30-6-1995 (interview-fragment)
Hij neemt even plaats in zijn kruiwagenfauteuil - een
antieke houten kruiwagen zonder wiel, met twee dikke
kussens erin. gevonden aan de straat. 'Dat ding zit erg
lekker', zegt Lehmann, en doet hem bovendien denken aan de
gecapitionneerde kruiwagen van Kurt Seligmann, op de
surrealistische tentoonstellingen. Ze komen nog altijd bij
elkaar, hij en de andere surrealisten van Nederland. 'Een
zaterdag per maand ontmoeten we elkaar in een café. De
gelederen zijn wat uitgedund, er is een oude schilder
gestorven, en ook mijn oudste vriend, Emile van
Moerkerken, is enige maanden geleden gestorven. dat
was heel naar.' 'Het zijn er soms een stuk of tien, en
soms zijn het er vijf. De oude Willem Wagenaar komt er
bijvoorbeeld ook - een zeer verdienstelijk schilder, een
surrealist uit Utrecht. Hij is al heel oud, maar zeer bij
de tijd. Op die middagen praten we. Over heel andere
dingen dan het surrealisme. Het is een schertsgenootschap.'
|