Lexicon van de moderne
Nederlandse Literatuur, 1981
terug naar boven
LEXICON VAN DE
MODERNE NEDERLANDSE LITERATUUR
Lehmann, Louis Theodoor, 19.8.1920 Overschie. Studeerde
rechten, letteren en archeologie te Leiden en Amsterdam.
Originele, uiterst persoonlijke poëzie, gekenmerkt door
beeldende kracht, deels romantisch-speelse toon, deels ook
door een milde, ironische-pessimistische bitterheid.
Bundels: Dag- en nachtlawaai (1940), Subjectieve
reportage (1940), Schrijlings op de horizon
(1941), Het verbreken (1944), Verzamelde gedichten
(1947), Gedichten (1948), Het echolood (1955),
Een steen voor Hermes (1962), Who's who in
Whatland (1963), Luxe (1966). Proza: De
pauwenhoedster (1955), Tussen Medemblik en
Hippolytushoef (1964). Vertalingen.
(Lexicon van de moderne Nederlandse Literatuur.
Samengesteld door J. van Geelen, F.P. Huygens, H.A.
Huygens-Wijma, D. van Ryssel en B.W.E. Veurman, Meulenhoff,
Amsterdam, 1981 (tweede herziene en uitgebreide druk, eerste
druk verscheen in 1978)
Louis Th. Lehmann werd overigens in Rotterdam geboren, niet
in Overschie.
terug naar boven
|